Kasteeltje gelegen tegenover het districtshuis in een domein met grote vijver en met recente gebouwen van de Rijksschool (Kerkelei nummer 43). De oorsprong van het goed gaat vermoedelijk terug op een hoeve in 1397 in het bezit van Peter van Ypre, zie de aamgeving, volgens R. Van Passen nog niet gebruikelijk circa 1410, maar wel courant in 1470. De opeenvolgende eigenaars wisten het goed geleidelijk uit te breiden voornamelijk met nabij gelegen gronden van de Sint-Michielsabdij. In 1511 vermeld als een "neerhoeve bij een stenen huis" dat nadien de naam overnam. In 1623 eerste vermelding als "speelhuis", in 1717 in handen van P.J. van der Kaey die van Ieperman één van de mooiste landhuizen van de omtrek maakt, onder meer door de weelderige binnenhuisarchitectuur.
Grosso modo L-vormig kasteel met oudere traditionele kern, in zijn huidige vorm opklimmend tot einde 18de eeuw. Verankerde, ontpleisterde bakstenen lijstgevels van twee bouwlagen onder geknikte schilddaken (nokken parallel aan en loodrecht op de straat), sporen van zandstenen speklagen, hoek- en negblokken wijzend op de oudere kern (westzijde). Gekorniste houten kroonlijst op klossen; bijkomende tandlijst in het risaliet van drie traveeën onder driehoekig fronton met oculus aan parkzijde. Rechthoekige muuropeningen, drie ovale venstertjes aan noordelijke straatgevel met duidelijke sporen van vroegere verbouwingen.
VAN PASSEN R., Geschiedenis van Wilrijk, Wilrijk, 1982, 651-658.
Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout. Auteurs: Steyaert, Rita; Kennes, Hilde Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)