Teksten van Vroeg-modernistische villa

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/11643

Vroeg-modernistische villa ()

Historiek en context

Vroeg-modernistische villa naar een ontwerp van Jos Ritzen uit 1927. Opdrachtgever was R. De Bock, die de villa al in 1929 door de architect liet vergroten met een halfronde veranda aan de tuinzijde. In 1977-1979 werd het gebouw ingrijpend verbouwd, met belangrijke wijzigingen aan volumetrie en ordonnantie, en een groot verlies aan authenticiteit.

De bouwheer valt vermoedelijk te identificeren met de bankier en bibliofiel René De Bock (Borgerhout, 1885-Wilrijk, 1968), beheerder van de Generale Bankmaatschappij en van de uitgeverij De Sikkel in 1919 opgericht door zijn jongere broer Eugeen De Bock (Borgerhout, 1889-Schoten, 1981). Daarnaast was hij ondervoorzitter van de Antwerpse Diamantbank en van de Marineacademie, stichtend lid en algemeen secretaris van de Vrienden van het Nationaal Scheepvaartmuseum, voorzitter van de Vereeniging der Antwerpsche Bibliofielen, hoofdredacteur van het Vlaamse studentenblad De Goedendag, rechter aan de rechtbank van Koophandel te Antwerpen en honorair-Consul van Chili. Hij stond bekend als verzamelaar van maritieme voorwerpen.

De van oorsprong Nederlandse architect Jos Ritzen, begon zijn carrière in 1919 te Heerlen en later Maastricht, in associatie met de architect Alphonse Jean Nicolas Boosten. Bij zijn vestiging te Antwerpen in 1923, ging hij een associatie aan met Stan Leurs, die een drietal jaar zou standhouden. Naast een reeks privéwoningen ontstonden in deze periode sociale woonwijken in Turnhout, Wuustwezel en Roosdaal, gekenmerkt door een nieuw-zakelijke baksteenarchitectuur met expressionistische inslag. Tot midden jaren 1930 zou Ritzen een toonaangevende rol spelen in de Antwerpse avant-garde, met een baksteenmodernisme dat invloeden verwerkte van zowel Hendrik Petrus Berlage en de Amsterdamse School, als Willem Marinus Dudok en Frank Lloyd Wright. Tijdens de tweede helft van zijn loopbaan wendde Ritzen zich van het modernisme af, ten gunste van een streekgebonden, veeleer traditionalistische architectuur. Een zoektocht naar de geestelijke grondslagen van de bouwkunst onder invloed van de Bossche School en Dom Hans Van Der Laan, vormde de basis voor de vroegchristelijke basilica’s die Ritzen na de Tweede Wereldoorlog tot stand bracht zoals de Sint-Margarethakerk in Knokke en de Sint-Lutgardiskerk in Tongeren.

Behorend tot het vroege oeuvre van Jos Ritzen, is de villa De Bock illustratief voor de invloed die de architectuur van Frank Lloyd Wright tijdens de jaren 1920 uitoefende op de architectuur in Nederland, vooral via de figuur en het oeuvre van Willem Marinus Dudok. Diens ‘romantisch kubisme’ vormde op zijn beurt een rijke voedingsbodem voor het baksteenmodernisme in Vlaanderen. Het gebouw behoort tot een groep verwante landhuizen in baksteenmodernisme met expressionistische inslag, die Ritzen tijdens de tweede helft van de jaren 1920 in de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt" ontwierp. Deze gebouwen worden gekenmerkt door "een koele beheersing van de vormen, klare, gave ruimten en de afwezigheid van overdreven versieringen". Andere voorbeelden zijn de aanpalende villa’s Kennes en Peeters uit 1925 op de hoek van Kastanjelaan en Della Faillelaan, en de vijf villa's die Ritzen vanaf 1926 in opdracht van Tony Deckers tot stand bracht, als onderdeel van een speculatief vastgoedproject. Dit laatste betrof een combinatie van een villapark en 'country club', dat op twee reeds bebouwde percelen na het volledige bouwblok zou beslaan gevormd door Della Faillelaan, Dennenlaan, Ahornenlaan, Sorbenlaan en Vijverlaan. Op een termijn van zowat tien jaar plande Deckers hier de bouw van een uniform ensemble van een twintigtal villa's, alle ontworpen door Ritzen in de stijl van de villa's Kennes en Peeters, gelegen rond een gemeenschappelijke binnentuin met clubgebouw, tennisveld, serre en pergola. Behalve de vandaag verdwenen de serre met pergola en het tennishuisje, werden van dit project uiteindelijk slechts vijf villa's gerealiseerd: een verdwenen villa aan de Della Faillelaan ter hoogte van het huidige nummer 62, twee aanpalende villa's aan de Sorbenlaan, de verbouwde villa Dennenlaan 20, en de villa op de hoek van Ahornenlaan en Dennenlaan aan de tegenoverliggende straatzijde van het bouwblok. Ten slotte is er Ritzens niet gerealiseerde project uit 1928 voor een eigen woning op de hoek van Della Faillelaan en Hagedoornlaan, een meer uitgesproken modernistische villa gekenmerkt door een gestapelde, kubische volumetrie met dakterrassen. Zijn curriculum vermeldt Ritzen als laureaat van een 'prijsvraag' in 1926 voor de uitbreiding van de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt", waarmee vermoedelijk het vastgoedproject Deckers bedoeld werd. Qua type is de villa De Bock sterk verwant met één van de hoger vermelde villa’s in opdracht van Tony Deckers, Sorbenlaan 31, die van een jaar eerder dateert.

Architectuur

Vrijstaand ingeplant in de diepte van het perceel, op een quasi rechthoekige plattegrond van twee bij drie traveeën, omvat het gebouw twee bouwlagen onder een schilddak. In haar oorspronkelijke vorm was de constructie volledig opgetrokken uit baksteenmetselwerk in halfsteens verband met een subtiel kleurverschil tussen de licht uitspringende sokkel en de bovenbouw. De dakbedekking bestond uit rode pannen, het schrijnwerk van deuren, vensters, vensterluiken, kroonlijsten en dakkapellen uit donker gelakt hout mogelijk met een kleurcontrast. De architectuur ontleende haar karakter aan een krachtig plastisch silhouet, beeldbepalend gedomineerd door het steile, breed uitkragende schilddak. Karakteristiek was de gesloten, vlakke expressie en de messcherpe definitie van de muurmassieven, opgetrokken uit sober, doorlopend metselwerk zonder enige profilering, behalve de rollaag ter hoogte van de dorpels van de bovenverdieping. Rechthoekige venstertjes, veelal tot banden gegroepeerd of uitgewerkt tot hoekerkertjes, vormden daarbij de enige doorbrekingen. Luifels, breed uitkragende kroonlijsten en gestrekte dakkapellen genereerden krachtige horizontale accenten, in plastisch evenwicht met de verticaal oprijzende schoorsteen. De voorgevel onderscheidde zich door een symmetrische compositie met een breed bandraam met vensterluiken op de begane grond, en hoekerkertjes aansluitend bij de kroonlijst op de verdieping. Meest opvallend was het sterk geprononceerde middenrisaliet van de westelijke zijgevel, dat het portaal met trappenbordes en de traphal herbergde, en boven de kroonlijst werd bekroond door een gelede attiek. Hiertegen leunde de aflopende bedaking van de woonkamer en het overdekte terras aan, dat de tuingevel bepaalde. Het terras werd al in 1929 vervangen door een halfronde veranda met doorlopende glaswand en plat dak. De voortuin werd afgesloten door een smeedijzeren hek. Tijdens de verbouwing van 1977-1979 onderging de ordonnantie van de verschillende gevels ingrijpende wijzigingen, met onder meer verwijdering van de typische hoekerkertjes, het risaliet van de traphal, het overdekte terras, het schrijnwerk en de dakkapellen. West- en tuingevel werden daarbij in eigentijdse vorm heropgebouwd.

De plattegrond was volgens de bouwplannen opgebouwd rond de traphal, die een centrale positie innam in de westelijke helft van het gebouw. Hierbij sloten op de begane grond de vestibule met vestiaire en een kleine spreekkamer aan. Een ruime bibliotheek besloeg over de volledige breedte de straatzijde, daar waar de veeleer bescheiden woonkamer met overdekt terras en de keuken met dienstingang zich aan de tuinzijde bevonden. De bovenverdieping bood ruimte aan vier slaapkamers en de badkamer, het dakniveau aan een vijfde slaapkamer, een extra kamertje en een zolder.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 238#1469, 238#2386 en 1929#33857.
  • Archives d'Architecture Moderne, Archief Jos Ritzen, foto-album.
  • CARPENTIER F. 2011: Between style and modernity: the architecture of Jos Ritzen (Heerlen 1896-Antwerp 1961) near the Nachtegalenpark in Antwerp 1924-1934, onuitgegeven verhandeling Maastricht University-Arts and Culture, Maastricht.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2014: Vroeg-modernistische villa [online], https://id.erfgoed.net/teksten/166135 (geraadpleegd op ).


Villa ()

Heden sterk verbouwde villa met grosso modo behouden volume naar ontwerp van Jos Ritzen van 1926, aan achterzijde vergroot naar ontwerp van 1929 van dezelfde architect.

  • Gemeentearchief Wilrijk, Bouwaanvragen 1929/1093.

Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Steyaert, Rita; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Steyaert R. & Kennes H. 1992: Vroeg-modernistische villa [online], https://id.erfgoed.net/teksten/11643 (geraadpleegd op ).