Voormalige herenboerderij, opgericht circa 1865 door Arnoldus Brijs, brouwer uit Bornem. In 1860, aankoop van 21 hectare gemeentebos en -hei, kort tevoren van 64,5 are ven en moeras, zogenaamd Papenmoer, afkomstig van de kerkfabriek en in 1866, van 1 hectare gerooid bos, eveneens van de kerkfabriek; in 1922 bedroeg zijn totale bezit circa 60 hectare. De wet van 1847, die de gemeenten verplichtte hun vage gronden te ontginnen of te verkopen, stimuleerde deze vorm van grootgrondbezit. In 1860 kreeg Brys toelating tot het bakken van steen op de Ginnekenshoek, waarvoor klei werd gewonnen in het Papenmoer; voor de grondontginning werd, bij gebrek aan stalmest, straatmest uit Antwerpen aangevoerd.
Modelhoeve van het gesloten Brabants type met hoge inrijpoort aan zuidzijde, een grote binnenkoer met woning aan noordzijde en stallingen, schuur, schaapskooi, wagenplaatsen aan oost- en westzijde. Huidige nederzetting met bewaarde vierkante grondvorm; voormalige herenwoonst aan noordzijde, van vier traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (pannen); bakstenen lijst- en zijpuntgevels met getoogde beluikte vensters en poort naar erf. Bewaarde massieve houten trap en grote gewelfde kelder.
Tot woningen verbouwde, bakstenen bijgebouwen van één bouwlaag onder doorlopend pannen zadeldak, met deuren en vensters aan de buitenkant van het complex; de voormalige, inpandige tuin. Verschillende aanpassingen.
- GEERTS J., Ginnekenshoek, in De Vlierbes, I, 1979, p. 96-99.