Hoeve met losstaande bestanddelen, volgens huidige bewoners opgetrokken circa 1909; L-vormig woonstalhuis met langsschuur onder zadeldak (nok parallel aan en loodrecht op de straat, mechanische pannen), aan oost- en noordzijde met vrijstaand schob en bakhuis/stal/schuur onder zadeldak (nok loodrecht op het woonstalhuis, respectievelijk Vlaamse en mechanische pannen).
Woonhuis met dubbelhuisopstand van vijf traveeën, potstal/schuurgedeelte van drie traveeën met omlopende lagere aanbouw onder lessenaarsdak over de volledige lengte van zuidelijke en oostelijke gevel; bakstenen lijst- en zijpuntgevels op gecementeerde plint, gemarkeerd door rechthoekige spaarvelden en houten kroonlijst, of een getrapte baksteenfries. Getoogde muuropeningen met luiken voor de vensters; gedichte stalpoort. Erfzijde met recente gevelbrede uitbouw onder plat dak; aanbouwsels schuur met rechthoekige venstertjes met houten latei. Schob met deels bewaarde beplanking; bakstenen bakhuis/stal/schuur met getoogde muuropeningen en één rechthoekige poort. In 1997 gesloopt.
Bron: DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 1997: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Turnhout, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)