Hoeve in kern opklimmend tot 1657 (zie datering van gesinterde baksteen in oostelijke zijpuntgevel, verborgen achter aanbouwsel) doch meerdere malen verbouwd.
Hoeve met losstaande bestanddelen: L-vormig hoofdgebouw met woonstalhuis en aansluitende langsschuur, vrijstaande stallingen/bakhuis/WC en remises respectievelijk aan oost- en noordzijde van het erf (nok loodrecht op en parallel aan het woonhuis), grote linden aan oostzijde, omhaagde akker aan westzijde.
Woonstalhuis/schuur, met woonhuis van vier traveeën, stal/schuur van vijf onder zadeldak (nok parallel aan en loodrecht op de straat, mechanische pannen) met oostelijke en westelijke aanbouwsels onder lessenaarsdak. Verankerde baksteenbouw met gecementeerde en witgeschilderde voorgevel op gepikte plint. Rechthoekige beluikte woonhuisvensters met houten latei en latere schuiframen, aan weerszijden van de deur. Kleinere betonnen stalvensters; de toegang aan de straat van de vroegere potstal werd gedicht. Hoge, rechthoekige schuurpoort onder houten latei; verluchtingsvensterjes van de schuur met houten latei en tralies.
Oostelijke zijpuntgevel met ingekast en getralied houten kelder- en opkamervenster verwijzend naar oude kern. Erfzijde met latere uitbouwsels; sterk aangepast gebouw met stallingen/bakhuis/WC met bewaarde houten deuren en lateien. Aangepast interieur met nog aanwezige Kempense haard.
- VAN DEN BOGAERT W., Van hoeven tot hoevenamen in Beerse, in De Vlierbes, XVIII, 1996, p. 154-157.