Museum geopend op 27 september 1953. Voormalig woonhuis van de pastoor van het begijnhof Joannes Mermans († 1697), die in 1693 de "fondatie Mermans" stichtte; hierdoor konden minder bemiddelde vrouwen uit Mol, Balen, Dessel en omgeving en uit Turnhout hier begijn worden; het convent, bestemd voor acht begijntjes, werd naar zijn stichter Sint-Jansconvent genoemd.
In kern, 17de-eeuws complex met voorhuis, binnenkoer, achterhuis en bijgebouwen. Huidig voorhuis met dubbelhuisopstand van vijf traveeën en twee bouwlagen onder vernieuwd zadeldak (mechanische pannen), opklimmend tot de 17de eeuw, doch met 19de-eeuwse voorgevel. Verankerde bakstenen lijstgevel, waarin rechthoekige aangepaste muuropeningen met houten latei en ontlastingssysteem; begane grond met luiken. Verankerde zijpuntgevels met aandak en vlechtingen. Achtergevel met bewaarde houten kozijnramen en korfboogvormige omlijsting van voormalige koetspoort.
Haaks aansluitend, verankerd bakstenen bijgebouwtje met keuken; tuitvormige schoorsteengevel met aandak en vlechtingen; vernieuwde houten kozijnramen.
Het aanpalende huis nummer 55 maakt eveneens deel uit van het museum. De restauratie van beide huizen onder leiding van architect E. Wauters is begonnen. De aanleg van een kruidentuin en een verbindingsgang tussen voor- en achterbouw is in aanmaak.
Interieur: voormalige grootjufferskamer met 18de-eeuws plafond in Lodewijk XV-stijl en 17de-eeuwse schoorsteen van baksteen en hout, schoorsteenmantel met tegels, bakstenen en twee getorste zuilen met hoofdgestel; voormalig koetshuis, heden ingericht als huiskapel; oorspronkelijke keuken met 17de-eeuwse open haard van baksteen en hout met tegels, "moos", pomphuis
Aan binnenkoertje gelegen, sterk vervallen washuis van drie traveeën en anderhalve bouwlaag onder zadeldak, uit de 17de eeuw; verankerde voorgevel met dubbelhuisopstand, waarin houten kruiskozijn naast dito ingekaste, rechthoekige vensters en deur; zijpuntgevels met aandak. Nog aanwezige 17de-eeuwse schoorsteen met "was"-fornuis, bepleisterde 18de-eeuwse rococoschoorsteen (circa 1760) en blauw geschilderde, eikenhouten trapkast. Aanpalende turfschuur met houten crucifix onder afdakje, vroeger in gebruik als schapenstal; wordt heden bij het museum gevoegd.
- JANSEN J., Het kunstpatrimonium van het begijnhof te Turnhout, Brussel, 1988.