Neoromaanse kruisbasiliek van 1929-32, naar ontwerp van K. Gessler van Maaseik, aansluitend bij de toren uit de 13de eeuw, die in 1952 met twee geledingen werd verhoogd.

De plattegrond beschrijft een driebeukig schip van vijf traveeën met toren en ronde traptoren aan de zuidzijde van de voorgevel, en portaal aan de noordzijde, transept met zijkoren tegen de oostgevels ervan, en koor van twee rechte traveeën en een halfronde sluiting, met alleenstaande sacristie aan de noordzijde tussen koor en transept.

Bakstenen gebouwen met hardstenen afwerking op een breukstenen plint. Toren onder tentdak; de oorspronkelijke, onderste drie bouwlagen zijn ongeleed en voorzien van rondboogvormige tweelichtvensters. Twee rechthoekige portalen in een hardstenen, mijtervormige omlijsting met gesculpteerde, decoratieve reliëfs. Bakstenen rondboogvensters met hardstenen afwerking.

Bepleisterd interieur. Overdekking door middel van koepelgewelven tussen rondboogvormige gordelbogen op colonnetten; kruisgewelf boven de kruising. Rondboogvormige scheibogen op natuurstenen zuilen en pijlers (alternerend stelsel) met hardstenen sokkel en neoromaans kapiteel.

Mobilair

Apostelenbalk, eik, gotisch (15de eeuw); beeld van een engel met passiewerktuigen, gepolychromeerd hout (eind 15de eeuw); Sint-Anna-ten-Drieën, gepolychromeerd hout (eerste kwart 16de eeuw); fragment van een retabel met voorstelling van de Aanbidding der Herders, gepolychromeerd hout (eerste helft 17de eeuw); beeld van Sint-Willibrordus, gepolychromeerd hout, r.zijaltaar (circa 1600); beeld van Sint-Johannes in Disco, eik (circa 1500); retabel met beeld van Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen, met wapenschild van de familie de Geloes, gepolychromeerd hout (eerste kwart 16de eeuw, gerestaureerd in 1938).

Neoromaans hoofdaltaar van marmer en koper. Hardstenen wijwatervat, gotisch (15de eeuw).