Meisjesschool ()

Dit complex werd in 1873 ontworpen door provinciaal architect Pieter-Jozef Taeymans als gemeentelijke meisjesschool met woning voor de hoofdonderwijzeres. De centrale vleugel had oorspronkelijk slechts één bouwlaag, maar in 1922-1923 werd een twee bouwlaag toegevoegd. In de zuidelijke vleugel bleef het uitzicht van de lokalen, met de originele deuren en schouwen, goed bewaard. Nu is de Turnhoutse Academie voor Schone Kunsten in het gebouw gevestigd.

Historiek

De oprichting van een stedelijke meisjesschool in Turnhout werd pas in 1860 in overweging genomen. Het eerste schooljaar startte in 1864 op het begijnhof. In 1873-1876 werd in de Gemeentestraat deze eerste kosteloze school voor meisjes gebouwd. Dat was meteen ook de eerste grote realisatie van provinciaal bouwmeester P.J. Taeymans in Turnhout. Sedert zijn aankomst, in 1869, had hij wel enkele burgerwoningen gebouwd, door zijn opvolger P. Schellekens als 'neo-grec' bestempeld, maar een opdracht voor een overheidsgebouw had hij nog niet gehad. De klassieke vormentaal, die hem als academisch geschoold architect was bijgebracht, zou hij - zeer ruim geïnterpreteerd - ook in het ontwerp voor deze school hanteren.

Voor het "bouwen van een school met woning" (zoals aangegeven op de bouwaanvraag) werd aan de westelijke rand van de toenmalige bebouwde kern van TUrnhout, een terrein aangekocht. Over dat terrein schrijft P. Troch, provinciaal inspecteur voor het lager onderwijs, op 14 maart 1873 aan de goeverneur: "Le terrain choisi est situé dans un endroit paisible et isolé; il est élevé et salubre. Le prix de 300 fr. l'are est la valeur ordinaire dans ce quartier de la ville".

Bij de plannen voor de voormalige Gemeentelijke Meisjesschool, opgemaakt door provinciaal architect P.J. Taeymans in 1873, werd een gedetailleerd beschrijvend bestek gevoegd. De begrotingsstaat beliep 44.453,90 Belgische frank. Op 22 december werd de aanbesteding opgemaakt. De uitvoering werd aan J.P. Brosens gegund voor 45.500 Belgische frank. In 1876 waren de werken, met name het eigenlijke schoolgebouw met vier klassen, de aanpalende woning voor de onderwijzeres en een vrijstaand gebouwtje met sanitair en kolenhok ten oosten van de speelplaats voltooid.

Tussen 1875 en 1879 werden aan noordelijke en oostelijke zijde van de speelplaats overdekte galerijen en een wasplaats bijgebouwd. In 1889-1890 werden vergrotingswerken uitgevoerd, met name de verlenging van de zuidelijke vleugel met een uitbouw van drie traveeën en twee bouwlagen, goed voor twee nieuwe klassen. Het centrale gedeelte van de voorbouw werd in 1922-1923 verhoogd met een tweede bouwlaag, goed voor twee (heden drie) klassen, en op de begane grond links werd een bureel voor de bestuurder ingericht, in de bestaande zuidelijke vleugel werd een lokaal voor medisch toezicht ondergebracht en aan de speelplaatszijde een galerij aangebouwd, alles naar ontwerp van stadsarchitect L. Van Ravestyn. Een klassenvleugel met drie klassen en evenveel vestiaires werd in 1928 aan de noordelijke zijde, achter de woning van de bestuurder, naar ontwerp van dezelfde architect toegevoegd. In 1955 werd het schoolhuis afgeschaft en aangewend voor de inrichting van nieuwe klassen. Het oorspronkelijk sanitair aan de oostelijke zijde van de speelplaats werd gesloopt en door een recent bijgebouw vervangen.

Sedert 1981 is de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten definitief in dit gebouw gehuisvest.

Beschrijving

Situering

De voormalige meisjesschool is het belangrijkste gebouw in de Gemeentestraat. De straataanleg in 1873 houdt trouwens rechtstreeks verband met het totstandkomen van dit gebouw en de bouw van het voormalige gasthuis. De bouwgrond voor de school, 16 are 91 centiare, was eigendom van de burgerlijke godshuizen. Op de huidige kadasterplannen staat de plaats nog steeds aangeduid als "Gasthuys Blok". Het gasthuis zou twee jaar later, in 1875, in de as van de nieuw aangelegde straat worden ingeplant op gronden van de oude Warande, ter hoogte van het huidig Cultureel Centrum.

Exterieur

Het oude schoolcomplex vertoont een centrale klassenvleugel met dubbelhuisopstand van zeven traveeën en twee (oorspronkelijk één) bouwlagen onder een zadeldak van mechanische pannen. De nok van het dak loopt evenwijdig ten opzichte van de straat. De centrale klassenvleugel wordt voorafgegaan door ommuurde tuintjes. Aan beide kanten van de centrale klassenvleugel bevinden zich twee zijvleugels van drie traveeën en twee bouwlagen onder een schild- en afgewolfd zadeldak van mechanische pannen. De nokken van deze daken staan loodrecht ten opzichte van de straat. De noordelijke zijvleugel was aangewend als woning van het vroegere schoolhoofd. De zuidelijke vleugel deed dienst als klassenvleugel. Deze klassenvleugel, die op het plan van Taeymans veel korter is, werd vrij snel (1889) in oostelijke richting uitgebreid. Enkel deze centrale klassenvleugel en de oorspronkelijke zijvleugels maken deel uit van de bescherming. De speelplaats, achterbouw en langgestrekte vleugel die de noordelijke zijde van de speelplaats afsluit, horen daar niet bij.

Het neoclassicistisch opgevat bakstenen gebouw met lijstgevels is aan de straatzijde belijnd met bepleisterde en witgeschilderde banden, verschillende pilasters, omlijstingen en een klassieke gevelafsluiting met breed fries en houten kroon- en tandlijst. Er is op een sobere manier gebruik gemaakt van Savonnièresteen voor de hoge arduinen sokkel en dito vensterdorpels, op de bovenverdieping uitgewerkt als omgetrokken kordon.

De middelste vleugel met centrale, risalietvormende inkomtravee, afgezet met pilasters en driezijdig fronton, is op de begane grond uitgewerkt als een segmentboogarcade met bloemmotief op de sluitstenen. De zijvleugels worden dan weer gemarkeerd door hoekpilasters. De segmentboogvensters en -deuren zijn gevat in geprononceerde bandomlijstingen met afgeschuinde dagkanten en oortjes, vermeerderd met een paneeltje op de borstweringen van de begane grond en een sierlijke ijzeren leuning op de verdieping. Het houtwerk is origineel.

De soberder zij- en achtergevels zijn enkel versierd met spaarvelden, zaagtandlijsten, banden en omlijstingen van beschilderd metselwerk. De zuidelijke zijgevel heeft een arduinen gevelsteen met inscriptie "DE GOUVERNEUR RIDDER PYCKE/ DE BURGEMEESTER JAN HOEFNAGELS/ DE BOUWMEESTER P.J. TAEYMANS/ MDCCCLXXIIII". De achtergevel is vermeerderd met een overdekte, recent vernieuwde galerij op gietijzeren zuiltjes en sokkel van arduin. Vermoedelijk zijn deze laatste gerecupereerd bij de afbraak van de galerijen aan de noordelijke zijde van de speelplaats.

Het resultaat van het ontwerp van Taeymans is voortreffelijk: grondplan en opbouw zijn evenwichtig, de uitstraling van het gevelfront is monumentaal maar toch uitnodigend zoals past voor een school. In de traditie van het regionale (arme) bouwen, waar natuursteen plaatselijk niet voorhanden was, moeilijk kon worden aangevoerd en dus vrijwel niet voorkwam, combineert hij hier baksteenmetselwerk en bepleisterde geveldelen tot een aantrekkelijk en stijlvol geheel. De planindeling van het gebouw is functioneel met ruime, lichte klaslokalen, de inrichting is sober en tijdloos. Zoals gebruikelijk werd de woning van het schoolhoofd in het ontwerp geïntegreerd.

Interieur

De oorspronkelijke indeling met klassen in midden- en zuidelijke vleugel bleef grosso modo bewaard. In de zuidelijke vleugel (de huidige beeldhouw- en tekenklassen) bleef het uitzicht van de vroegere klaslokalen vrijwel intact bewaard, met name de eenvoudige bepleisterde en beschilderde muren en plafonds, nauwelijks voorzien van lijstwerk evenals de meeste binnendeuren. Ook de originele schouwen en de roosters in muren en plafonds van het centrale verluchtings- en verwarmingssysteem bleven er integraal bewaard.

De interne circulatie geschiedt via de monumentale eikenhouten bordestrap in de centrale trapzaal van de zuidelijke vleugel. De toegang tot de klaslokalen op de bovenverdieping van de middenvleugel verloopt via de galerij aan de achtergevel.

  • Kadasterarchief, Mutaties, Turnhout, schetsen 1874/35, 1890/46.
  • Provinciaal Archief Antwerpen, Scholen, Turnhout, Gemeentestraat, dossier 1, 2, 4, 6 en 8.
  • DE BONT Y. 1995: 100 jaar wonen in Turnhout. Architectuur van 1895 tot 1995, Zellik, 111.

Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingdossier DA002222, Gemeentestraat 3-5: voormalige gemeentelijke meisjesschool (nu Academie voor Schone Kunsten)
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: S.N. 1999: Meisjesschool [online], https://id.erfgoed.net/teksten/162373 (geraadpleegd op ).


Meisjesschool ()

Voormalige Gemeentelijke Meisjesschool naar ontwerp van architect P.J. Taeymans, 1873, voltooid in 1876, later vergroot aan noord- en oostzijde; verhoging van het centrale gedeelte met tweede bouwlaag en galerij aan speelplaatszijde naar ontwerp van stadsarchitect L. Van Ravestyn, 1922-1923; toevoeging van de noordvleugel in 1928 naar ontwerp van dezelfde architect. Sedert 1971 Stedelijke Academie voor Schone Kunsten.

L-vormig neoclassicistisch complex, bestaande uit een centrale vleugel met dubbelhuisopstand van zeven traveeën en twee bouwlagen (oorspronkelijk één) onder zadeldak (nokrichting parallel aan de straat, mechanische pannen), voorafgegaan door ommuurde tuintjes, en twee zijvleugels van drie traveeën en twee bouwlagen onder schild- en afgewolfd zadeldak (nokrichting loodrecht op de straat, mechanische pannen) respectievelijk woning van het vroegere schoolhoofd en klassenvleugel; flankerende doorgangen naar speelplaats en achterbouw, afgesloten met ijzeren hek tussen bakstenen pijlers; de noordelijke doorgang werd recent gesupprimeerd.

Bakstenen lijstgevels, aan de straatzijde belijnd met bepleisterde en witgeschilderde banden, verschillende pilasters, omlijstingen en een klassieke gevelafsluiting met breed fries en houten kroon- en tandlijst; hoge arduinen sokkel en dito vensterdorpels, op de bovenverdieping uitgewerkt als omgetrokken kordon. Hoofdvleugel met centrale, risalietvormende inkomtravee afgezet met pilasters en driezijdig fronton; begane grond uitgewerkt als segmentboogarcade met bloemmotief op de sluitstenen. Zijvleugels gemarkeerd door hoekpilasters. Segmentboogvensters en -deuren in geprononceerde bandomlijsting met afgeschuinde dagkanten en oortjes, vermeerderd met een paneeltje op de borstweringen van de begane grond en een sierlijke ijzeren leuning op de verdieping. Origineel houtwerk.

Soberder zij- en achtergevels, enkel versierd met spaarvelden, zaagtandlijsten, banden en omlijstingen van beschilderd metselwerk; zuidelijke zijgevel met arduinen gevelsteen met inscriptie (verborgen achter wingerd). Achtergevel met galerij op gietijzeren zuiltjes.

Interieur: bewaarde klassenindeling; trapzaal in zuidelijke zijvleugel met monumentale eikenhouten trap.

  • Provinciaal Archief Antwerpen, Scholen, Turnhout, Gemeentestraat, dossier 1, 2 en 6.
  • DE BONT Y., 100 jaar wonen in Turnhout, Architectuur van 1895 tot 1995, Zellik, 1995, p. 111.

Bron: DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 1997: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Turnhout, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & De Sadeleer S. 1997: Meisjesschool [online], https://id.erfgoed.net/teksten/11994 (geraadpleegd op ).