Teksten van Architectenwoning Antoon Blanckaert

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/12

Architectenwoning Antoon Blanckaert ()

Hoekwoning en aanpalende woning gekenmerkt door een evenwichtige volumewerking, gebouwd in 1932 naar ontwerp van architect Antoon Blanckaert.

Historiek

Antoon Blanckaert ontwierp zijn eigen woning, met aanpalende woning voor zijn zus L. Singelyn in 1932, twee jaar nadat Gaston Eysselinck zijn eigen huis ontwierp, hij was toen dus pas 25 jaar oud. De overeenkomsten en gelijkenissen met de eigen woning die Eysselinck bouwde in de Vaderlandstraat in het Miljoenenkwartier in Gent zijn frappant, zowel qua bouwgeschiedenis, bouwplan en vormgeving. Beide woningen waren in oorsprong gekoppelde woningen voor de architect en een familielid, ingeplant op een hoekperceel, met een functionele opsplitsing van kantoorgedeelte op de begane grond en woongedeelte op de bovenverdieping. Zelfs de volumewerking, materiaalgebruik en gevelafwerking, donkere baksteen en beton met bepleistering of simili, tonen treffende gelijkenissen. Reeds bij zijn samenwerking met Eysselinck ontwierpen en maakten beide architecten ook buismeubelen.

Beschrijving

De architectenwoning werd volledig geconcipieerd in de stijl van de nieuwe zakelijkheid of de Internationale Stijl onder invloed van de architecten van de Europese avant garde. Zowel bouwtechniek, betonnen skeletbouw, als de kubistische vormgeving van de gevel met horizontale muuropeningen liggen volledig in navolging van de nieuwe zakelijkheid en het functionalisme van de interbellumarchitectuur. Zonder toegevoegde ornamentiek wordt toch een expressief en plastisch geheel gecreëerd door de evenwichtige samenhang van rechte vormen en volumes die nog in de gevelafwerking met contrasterende materiaalgebruiken versterkt wordt. Beide woningen werden ontworpen als één concept waarbij een interessante oplossing gegeven wordt aan de verspringende hoekpartij die in het ingebouwde dakterras op de derde bouwlaag een bijzonder accent krijgt.

De hoekwoning en aanpalende woning met kleine voortuin bevatten drie bouwlagen onder een plat dak. Voor het huis werd het voortuintje afgesloten met een ijzeren leuning op een laag bakstenen muurtje, in een gebogen lijn omlopend op de straathoek, de leuning is verdwenen maar het baksteen muurtje bleef behouden. Om de hoek in de Arbeidstraat werd naast de architectenwoning in 1956 een dubbele garage bijgebouwd voor de familie Singelyn.

De huizen zijn opgetrokken uit een skeletbouw van gewapend beton en baksteen. Het verschillende gevelparement in verspringende vlakken versterkt het kubistische effect van de vormgeving van de voorgevel. Het parement van de begane grond, een verticaal gedeelte van de hoektravee tot de derde verdieping en de latere garages zijn uitgevoerd in een donkere baksteen, contrasterend met de overige gevelvlakken in simili. Het metselwerk is uitgevoerd met de typische Dudok-voeg: een brede dieperliggende lintvoeg en een smalle stootvoeg.

Beide huizen zijn toegankelijk vanuit de Capucienenlaan. Een betegeld pad leidt naar de voordeur, die door het overstekende volume van de bovenverdieping gedeeltelijk overluifeld wordt. De rechthoekige deur wordt geflankeerd door een gevelvlak in zwarte keramiektegels, die de inkompartij een sober decoratief effect geeft. De horizontale rechthoekige vensters zijn in het gevelvlak opgenomen en waren oorspronkelijk voorzien van fijne ijzeren profielen, die vervangen zijn door aluminium. Het opvallende open dakterras boven de woonkamer op de hoek van de derde verdieping heeft aan de kant van de Capucienenlaan een ijzeren buisleuning en aan de kant van de Arbeidstraat een volle terrasleuning, het geheel wordt bovenaan afgelijnd door een omlopende betonnen balk. In het rechter gedeelte van de architectenwoning in de Arbeidstraat was oorspronkelijk een ingebouwde garage ondergebracht; die is door de huidige eigenaar van het pand omgebouwd tot een kamer met een rechthoekig raam over de volledige breedte van de vroegere garagepoort. Zoals bij de meeste rijwoningen uit die periode werden de achtergevels zeer eenvoudig gehouden. De hoekwoning van de architect gaf met twee gevels op de straat en had geen tuin. De tuin van de familie Singelyn liep door tot de Arbeidstraat en is aldaar in 1956 uitgebreid met twee garages.

De woning van architect Blanckaert (nummer 16) vertoont een beredeneerde plattegrond met het werkgedeelte en ingebouwde garage op de begane grond en met de woonverdieping op de tweede bouwlaag. De woonruimte op de eerste bovenverdieping wordt aan de zuidzijde (Arbeidstraat) door een groot horizontaal venster over de volledig breedte van de kamer voorzien van een optimale lichtinval, in de muurdikte is een uitsparing van 60 centimeter voorzien als cactusserre, zoals die ook in Eysselincks eigen woning terug te vinden is.

Het huis van de familie L. Singelyn-Blanckaert (nummer 14) bewaart nog vele interieurelementen, zowel vaste als losse elementen. Zo bleven bewaard: de tegelvloer in de hal, de oorspronkelijke binnendeuren met hun beslag en geprofileerde omlijsting in pastelgroen, de vensterbanken van zwart marmer, de meubilering van de woonkamer, de eetkamer, het bureau, de kasten van de slaapkamers en de meubilering van de slaapkamer van de ouders. De kleine hal geeft links toegang tot het toilet en de trap. De betonnen wenteltrap met ijzeren armleuning tegen de muur wordt verlicht door een bovenlicht in het platte dak. Onder de trap leidt een deur naar de kelder. Rechts van de hal bieden twee deuren toegang tot de keuken en tot de woonkamer. De keuken is aan de straat gelegen en is volledig vernieuwd. De ruime woonkamer beslaat twee in elkaar lopende ruimten. Eén ruimte strekt zich in de hoogte uit over twee bouwlagen, met een kamerhoog venster in de achtergevel, illustratief voor het belang van lucht en licht in het Nieuwe Bouwen. De tweede woonkamer die zich boven de keuken bevindt kijkt met een balustrade uit op de woonkamer eronder. De aansluitende ruimte, in het verlengde van de hal en het trappenhuis, was oorspronkelijk voorzien van een beglaasde erker naar de tuin toe, en is nu uitgebreid met een nieuwe woonkamer. Op de bovenverdieping bevindt zich een tweede woonkamer en een bureel, de woonkamer aan de straatkant is eveneens voorzien van een klein balkon met buisleuning en geeft aan de achterzijde uit met een balustrade op de woonkamer van de begane grond. Op de derde bouwlaag zijn drie slaapkamers en een badkamer ondergebracht.


Bron: Onroerend Erfgoed, DO002322, Architectenwoningen.
Auteurs:  Lanclus, Kathleen; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Architectenwoning Antoon Blanckaert [online], https://id.erfgoed.net/teksten/170917 (geraadpleegd op ).


Hoekhuis ()

Hoekhuis gekenmerkt door een evenwichtige volumewerking, gebouwd in 1932 naar ontwerp van architect Antoon Blanckaert.


Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n1 (A-G), Brussel - Gent.
Auteurs:  d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Architectenwoning Antoon Blanckaert [online], https://id.erfgoed.net/teksten/12 (geraadpleegd op ).