Geografisch thema

Boom

ID
13720
URI
https://id.erfgoed.net/themas/13720

Beschrijving

Industriegemeente op de noordoever van de Rupel en aan de oude autoweg Antwerpen-Brussel met een oppervlakte van 737 hectare en 14.592 inwoners in 1981. Eertijds grootste centrum in België van het baksteenbedrijf. Sterke achteruitgang sedert het einde van de zeventiger jaren ingevolge de mechanisering; sluitingen vanaf 1976. Ongeveer de helft van de grond wordt ingenomen door kleiputten aansluitend bij Terhagen, Niel en Reet. De steenbakkerijen zelf waarvan er in juli 1983 nog slechts drie officieel in werking waren liggen in de wijken zogenaamd Hoek en Noeveren, respectievelijk ten oosten en ten westen van het centrum en aan de Antwerpsestraat, namelijk tussen de oude dorpskom en de nieuwe woonuitbreidingen. Andere belangrijke industrieën waren de metaalverwerking, scheepstimmerwerven, pantoffel- en glasfabrieken. Alleen een drietal scheepstimmerwerven hielden het hoofd boven water. Alle landbouwbedrijven zijn verdwenen (in 1970 waren er nog zeventien).

Tot in de 17de eeuw hoorde Boom bij het Land van Rumst in het kwartier Turnhout van het markgraafschap Antwerpen. De onderhorige dorpen hadden een eigen schependom (zeven schepenen en een meier) de zogenaamde buitenbank, aangesteld door de heer van Rumst en bevoegd over lage en middelbare rechtspraak; de hoge rechtspraak werd afgehandeld onder voorzitterschap van de drossaard van Rumst. Twee burgemeesters zorgden voor de burgerlijke belangen. In 1645 kreeg Boom zijn eigen schepenbank en dorpszegel; sedertdien werd het bestendig als heerlijkheid benoemd. Enkele jaren later, onder Karel Van Baume werd het Land van Rumst opgesplitst in de heerlijkheden Willebroek-Ruisbroek, Heindonk, Boom; de heerlijkheid Boom werd in 1663 door Goris Boschart gekocht. Zijn opvolgers waren Willem Boschart (1678-), Jacob Boschart (17l9-), Lodewijk Frans Lopez de Gradin (1743-), Frans Jozef Lopez de Gradin (1750-), Frans Rigaus (1751-), Peter Jan of Jacob Aerts (circa 1775-). Hun kasteel, voltrokken in 1671, lag oostwaarts van de Grote Markt; na de afschaffing van de heerlijke rechten werd het verkocht, diende als brouwerspakhuis en werd tenslotte in 1846-47 gesloopt om plaats te maken voor de huidige kerk.

Boom, reeds als parochie vermeld in de 13de eeuw ontstond uit de oude moederparochie Kontich. Het begevingsrecht behoorde aan de abdij van Lobbes (Henegouwen) doch kwam in 1573 in het bezit van de heren van Cantecroy (Mortsel). Dank zij de uitbating van steen- en kalkovens was Boom in 14de en 15de eeuw tot een belangrijke plaats uitgegroeid (zie vermelding in 1442 als "parochie van eerste klas" wat wijst op aanzienlijke inkomsten). In 1573-77 echter werd, ten gevolge van de gevechten tussen Spanjaarden en Staatsen om het bezit van de Schans van Willebroek, het dorp vrijwel volledig verwoest en het steenbedrijf ontredderd. Pas in de 18de eeuw kwam de eigenlijke uitbouw van de gemeente tot stand. Grote bezittingen werden stilaan verkaveld en als bouwgrond verkocht (de dorpskom telde acht huizen in 1712, zestig in 1721, driehonderd vierenveertig in 1804). De drie bebouwde gehuchten waren Noeveren, westwaarts van de Steilsebeek (dit is voorbij het kapelletje in de Vrijheidsstraat), het dorp, zich noordwaarts uitstrekkend tot tegen de Oude Reetsebaan en de Vlietmanshoek of kortweg Hoek ten oosten (eveneens door een beek van het dorp gescheiden).

De twee hoofdwegen waren 's Herenstraat en Benedenstraat. 's Herenstraat, lopende van Noeveren naar Rumst, komt overeen met de huidige Vrijheids-, Kolonel Silvertop-, Hoog-, Blauw- en Kapelstraat.

De Benedenstraat, vertrekkend bij de Griet (westzijde van de Grote Markt) loopt langs de zuidzijde van de Grote Markt, de Groene Hof- en Bassinstraat naar de Hoek. Beide straten werden in 1765 gekasseid.

De aanpalende Kerk- en Brandstraat (respectievelijk een "leycken over 't kerckelant" en de doorgang naar het Brandbos) kwamen in dezelfde periode tot ontwikkeling; het Onze-Lieve-Vrouwstraatje daarentegen werd reeds in de 16de eeuw getrokken als verbindingsweg tussen de Veerdam (huidige Heldenplaats) en 's Herenstraat (het kanaal Brussel-Willebroek werd in 1550-74 gegraven). Het ontwerp voor de steenweg Antwerpen-Boom (via Antwerpsestraat en Leopoldstraat) werd in 1763 goedgekeurd.

Voorbij het dorp richting Noeveren lag het Boomerbroek dat grotendeels verdween met de aanleg van de spoorweg en fabrieken (sedert het vierde kwart van de 19de eeuw). Naar het noorden toe, links en rechts van de Antwerpsestraat lagen de open velden en hoogten van Krekelenberg en de uitgestrekte bossen van Steil, cf. de Bosstraat, reeds vermeld in 1618, die naar een deel van deze Steilbossen voerde.

Tussen Schorre- en Bosstraat (in het oosten) lag de Schomme, een onvruchtbare plek, en nabij de Kruiskenslei (in het noordwesten) waren landerijen en hoeven. De steengelagen bevonden zich langs de Rupel.

Van deze 18de-eeuwse toestand is op het tracé van enkele straten na, een paar huizen in het centrum en de ligging van oude industriële sites Noeveren en Hoek vrijwel niets bewaard. De enorme expansie van het baksteenbedrijf in de 19de en 20ste eeuw met nood aan grondstof en hout heeft achtereenvolgens de bossen en de landbouw van de kaart geveegd. In het begin van de 19de eeuw komen de scheepstimmerwerven op - later tot een belangrijke industrietak uitgegroeid - met vestigingen aan de rivier. In 1824 was reeds meer dan de helft van de bevolking tewerkgesteld in de industrie (namelijk vierenvijftig steenfabrieken, zestien brouwerijen en vijf scheepstimmerwerven).

De boerderijen geraakten stilaan in verval of werden opgesplitst in arbeiderswoningen; voorbeelden hiervan vinden we nog in de Kleine Steylen nrummers 1 tot 3, 6 tot 9 en vermoedelijk ook in Dirkputstraat nummer 107 en volgende.

Aan de verbindingswegen (bijvoorbeeld Nielse-, Kapel-, Bos-, Schorre-, Dirkput- en Kerkhofstraat en Lange Lei) werden slechts smalle repen grond uitgespaard en volgebouwd met arbeiderswoningen. In de oudere wijken Noeveren en Hoek, waar wonen en werken zeer sterk met elkaar verweven zijn werden de woningen tussen de fabrieken ingebouwd. De handelaars vestigden zich vooral in Blauw-, Hoog-, Kerk- en Leopoldstraat, de gegoede burgerij bouwde huizen aan Antwerpse-, Groene Hof- en Tuyaertstraat (laatstgenoemde getrokken in 1858).

De eerste vrije scholen werden in het centrum opgericht (circa 1840-45), de eerste gemeentescholen op Noeveren en Hoek (circa 1880). De aanleg van de Markt, samen met de bouw van de nieuwe kerk, is van circa 1850. Rond dezelfde tijd werd de eerste Rupelbrug, de zogenaamde Weduwe van Enschodtbrug gebouwd (eerstesteenlegging 1851, afbraak 1945). Nog enkele getuigen van de expansie in de tweede helft van de 19de eeuw zijn het processiekapelletje van de Vrijheidsstraat (herbouwd in 1893) en het klooster in de Gasstraat (1898). De industriesites Noeveren en Hoek werden voornamelijk sedert 1845 volgebouwd, de overige woonuitbreidingen zijn recenter. Een typische arbeiderswijk van voor de Eerste Wereldoorlog is gelegen nabij het centrum, namelijk tussen Gas-, Antwerpse- en Molenstraat: haaks op elkaar ingeplante straten met aaneengesloten bebouwing van enkelhuizen van twee traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak met bakstenen lijstgevel waarin rechthoekige of steekboogvormige muuropeningen. Een kwart eeuw later rijzen links en rechts van de Antwerpsestraat verschillende nieuwe woonwijken uit de grond: een tuinwijk in cottagestijl tussen Noeverse-, Kunst- en Spoorweglaan (circa 1935) gesitueerd rondom de Haesaertplaats links, de Heilig Hartkerk rechts; een groepje ééngezinswoningen met tuintjes (circa 1930-40) rondom Consciënceplein en aanpalende straatjes; een tuinwijk in stijl der nieuwe zakelijkheid (circa 1930) rondom Jozef Wautersplein; een andere tuinwijk (circa 1930-40) namelijk tussen Dirkput-, Nachtegaal-, Bos- en Sint-Kathelijnestraat in het oosten van de gemeente.

Na 1960 werden rond het gemeentepark villa's, ééngezinswoningen en appartementsgebouwen gezet en in 1974 een sociaal wooncomplex met appartementsblokken aan de Antwerpsestraat ingeplant. Ingrijpende openbare werken zijn de bouw van de Rupelbrug en de viaduct over de Kolonel Silvertopstraat in 1937-39 waarbij enkele straatjes werden gesloopt en de rijksweg op huidige breedte gebracht; de aanleg van de Rupeltunnel met brede aanloop parallel aan de rijksweg dateert van 1972-82.

  • DEBAEDTS C. en BEOCKMANS S., in La nouvelle route Bruxelles-Anvers. Le pont sur le Rupel et la Traverse de Boom, in Annales de l'association des ingénieurs sortie des écoles spéciales de Gand, 1939, 5e reeks, dl. XXIX, 1e afl., p. 37-59.
  • DE CUYPER G., FOUGNIES R. en VAN HEUSDEN M., Quelques ouvrages d'art de l'autoroute Bruxelles-Anvers, in Tijdschrift der openbare werken van België, december 1939, nr. 6, p. 953-971 en april 1940, nr. 2, p. 231-236.
  • DE NEUBOURG L., Boom, koningin van de Rupel, Maandschrift, 1965 (Vlaamse toeristische bibliotheek).
  • LAMOT B., Hoe Boom groeide, Antwerpen, 1957.
  • PREUMONT E., Boom door het kapitalisme verslonden op de steengaleien, Gent, 1913.
  • SEL H., Proeve van historische mengelingen over 't Land van Rumpst en in het bijzonder over de Heerlijkheid van Boom, Leuven, 1873.
  • STEENACKERS E., Boom in het verleden. Aantekeningen uit de geschiedenis van Boom, Lier, 1907.
  • VINCK A., Zo was... Boom, Antwerpen, 1972.

Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n1 (A-He), Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Antwerpsestraat

  • Omvat
    Arbeiderswoningen

  • Omvat
    Bassinstraat

  • Omvat
    Blauwe Pan

  • Omvat
    Blauwstraat

  • Omvat
    Bosstraat

  • Omvat
    Brandstraat

  • Omvat
    Burgerhuis, gedateerd 1899

  • Omvat
    Diepestraat

  • Omvat
    Directeurswoning

  • Omvat
    Dirkputstraat

  • Omvat
    Fabrieksschoorstenen van zinkfabriek

  • Omvat
    Gemeentepark

  • Omvat
    Glazenstraat

  • Omvat
    Groene Hofstraat

  • Omvat
    Grote Markt

  • Omvat
    Heldenplaats

  • Omvat
    Hoek

  • Omvat
    Hoogstraat

  • Omvat
    Isabellastraat

  • Omvat
    Kapelstraat

  • Omvat
    Kerkhofstraat

  • Omvat
    Kerkstraat

  • Omvat
    Kleine Steylen

  • Omvat
    Kloosterkerk Sint-Antonius van Padua en Sint-Franciscus van Assise

  • Omvat
    Lange Lei

  • Omvat
    Leopoldstraat

  • Omvat
    Loods van steenbakkerij Boomse Keramiek Huybrechts

  • Omvat
    Nielsestraat

  • Omvat
    Pastorijstraat

  • Omvat
    Processiekapel van 1893

  • Omvat
    Provinciale Technische Scholen

  • Omvat
    Rijksadministratief Centrum en Vredegerecht

  • Omvat
    Schorrestraat

  • Omvat
    Steeg met arbeiderswoningen

  • Omvat
    Steeg met arbeiderwoningen

  • Omvat
    Tuinwijk

  • Omvat
    Tuinwijk Park

  • Omvat
    Tuyaertsstraat

  • Omvat
    Vrijheidshoek

  • Omvat
    Watertoren van 1935

  • Omvat
    Wijk Noeveren

  • Is deel van
    Arrondissement Antwerpen


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Boom [online], https://id.erfgoed.net/themas/13720 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.