De tuinwijk aan het Achturenplein en de omliggende straten kwam tot stand vanaf 1921 in opdracht van de samenwerkende maatschappij De Goedkope Woning van het Arrondissement Antwerpen heden De Ideale Woning).
De eerste bouwfase in de tuinwijk werd gerealiseerd omstreeks 1921-1922 en omvatte 114 gekoppelde eengezinswoningen naar ontwerp van architecten Vincent Cols en Jules De Roeck. Aannemers van deze bouwfase waren de gebroeders Wastiau (Ruisbroek, Sint-Pieters-Leeuw). Deze bebouwing werd ingeplant langs de Landbouwstraat, het Achturenplein en de oostzijde van de Jozef Wauterslaan. Omstreeks 1930-1931 werd de wijk uitgebreid met een rijbebouwing van 26 woningen naar ontwerp van architect M. Magniette. Deze bevinden zich aan het begin en einde van de Jozef Wauterslaan (nummers 1-17, 2-20, 76-84 en 87-89).
De sociale huisvestingsmaatschappij breidde de wijk verder uit in de naoorlogse periode, namelijk met vijf tweewoonsten aan de Jozef Wauterslaan vanaf 1953 en 52 koppelwoningen aan de Emile Vinckstraat vanaf 1955 (niet meegenomen in afbakening geheel).
De tuinwijk is gelegen ten oosten van de Antwerpsestraat nabij het station van Niel. Ze vormt een typerend voorbeeld binnen het oeuvre van architecten Cols & De Roeck. Het inplantingsplan sluit volledig aan bij de tuinwijkgedachte, meer bepaald vanuit de aandacht voor interessante zichten en afgesloten perspectieven. De kern van de wijk wordt gevormd door het Achturenplein, dat ten zuiden voorzien is van een zeshoekige verbreding met ruime groenzone met speelplaats. Ten noorden verleent een poortvormige doorgang toegang tot de licht gebogen Jozef Wauterslaan. Deze doorgang accentueert het gesloten karakter van de wijk. Het tuinwijkkarakter van de Jozef Wauterslaan, volgens het oorspronkelijk aanlegplan beboomd en voorzien van pleinvormige verbredingen met groenzones, is sterk afgezwakt door de evolutie van de as tot een steenweg afgelijnd met parkeerplaatsen en heraangeplante bomen. Het oorspronkelijke eenheidsbeeld, ontstaan vanuit een consequent publieke en private groenaanleg van met lage hagen afgelijnde voortuinen en groenzones, is eveneens verstoord door individuele aanpassingen van de voortuinstroken en de afsluitingen.
Kenmerkende tuinwijkarchitectuur (1921-1922), waarbij een beperkt aantal woningtypes gekoppeld zijn tot volumes van twee tot acht eenheden; ook twee eengezinswoningen. Kleinschalige baksteenarchitectuur van één of twee bouwlagen met traditionele inslag, gekenmerkt door eenvormigheid en standaardisatie, doch verlevendigd door een grote variatie in de geveltypes waardoor telkens verschillende koppelwoningen ontstaan. De levendigheid van het ensemble wordt verhoogd door het volumespel van de woningen en verspringingen ten opzichte van de rooilijn. Lijstgevels gevat tussen of gecombineerd met woningen onder puntgevels met traditionele inslag (onder meer klok-, schouder-, trap- en tuitgevels), eventueel uitgewerkt als risalieten. Enkele bakstenen parementen zijn verlevendigd met gecementeerde gevelvlakken en decoratieve accenten in het metselwerk. De gevels worden geopend door overwegend rechthoekige muuropeningen. De benedenvensters waren voorheen beluikt. Hoofdzakelijk vernieuwd schrijnwerk, doch sporadisch bewaarde kruis- en bolkozijnen met beschilderde stijlen en monelen.
De eenvormigheid in stijl en materialiteit is sterk verstoord door renovaties van gevels, aanpassingen van muuropeningen, gevelafwerking, geveltoppen en het hoger optrekken van gevels. Sommige woningen werden gesloopt of heel ingrijpend verbouwd (bijvoorbeeld Jozef Wauterslaan nummers 29-43, 61-67).
De tweede bouwfase (1930-1931) omvat een rijbebouwing (zonder voortuinen) van in spiegelbeeldschema gekoppelde enkelhuizen van twee bouwlagen en twee traveeën. De woningen zijn uitgewerkt in een zakelijke, eenvoudige baksteenarchitectuur, waarbij de lijstgevels geleed worden door decoratief metselwerk uitgewerkt als een doorlopende puilijst en als een verticaal gevelaccent. De zijgevel van enkele hoekhuizen (Jozef Wauterslaan nummer 17 en 20) is geaccentueerd met een puntgevel.
De tuinwijk te Niel omvat een interessante combinatie van een tuinwijk met kleinschalige arbeidershuisvesting in rijbebouwing. Ondanks ingrijpende renovaties en aanpassingen van woningen en voortuinen in de wijk, is het voormalige eenheidsbeeld en de typologie van de tuinwijk herkenbaar. Erfgoedelementen die bepalend zijn voor de stedenbouwkundige waarde zijn de inplanting, die getuigt van een grote zin voor perspectief en variatie, het besloten karakter van de wijk met de overbouwde doorgang tussen de hoofdassen, evenals de aandacht voor publieke en private groenaanleg (deels verstoord). De architectuur wordt gekenmerkt door een eenheid in schaal, stijl en materialiteit (kleinschalige bakstenen koppelwoningen met enerzijds traditionele inslag en anderzijds meer zakelijke uitwerking), gecombineerd met variatie in de geveltypes.
Auteurs: Steyaert, Rita; Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Steyaert R. & Verhelst J. 2016: Tuinwijk Achturenplein [online], https://id.erfgoed.net/teksten/192776 (geraadpleegd op ).
Tuinwijk, respectievelijk 114 woningen van 1911 naar ontwerp van de architecten V. Cols en J. De Roeck en 26 woningen van 1930 naar ontwerp van architect M. Magnette, gebouwd in opdracht van De Goedkope Woning (heden De Ideale Woning).
Gelegen ten oosten van de Antwerpsestraat nabij het voormalige station. Eengezinswoningen met omhaagde voortuintjes per vier of per zes gegroepeerd rond polygonaal plein en aanpalende straten; aan noordzijde poortvormige doorgang die het gesloten karakter van de wijk accentueert.
Bakstenen lijst- en topgevels met traditionele inslag, onder meer trap- en klokvormige gevelbeëindiging, gebruik van kruis- en bolkozijnen met beschilderde stijlen en monelen.
Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n2 (Ho-Ra), Brussel - Gent.
Auteurs: Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Steyaert R. 1985: Tuinwijk Achturenplein [online], https://id.erfgoed.net/teksten/120723 (geraadpleegd op ).