Gemeente op het Haspengouws leemplateau, met golvend reliëf. In 1096 vermeld als Buocholz (Germaans boko en hulta, beuk en bos).
Eertijds heerlijkheid, eigendom der Luikse Bisschoppelijke Tafel, met schepenbank onderworpen aan het Hof van Vliermaal. Kwartkapel der parochie Jeuk waarvan het begevingsrecht berustte bij het Sint-Janskapittel en het tiendrecht gedeeld werd met de abdij van Stavelot.
Tot de 10de eeuw, klein straatdorp aan de weg Gelinden-Jeuk, met ten zuiden der kerk het ommuurd kerkhof, en ten noorden, enkele gesloten bakstenen hoeven met verdwenen oude kern.
Recente woonuitbreiding ten zuiden van de Mechelsestraat, de verbinding met Bovelingen. In 1970 opgenomen bij Jeuk.
MALCORPS A., De pastoors van Boekhout-bij-Jeuk (Limburg, 1957, pagina's 37-41).
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n1 (A-Ha), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)