erfgoedobject

Kamp van Brasschaat

bouwkundig element
ID
120947
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/120947

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kamp van Brasschaat
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Militair domein zich uitstrekkend over de gemeenten Brasschaat dit is in het gehucht Maria-ter-Heide ten noorden van de gemeente, Kapellen, Kalmthout, Wuustwezel en Brecht. Heidegebied verdeeld over twee stroken ten oosten en westen van de baan Antwerpen - Breda namelijk Westkwartier met commando van de veldartillerieschool en de opleidings- en logistieke installaties. De gebouwen van dit kwartier bevinden zich in het zuiden van het Klein Schietveld en bestaan uit logementsblokken voor de leerlingen, kantine, kapel, studiebureel, onderrichtslokalen, sportzalen en -terreinen, installaties van de sociale en culturele dienst, mess voor officieren, logementsblokken voor officieren en onderofficieren, en de tuinwijk voor de gehuwde officieren. In het noordwesten van het Westkwartier de kazerne en vliegveld van de school voor Licht Vliegwezen en ten slotte het Klein Schietveld met oppervlakte van 943 hectare. Dit schietveld wordt echter niet meer gebruikt door de artillerie. Het Oostkwartier bevindt zich aan de Sint-Jobsesteenweg rechts van de baan Antwerpen - Breda. Vroeger was hier de cavalerieschool gevestigd, heden het regiment van de rijdende artillerie en het centrum voor opzoekingen inzake defensie en het Groot Schietveld met een oppervlakte van 1297 hectare. Bij het zoeken naar manoeuverruimte voor de in België gestationeerde troepen viel de keuze op de heidevlakte ten noorden van de kasseiweg Antwerpen - Breda. Dit gebied werd oefenterrein voor de artillerie bij Koninklijk Besluit van 25 april 1820. Voor de strikt noodzakelijke huisvesting werden een 10-tal hectare gehuurd. dit deel werd Frederiksplein genoemd. Tussen 1820 en 1825 verbleven de troepen hier enkel voor korte perioden en logeerden in tenten. De enige blijvende constructie was een paviljoen voor de bevelhebber. Na de Belgische onafhankelijkheid bleef de interesse voor het Polygoon bestaan omwille van de uitgestrektheid en de geringe bebouwing in de omgeving, en bleef dus artilleriepolygoon. De terreinen bleven echter gehuurd.

Pas na 1845 werden hier meer regelmatig schietoefeningen gehouden door de artillerie batterijen voor het testen van wapens en munitie. Koninklijk besluit van 5 oktober 1852 voorzag de oprichting van een permanent Polygoon voor de artillerie en de aankoop van de terreinen, vervolledigd in 1856 en 1859, zodat een gebied kon bemachtigd worden van 415 hectare met een diepte van 4 kilometer. De schootsafstand van de kanonnen overschreed de 4 kilometer, zodat het polygoon te klein werd en er moest gezocht worden naar een meer aangepast terrein. Het gebied ten oosten van de baan Antwerpen - Breda werd in 1888 van algemeen belang verklaard, in 1889 gevolgd door de eerste akten van aankoop, zodat in 1894 het Polygoon aangroeide met 1170 hectare gelegen op de gemeenten Brasschaat, Brecht, Loenhout en Wuustwezel. Dit Groot Schietveld had een breedte van 2 kilometer en een lengte van 10 kilometer. Klein Schietveld in 1895 uitgebreid met 1 hectare ten behoeve van de Infanterie en Genie.

De wet van 30 maart 1909 voorzag onder meer de voltooiing van de hoofdverdedigingslinie van Antwerpen met opbouw van een fort te Brasschaat ten westen van het Klein Schietveld. De openbare aanbesteding van deze buitenste fortengordel had plaats op 19 februari 1909 en de bouw werd uitgevoerd door de aannemersfirma Bolsée. In 1911 vestigde het Licht Vliegwezen van de luchtmacht een school voor militair vliegwezen aan de noordrand van het artilleriekamp. Bij het fort werd vanaf 1912 een Polygoon opgericht voor de Genie en ten noorden van het Frederiksplein kwam in 1913 het complex van de Remonte tot stand, waar de paarden werden afgericht.

Het kamp werd tijdens de Eerste Wereldoorlog gebruikt door de bezetter, in 1919 werd het artilleriekamp heropend. Na de oorlog kwam België ook in bezit van het kamp van Elzenbom, dat voortaan werd gebruikt als schietveld voor de artillerie, het kamp van Brasschaat werd instructie- en testcentrum. Tussen 1929 en 1939 kende men geen grote veranderingen. Motorisatie en uitbreiding van het effectief bracht mee dat paarden werden vervangen door pantservoertuigen, tractoren en zo meer; de paardenstallen werden ingericht tot garages of magazijnen, een aantal magazijnen en hangars werden opgericht.

In 1939 kwam de antitank-gracht tot stand lopend vanaf de Turnhoutsevaart te Schoten, langs de forten van Brasschaat en Ertbrand, de schans van Smoutakker en het fortje van Berendrecht tot aan de Scheldedijk. Deze gracht werd beveiligd door bunkers.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het kamp ontruimd en overgelaten aan de bezetter. Gebouwen zwaar beschadigd bij de bevrijding op 4 oktober 1944 en op 29 januari 1945. Na 1945 werd het Kamp voornamelijk beheerst door de artillerie en zo kon op 19 september 1946 de artillerieschool, evenals een afdeling van de luchtmacht, terug zijn intrek nemen te Brasschaat. Verscheidene woningen voor officieren en onderofficieren werden tijdens de bombardementen beschadigd zodat men genoodzaakt was woningen aan Bredabaan en Bierwertslei op te trekken. Taken en eenheden van de artillerie alsook organisatie wijzigde voornamelijk vanaf 1950. Dit werd noodzakelijk gevolgd door wijzigingen aan het gebouwenbestand. Na 1954 werd de woonwijk voor onderofficieren aan de Nieuwpoortlei uitgebreid en ontstonden in de Zegelei nieuwe huizen voor officieren. Pantserwagens hadden het Klein Schietveld onbruikbaar gemaakt voor andere wagens zodat in 1956 het Klein Schietveld uitgebreid werd met circa 100 hectare. Zo kwam het Kamp op de huidige oppervlakte van 2.340 hectare.

Westkwartier

Ten westen van de Bredabaan, bestaande uit alleenstaande gebouwen gelegen in een beboomd gebied, sommige omringd door grasperken, meestal langsheen rechte straten; alleen de officiersmess ligt in een tuin met vijver aan noordzijde. Oudste gebouwen in het blok tussen Koningslei - Luiklei en Vaandelfort namelijk het vroegere Frederiksplein. De troepen logeerden hier vanaf 1820 in tenten of hutten, vanaf 1837 werden permanente gebouwen opgetrokken onder meer door de eigenaar van het domein, graaf Baillet-Moretus, die in overeenkomst met het huurcontract enkele stallen liet bouwen. Na de aankoop van de terreinen vanaf 1852 werd het Frederiksplein onder leiding van de dienst van de militaire gebouwen voorzien van zeven blokken voor de batterijen. zeven kleinere blokken voor de onderofficieren en drie blokken voor de officieren, een officiersmess en een woning voor de commandant, alsook paardenstallen, burelen, magazijnen, ateliers, wachtlokalen en een ziekenzaal met afhankelijkheden. In 1866 waren een 40-tal gebouwen aanwezig. Het Frederiksplein werd in 1865 voorzien van een standbeeld van Leopold I dat circa 50 jaar later werd verplaatst naar het officierspark. Ten behoeve van de Infanterie en Genie werd het domein in 1895 uitgebreid met 1 hectare, gevolgd door nieuwe gebouwen. Circa 1900 werd het Kamp voorzien van ateliers, magazijnen, mess voor onderofficieren, woonblokken voor de officieren; ook ontstonden de eerste twee grote kazernes aan het Vaandelfront, ter vervanging van twee van de zeven blokken voor batterijen. De Kapellei werd verbreed en de eerste overdekte manège opgericht. Circa 1900 ontstond een nieuw paviljoen voor de commandant. Een bureelgebouw werd opgetrokken in 1910. Voor het Licht Vliegwezen legde men in 1911 een vliegveld aan en richtte men magazijnen op; in 1912 en 1914 gevolgd door opbouw van twee kazernes en een paviljoen voor de officieren.

Voor de Remonte werden vermoedelijk in 1913 ten noorden van het Frederiksplein een grote manège, stallen, smidsen, veeartsenij-inrichtingen, kazerne en hooimagazijnen opgericht. In het artilleriekwartier vervingen nieuwe gebouwen aan het Vaandelfront stilaan de eerste gebouwen, ook werden een aantal woningen gebouwd voor de gehuwde onderofficieren. In 1921 werd aan de Kapellei een watertoren gebouwd en werden woningen opgericht voor gehuwde officieren en onderofficieren aan Prinses Marie-Josélei, Luiklei en Diksmuidelei. Het was de bedoeling om deze woningbouw uit te breiden in oostelijke richting langs Nieuwpoortlei, Ploegsebaan en Bredabaan. Na 1926 kreeg de Genie kazernes, opslagplaatsen, spoorwegen en bruggen, die heden gesloopt zijn. Na de Tweede Wereldoorlog werd het Kwartier ingenomen door de artillerieschool. De gebouwen werden hersteld en aangepast, de stallen ingericht als magazijnen en garages.

"Hollandse poort" van circa 1820, aan Koningslei bij toegang tot het domein van de officiersmess. Bestaande uit vier bepleisterde en beschilderde vierkante pijlers op vierkante sokkels; verdiepte vlakken, waarin aan voorzijde leeuwekoppen en vruchtenslingers. Bekronende schilddragende leeuwen en vazen.

Generaal Mercierlei: officiersmess van 1906-1907, in neotraditionele stijl. Ter vervanging van het in 1905 afgebrande gebouw. T-vormig hoofdgebouw met rechthoekige aanbouwsels aan oostzijde. Hoofdgebouw van twee bouwlagen en rechthoekige aanbouwsels van één bouwlaag, schilddaken (kunstleien). Baksteenbouw op arduinen plint van pseudobreuksteen, band- en en boogomlijstingen van gekleurde baksteen. Noordelijke voorgevel met licht uitspringend deurrisaliet onder schoudergevel. Rechthoekige en steekboogvensters in verdiepte steekboogvormige gevelvlakken. Rechthoekige vleugeldeur, met bordestrap, onder houten luifel waarop klein rechthoekig balkon. Kroonlijst op houten modillons. Aanbouwsels met beglaasde overdekte galerij. In het westen van de tuin van de officiersmess vervallen ijskelder, omringd door schaduwgevende loofbomen.

Generaal Mercierlei: ten zuiden van officiersmess twee verblijven voor officieren. Rechthoekige bakstenen gebouwen van drie bouwlagen onder afgewolfde daken met overkragende daklijsten (kunstleien) van 1913-1914 in neotraditionele stijl. Gebruik van gekleurde baksteen voor banden en boogomlijstingen. Toegangsdeuren in risalieten. Korfboogvormige en rechthoekige muuropeningen; rechthoekig met gietijzeren lateien.

Aan Koningslei tegen de toegang tot het Kamp: de voormalige garnizoenbibliotheek en burelen van de plaats, heden nog burelen van de plaats en burelen van de dienst militaire gebouwen. Zwaar beschadigd tijdens de Tweede Wereldoorlog en hersteld in 1947. Oorspronkelijk licht U-vormig gebouw van 1924, heden uitgebreid aan noordzijde. Baksteenbouw van één bouwlaag en dwarse hoofdvleugel van twee bouwlagen onder zadeldaken (zink). Gebruik van gekleurde baksteen voor banden. Hoofdvleugel met overkragende daken, houten bebording in toppen. Hoekrisalieten aan oostelijke achtergevel waartussen beglaasde luifel. Rechthoekige vensters en deuren.

Koningslei: iets meer en ten noorden van voorgaande, rechthoekige voormalige wachtzaal van 1910, heden nog steeds in gebruik door wachtdiensten. Baksteenbouw van twee bouwlagen onder zadel- en schilddaken (kunstleien) in sterk vereenvoudigde neotraditionele stijl, met banden van gekleurde baksteen. Middenrisaliet onder zadeldak, noordgevel met half-ingebouwde vierkante traptoren, waarin tevens toegangsdeur, onder tentdak. Rechthoekige vensters met arduinen dorpels. Rechthoekige deur onder houten portiek met steektrapje.

Vaandelfront: Twee groepen van drie evenwijdig gelegen paardenstallen daterend van 1856, 1877, 1911 of 1923. Alle verbouwd in 1923 namelijk hoektravee voorzien van verdieping voor hooizolder. In 1948 of 1949 verbouwd, een gedeeltelijk verbouwd tot kapel in 1948. Tweetal werden herbouwd in 1949. Rechthoekige gebouwen van één bouwlaag onder zadeldaken (Vlaamse pannen). Baksteenbouw met hoektravee opgetrokken tot twee bouwlagen onder zadeldak. Travee-indeling, hoeken en deurtravee geaccentueerd door lisenen. Top met getrapte bakstenen fries. Rechthoekige en getoogde muuropeningen. Ernaast stonden in de tweede helft van de 19de eeuw zeven evenwijdig gelegen blokken voor batterijen waarvan één, daterend van 1898, bewaard bleef. Rechthoekige bakstenen gebouw van zes traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (mechanische pannen). Travee-indeling door middel van lisenen; zijpuntgevels met hoeklisenen, getrapte bakstenen fries en daklijst met windborden. Steekboogvormige vensters bij zijgevels. Puntgevels met rechthoekige toegangspoorten onder steekboogvormig bovenlicht.

Koningslei: ten westen van voorgaande en haaks op Koningslei huidige turnzaal (ingericht in 1921) eertijds opslagplaats, van 1879. Rechthoekig gebouw met langszijden van vijftien traveeën en één bouwlaag onder overkragend zadeldak (mechanische pannen). Baksteenbouw, puntgevels met lisenen en rondboogfries en langsgevels met travee-indeling door middel van lisenen verbonden met steekbogen. Kleine steekboogvensters, enkele rechthoekige poorten.

Vaandelfront: ten noordoosten van voormalige blokken voor batterijen; manège van 1898, heden feestzaal. Rechthoekig gebouw met langszijden van dertien traveeën en één bouwlaag onder zadeldak. Baksteenbouw met travee-indeling door middel van lisenen. Eenvoudige friezen aan langszijden en getrapte aan puntgevels. Steekboogvensters, puntgevels met steekboogpoort en in top radvenster. Aan oostgevel ingangspoort geflankeerd door kleine aanbouwsels onder platte daken.

Prins Karellei: ten noordwesten van de officiersmess bevindt zich de mess van de onderofficieren. Rechthoekig gebouw met korte zijden van vijf traveeën en langszijden van negentien traveeën en één bouwlaag onder zadeldaken (kunstleien) van 1923, uitgebreid in 1970. Baksteenbouw met geaccentueerde hoektravee waartussen dieper liggende vleugel met open galerij op bakstenen sokkel met fraaie houten stutten. Zijpuntgevels met lisenen en baksteenfriezen. Rondboogvormige muuropeningen met gecementeerde omlopende omlijsting.

Prins Laurenslei: rechthoekig gebouw in 1922 gebouwd als theater en sinds 1923 filmzaal, gemoderniseerd in 1959; heden buiten gebruik. Baksteenbouw met zijgevels van acht traveeën en één bouwlaag onder overkragend zadeldak met windborden, aan oostzijde geflankeerd door rechthoekig gebouw van één bouwlaag onder zadel- en lessenaarsdaken (kunstleien), van 1922. Westvleugel met rechthoekige en steekboogvormige verdiepte muurvlakken waarin steekboogvormige muuropeningen. Oostvleugel met ijzeren vakwerk en hoger opgetrokken middenbeuk onder zadeldak, zijbeuken onder lessenaarsdaken. Rechthoekige muuropeningen.

Prins Laurenslei: symmetrisch opgebouwd U-vormig kazernegebouw met gras begroeide binnenkoer. Deze kazerne werd opgebouwd in 1922 en had twee bouwlagen, derde bouwlaag van 1953. Bestaande uit: noord- en zuid- L-vormige vleugels van drie bouwlagen onder zadeldaken (mechanische pannen), bij toegang tot binnenplaats geflankeerd door vierkante gebouwtjes van één bouwlaag onder aanleunend schilddak (mechanische pannen). Noord- en zuidvleugels aan oostzijde verbonden door rechthoekige vleugel van één bouwlaag onder zadeldak (kunstleien). Noord- en zuidvleugels met travee-indeling door middel van lisenen; vensters in rechthoekige verdiepte muurvlakken, borstweringen versierd met vierkante bakstenen panelen met baksteenmozaïek. Steekboogvensters. Overige gebouwen eveneens met lisenen, verdiepte muurvlakken en steekboogvormige muuropeningen. Meer ten noorden rechthoekige vervallen paardeninfirmerie van voormalige Remonte, van 1913. Centraal gebouw van drie traveeën en één bouwlaag onder zadeldak geflankeerd door poorttravee van één bouwlaag onder zadeldak met in verlengde rechthoekige stallinggedeelten (met aparte hokken) onder zadeldaken (mechanische pannen). Hoofdgebouw met lisenen en getrapte fries en stallingen eveneens met lisenen. Steekboogvormige muuropeningen.

Halenlei: vier vierwoonsten van 1914, gemoderniseerd in 1958. Gelegen in omhaagde tuinen. Rechthoekige gebouwen in neotraditionele stijl van twee bouwlagen onder zadeldaken (nokrichting parallel aan de straat, kunstleien). Baksteenbouw met gebruik van gekleurde baksteen voor banden en boogomlijstingen. Steekboogvormige muuropeningen.

Diksmuidelei, Zegelei en Luiklei: grotere landhuisachtige tweewoonsten voor officieren, in grote met gras begroeide tuinen, daterend van 1921 en 1922, in vereenvoudigde cottagestijl met gebruik van bepleisterde bovenste bouwlaag en stijlen. Aantal in neotraditionele stijl.

Fort, ten westen van het Klein Schietveld kan vergeleken worden met een betonnen trapezium omringd door een met water gevulde gracht. Fort van tweede orde van beton met een centrale pantsertoren voor twee kanonnen met loopdiameter van 15 cm, doch met aangehechte vooruitgeschoven reverscaponnière. Deze reverscaponnière is door een gebetonneerde ondergrondse gang met het voorfrontgebouw verbonden. Het tracé van het fort benadert de driehoek en alle constructies sluiten bij elkaar aan. In 1939 voorzien van een anti-tank-gracht beveiligd door bunkers. Door grondafgraving verschoof de linker vleugel.

Oostkwartier

Aan Sint-Jobsesteenweg met gebouwen aan de zuidrand van het Groot Schietveld. Gebied aangekocht tussen 1889 en 1894, ondertussen, werden de installaties van de artillerie overgebracht naar het nieuw schietveld. In 1893 voorzien van koepels met kanonnen voor de instructie van de vestingartillerie. Manege en vier paardenstallen gebouwd in 1914. Toen de cavalerieschool van Tervuren op 16 november 1921 overgeplaatst werd naar Brasschaat werden nog een grote manege, kazerne en tal van paardenstallen gebouwd. Dit vormde met de reeds in 1914 gebouwde gedeelten, een symmetrisch complex bestaande uit kazernes, paardenstallen en maneges, rechts geflankeerd door zeven parallelle paardenstallen waarvan er nog twee in bouwvallige toestand bewaard zijn. Een mess voor officieren en een paviljoen voor ongehuwde officieren kwam circa 1924 tot stand. Tussen 1929 en 1939 werden diverse schuilplaatsen opgetrokken in het Groot Schietveld. Gebouwen aan Sint-Jobsesteenweg grotendeels vernield in januari 1945 onder meer kazerne, manege, mess en zo meer. Na de Tweede Wereldoorlog werd dit kwartier het centrum voor experimenten en technische studies van de artillerie. De gebouwen werden aangepast aan de noden, zodat maneges en stallen verbouwd werden tot garages, ateliers, en zo meer. Kazerne in 1953 vervangen door het huidige U-vormige gebouw. sinds 1965 "Luitenant Coppens" genaamd.

Na de Tweede Wereldoorlog werd dit kwartier het centrum voor experimenten en technische studies van de artillerie. De gebouwen werden aangepast aan de noden, zodat maneges en stallen verbouwd werden tot garages, ateliers, enz. Kazerne in 1953 vervangen door het huidige U-vormige gebouw. sinds 1965 "Luitenant Coppens" genaamd.

Iets meer ten noorden van deze laatste staat nu nog een nagenoeg rechthoekig kazernegebouw (nok parallel aan de straat) van zestien traveeën en drie bouwlagen onder zadel- en tentdaken (zink), vermoedelijk gepland in 1914, in 1921 opgebouwd en in 1958 verbouwd, Baksteenbouw met hoekrisalieten van drie traveeën onder tentdaken. Eerste bouwlaag oorspronkelijk rondboogvormige muuropeningen in dito verdiepte gevelvlakken. Tweede en derde bouwlaag met lisenen verbonden door steekbogen. Penanten middenvleugel met verdiepte rechthoekige panelen. Aantal steigergaten. Steekboog- en enkele rondboogvormige muuropeningen.

Daarvoor symmetrisch geheel van vier parallelle paardenstallen (nok loodrecht op straat) daterend van 1914. Eén raakte niet afgewerkt in 1914 en werd voltooid in 1920. Kregen alle andere functies vanaf 1935. De twee kortste zijn rechthoekige bakstenen gebouwen van één bouwlaag onder zadel- daken (kunstleien). Hoger opgetrokken hoekrisalieten van één travee onder zadeldak. Lisenen en getrapte fries. Centraal steekboogvormig laadluik. Travee-indeling door middel van lisenen. Oorspronkelijk kleine gekoppelde steekboogvenstertjes. Langere rechthoekige bakstenen paardenstallen van één bouwlaag onder zadeldak, (kunstleien, golfplaten) met travee-indeling door middel van lisenen.

Aan noordzijde afsluitende paardeninfirmerie van 1923, verbouwd in 1948. Rechthoekig bakstenen gebouw van één bouwlaag onder zadeldaken (nok parallel aan de straat, kunstleien). Centraal hoger opgetrokken risaliet onder zadeldak, met rondboogvormig laadluik onder zadeldakje. Hoeken en penanten voorzien van lisenen. Rechthoekige muuropeningen. Ten westen rechthoekige paardenrenbaan van 1921. Baksteenbouw van één bouwlaag onder zadeldak (nok loodrecht op straat, zink). Korte gevels met verdiepte gevelvlakken waarin rondboogvensters. Zijgevel met travee-indeling door middel van lisenen en rechthoekige vensters.

Aan Sint-Jobsesteenweg voormalige manege van 1923, sindsdien meermaals verbouwd. Rechthoeekig bakstenen gebouw onder zadeldak (nok parallel aan de straat, zink). Westelijke voorgevel met travee-indeling door middel van lisenen: getrapte baksteenfries. Rechthoekige en rondboogvensters, centrale rechthoekige poort. Twee aarden heuvels met koepel en magazijn, van 1893. Dienden als oefenplaats voor de vestingartillerie. Koepels verwijderd in 1964 en heuvel voorzien van testbanen.

Verder bevinden zich in het kwartier nog zandkamers. Dit zijn constructies van gewapend beton omringd door zandheuvels en binnenin ook voorzien van zand. Dienden als schietstand voor de artillerie en dateren van 1914 en 1931. Worden heden (1984) herbouwd.

Het Groot en Klein Schietveld bestaan uit heide, moerassen, vennen waterplassen, dennenbossen en gemengde open en verwilderde dennenbossen. Voornamelijk de noordzone is botanisch en landschappelijk waardevol met zijn talrijke vennen.

  • BROEKMANS A., Waar de heide dreunt, Braschaat van heidegrond tot parkgemeente, Brasschaat, 1980, p. 305-322.
  • COOLSAET D., De landschappelijke waarde van de Brasschaatse heide, Forum, jg. IV, januari-februari 1974, p. 10-17.
  • DECOUR L., Lt.-col., Le polygone de Brasschaat, s.l., s.d.
  • HAVERMANS R., Militaire werken in polder en Kempen benoorden Antwerpen, Calmpthoutania, jg. XXIII, nrs. 1-2, p. 1-45.
  • S.N., De veldartillerieschool Brasschaat, s.l., s.d.
  • S.N., Kamp van Brasschaat 1820-1970, Brochure ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van het kamp.

Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n1 (A-He), Brussel - Gent.
Auteurs: Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Waarnemingen


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kamp van Brasschaat [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/120947 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.