is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Victorinstituut
Deze vaststelling is geldig sinds
Aan noordzijde van plein gelegen schoolcomplex, begrepen tussen Kasteeldreef (ten zuiden) en Begijnhof (ten noorden) met Broedersstraat in de as van de hoofdinkom.
Middelbare school opgericht in 1899 door de Broeders van Liefde uit Gent; tevens vakonderricht voor weesjongens, bloeiende lagere school en juvenaat; de instelling werd zowel door externen, internen als weesjongens bezocht. Middelbare school in 1924 vervangen door moderne humaniora.
Momenteel telt het Sint-Victorinstituut drie kleuterscholen, drie lagere scholen, een middelbare afdeling met alle mogelijkheden van de vroegere humaniora, een afdeling handel en een beroepsschool, dit alles zowel voor internen als externen, jongens en meisjes. De patroonheilige herinnert aan burgemeester Victor Van Hal, pastoor-deken Victor Adams en zakenman-weldoener Victor Glénisson, alle drie bij de stichting betrokken.
Oostelijk deel met rechthoekige omsloten binnenplaats, ingehuldigd op 21/9/1899, vervolledigd in 1909-1911, 1924, 1932, 1937, 1958. Symmetrisch opgebouwde voor- (ten zuiden) en zijvleugels (ten oosten en ten westen), respectievelijk dertig en achttien traveeën, drie bouwlagen en zadeldak (nokrichtingen parallel aan en loodrecht op de straat, mechanische pannen), in eclectische stijl met neotraditionele inslag.
Lijst- en puntgevels van baksteen en enkele constructieve onderdelen van arduin, aan straatzijde verlevendigd met gecementeerde muurbanden. Monumentaal uitgewerkt front met vooruitgeschoven inkompartij (midden) en zijvleugels (links en rechts), heden ingevuld met ondiepe voortuinen en ijzeren hekken (voorheen met bakstenen muur waardoor kleine speelplaatsen werden afgebakend), geaccentueerd door puntgevels met aandak, schouder- en topstukken en trapsgewijs beëindigd spaarveld; in rondboognis boven inkom, beeld van Sint-Victor van Xanthen door K. Seuntjens, op nok octogonaal houten klokkentorentje met ingesnoerde leien spits en smeedijzeren kruis; vernieuwd portaal naar ontwerp van architect L. Nuyens, 1994.
Begane grond en tweede bouwlaag met rechthoekige vensters onder latei en ontlastingsboog, veelal met origineel houtwerk, derde bouwlaag met kleinere segmentboogvensters. Verticaal ritmerende, ranke verluchtingsschouwen aan voor- en zijgevels. IJzeren kruis op voormalige kapel ten westen, windvaantje op voormalige turnzaal ten oosten.
Soberder uitgewerkte zij- en binnenplaatsgevels met zichtbare ankers, segmentboogvensters met deels vernieuwd houtwerk en beëindigende tandlijst; binnenplaats met omlopende luifel. Van meet af aan beschikte het instituut over centrale verwarming en stromend water dat manueel werd opgepompt, zie het waterreservoir in uitbouw achter de inkom.
Vestibule, ingericht in 1934, met muurschildering "Christus beheerst het leven van de Kempen" door de Turnhoutse schilder Broeder Maximus, van 1937. Andere werken van Broeder Maximus in inkomhal en raadzaal. Westelijke zijvleugel met mooie trap met arduinen treden, getorste houten trappaal, art-nouveaugetinte smeedijzeren leuning, houten handgreep.
Noordzijde afgesloten met modernistisch gebouw naar ontwerp van architect Verbruggen, 1937, ter vervanging van voormalige werkplaatsen van technische en beroepsafdelingen. T-vormige vleugel van negen traveeën en twee bouwlagen met uitgebouwde feest- en filmzaal, onder plat dak; bruine en gele bakstenen lijstgevels, op de tweede bouwlaag met metalen galerij; kenmerkende kozijnramen voorzien van horizontaal gelede bovenlichten en kordonvormende tussendorpels over de volledige gevelbreedte; risalietvormende, hoger opgetrokken middenpartij ter hoogte van de feestzaal met geblindeerde, gekoppelde vensters in arduinen omlijsting en bekronend arduinen Heilig Hartbeeld door A. Van Parijs, ingehuldigd in 1938. Interieur afgewerkt met fineer en kenmerkende gebogen balkonleuning; glasramen van circa 1936, afkomstig van vroeger inkomgebouwtje.
Aan westzijde, L-vormig klooster in nieuwe zakelijkheid, 1936-1937, met vleugels van vijf traveeën en één of twee bouwlagen onder plat dak; gele en bruine bakstenen lijstgevels; kenmerkende afwisseling van horizontale en verticale metsellagen in Vlaams verband met geprononceerde lintvoeg; rechthoekige vensters met onderdorpels van zwarte faience; oostvleugel met typische houten kozijnramen (schuiframen) met horizontaal geleed bovenlicht en zwaar omlijste inkom; westvleugel met centrale halfcirkelvormige uitbouw en sleufvormige vensters in de trapzaal.
Vrijstaande westkapel in neoromaanse stijl, ingezegend in 1910, ter vervanging van oorspronkelijke in het hoofdgebouw. Monumentale, basilicale gebedsruimte met koor naar het westen; rechthoekig grondplan met schip en zijbeuken van vijf traveeën, ingebouwd transept van één travee, koor van één travee met vlakke sluiting. Bakstenen lijst- en puntgevels (voorgevel, koor, transept) met dito gele en zwarte banden en hoekblokken van witte natuursteen, onder zadel- en lessenaarsdak (kunstleien); segmentbogige spaarvelden waarin gekoppelde rondboogvensters en roosvensters met maaswerk; rondboogdeur in de rechter zijbeuk.
Bepleisterd en beschilderd interieur met kruisribgewelven en gordelbogen op consoles; korfboogarcades op zuilen met hoge, polygonale marmeren sokkel en composietkapiteel, ter hoogte van het koor vervangen door pijlers.
Mobilair: Hoofd- en zijaltaren in gepolychromeerde witte natuursteen naar ontwerp van architect P.J. Taeymans, afkomstig van de voormalige parochiekerk van Zevendonk, genstalleerd in 1989; het altaarstuk, een schilderij met verrijzenisengel door A. Wiertz is niet meer in situ aanwezig; oorspronkelijk altaar, communiebank, koorgestoelte en bidbanken in de jaren 1960 verwijderd, evenals door Broeder Maximus geschilderde kruisweg. Nog bewaard Heilig Hartbeeld. Neoclassicistische orgeltribune met orgel van 1955 door G. D'Hondt (Herselt), waaronder twee biechtstoelen.
Verder naar het westen toe, sporthal van 1980 en lagere school (Kasteeldreef nummer 2) van 1970 naar ontwerp van architect C. Vanhout, P. Schellekens, L. Jansen en R. Schiltz, volgens gevelsteen in de inkomhal, ter vervanging van voormalig Sint-Petrusgods- en weeshuis, 1854-1856 naar ontwerp van provinciaal architect E. Gife, gesloopt in de jaren 1960.
Behouden kapel, heden jeugdlokaal, met schip van vier traveeën en lager koor van één rechte travee en driezijdige sluiting, in eclectische stijl met neoromaanse inslag. Bak- en zandsteenbouw onder zadeldak (mecanische pannen, kunstleien). Puntvormige voorgevel met aandak en kruis, zijgevels geritmeerd door versneden steunberen aan weerszijden van gekoppelde rondboogvensters. Aangepast interieur.
Bron: DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 1997: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Turnhout, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Turnhout
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Victorinstituut [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/12096 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Turnhout
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.