Voormalige tijkweverij en verblijfplaats voor werknemers van de blekerij Borghs; van 1901 tot 1919 gebruikt als buitenverblijf door het Sint-Victorinstituut; momenteel op initiatief van de heer P. Dierckx gerenoveerd als vierdewereldtehuis.
Vrijstaand complex opklimmend tot de eerste helft van de 19de eeuw, zie onder meer de Vandermaelenkaart van 1854; in 1864, aanvraag voor het bijbouwen van de uiterst zuidelijk gelegen, nog bestaande werkplaats, naar ontwerp van architect Ch. Stynen.
Aan elkaar geschakelde gebouwen parallel aan de baan, in eclectische stijl met neogotische inslag; van noord naar zuiden, woonhuis/werkplaats van drie traveeën in de puntvormige kopgevel, drie in de langsgevels en twee bouwlagen onder aan erfzijde overkragend zadeldak; lagere aansluitende bijgebouwen van één bouwlaag met voormalige potstal van drie traveeën en een reeks arbeidershuizen (huisvesting voor seizoenarbeiders), samen negen traveeën, onder doorlopend zadeldak, met overkragende kroonlijst en windbord aan de straat; ten slotte een aan de erfzijde uitspringende, iets hoger opgetrokken pre-industriële werkplaats van twee brede traveeën in de langsgevels, drie in de kopgevel en één bouwlaag onder afgewolfd zadeldak (nokrichting loodrecht op de straat).
Verankerde bakstenen gebouwen met decoratief gebruik van gesinterde steen en dakbedekking met Vlaamse pannen. Vooral de kopgevels zijn bijzonder fraai afgewerkt met driekwartronde hoektorentjes, aan de noordzijde uitgewerkt als een volwaardige traptoren met spitsboogvensters, pseudo-schietgaten en een licht uitkragende bovenbouw, voorheen met spits; de ertegenover liggende hoek is afgewerkt met een slanke schoorsteen. Getande, gekanteelde en gekorniste sier- en druiplijsten aangebracht rond de verschillende, voornamelijk boogvormig uitgewerkte muuropeningen, onder de daklijst of ter aanduiding van een gevelgeleding; straatzijde bovendien met decoratieve panelen. Gedeelteljk bewaard origineel houtwerk, onder meer vensters met ruitvormige roedeverdelingen.
- Stadsarchief Turnhout, Bouwaanvragen, Huizen algemeen, 1864, verg. 13/5/1864.
- Gegevens verstrekt door P. Dierckx en L. Van Dyck, directeur van St.-Victor.