Geografisch thema

Diegem

ID
14285
URI
https://id.erfgoed.net/themas/14285

Beschrijving

Gemeente in de Woluwevallei, sinds 1 januari 1977 deelgemeente van Machelen en gelegen ten zuiden ervan. Voorheen kleine, maar landelijke woongemeente met een oppervlakte van 547 ha, in de loop van de tweede helft van de twintigste eeuw voor een deel verstedelijkt en sinds 1976 nagenoeg volledig gedomineerd door een monumentaal knooppunt van autowegen ten oosten van het centrum; deze verkeerswisselaar geeft aansluiting op de Brusselse Ring waarvan de aanleg startte in 1959 en die zorgt voor een directe verbinding tussen de hoofdstad en de nationale luchthaven te Zaventem; het oostelijke deel van de gemeente bestaat hoofdzakelijk uit bedrijvenzones langs de Woluwelaan en de autoweg Brussel-Zaventem; in het noordoosten wordt het uitzicht sterk bepaald door de zich nog steeds uitbreidende infrastructuur van de luchthaven; het zuidoostelijke deel wordt geleidelijk volledig ingepalmd door het "Airport Businesspark" met onder meer aanverwante bedrijven en verblijfsaccommodatie. Van west naar oost wordt het grondgebied doorsneden door de spoorlijn Brussel-Leuven, opengesteld in 1866; ten noordwesten hiervan ligt de oude dorpskom, het zuidwesten wordt ingenomen door woonwijken uit de tweede helft van de twintigste eeuw. De hoofdassen van de gemeente worden gevormd door de Haachtsesteenweg en de Woluwelaan, respectievelijk van zuid naar noord en van west naar oost. De Woluwelaan werd na de Tweede Wereldoorlog aangelegd op de in 1937-1938 gekanaliseerde en overwelfde gelijknamige beek. Net ten noorden van de verkeerswisselaar liggen de geïsoleerde resten van het gehucht Diegem-Lo met een eigen parochiekerk toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Smarten; deze thans nog kleine woonkern wordt geleidelijk ingepalmd door de uitbreiding van de luchthaven en zit als het ware geprangd tussen deze laatste en genoemde verkeerswisselaar.

Het reliëf van Diegem is licht golvend met de lager gelegen Woluwe die de gemeente van oost naar west doorkruist; aan weerszijden van de Woluwe ligt een helling die overgaat in een hoogvlakte, het Loland ten noorden en Harenheide ten zuiden.

De Woluwe(beek) ligt aan de basis van het ontstaan en de ontwikkeling van Diegem; ze doorkruist de gemeente vanaf de grens met Zaventem in het oosten en verlaat het grondgebied te Machelen ten noordwesten van Diegem. Diegem dankt zijn ontstaan aan de "Voorde", een overgang van de waterloop waar van oudsher de wegen van Brussel naar Mechelen en Brussel over Aarschot naar Keulen samenkwamen, het huidige kruispunt van de Woluwelaan met de Oude Haachtsesteenweg. Volgens J. Verbesselt was de Keulse Baan, die door de dorpskern liep in de Hoge Middeleeuwen belangrijker dan de Mechelse Baan die door de velden ging en de hoofdweg vormde van Diegem. Oorspronkelijk mondde de Woluwe ter hoogte van de aanlegplaats "Diegemse Ham" uit in de Zenne; in 1208 werd de bedding verlegd en werd de waterloop via een kunstmatig kanaal vanaf haar oude monding, via Machelen afgeleid naar het centrum van Vilvoorde om daar de hertogelijke molens te voorzien van voldoende waterdebiet. Ook in Diegem waren talrijke watermolens op de Woluwe; ontstaan als graan- en smoutmolens, werden ze in de vijftiende en de zestiende eeuw omgebouwd tot papiermolens, daarna tot poedermolens en in de negentiende eeuw evolueerden ze tot papierfabrieken en leerlooierijen. De Woluwe was in aansluiting op de Zenne tevens een belangrijke vervoersweg voor de lokaal ontgonnen Lediaanse zandsteen. Al van in de Middeleeuwen werden hier steengroeven uitgebaat. Geleidelijk verwierf de Diegemse steen grote vermaardheid. Vooral in de vijftiende eeuw werd het "steenwerc van Dyedeghem" sterk gewaardeerd in Brabant. Vele gebouwen in de omgeving, waaronder ook de eigen kerk en het dorpskasteel werden uit de plaatselijke steen opgetrokken. Kwaliteitssteen vond gretig aftrek in Brussel voor de opbouw van kerken en paleizen; afval werd gebruikt door de lokale inwoners. Tot op heden zijn nog talrijke sporen van zandsteengebruik in het straatbeeld aanwezig. In de periode 1937-1938 werd de Woluwe gekanaliseerd en overwelfd; op deze voorheen belangrijke waterweg werd na de Tweede Wereldoorlog de Woluwelaan aangelegd. Nadat de Woluwe was ingebed, staakten ook de laatste nog in werking zijnde watermolens hun bedrijvigheid. Thans is de Woluwelaan uitgegroeid tot een belangrijke verbinding tussen de grote verkeersaders rond Brussel.

De oudste vermelding van Diegem als "Dydenghem", mogelijk in de betekenis van woonplaats bij het moeras, klimt op tot het begin van de dertiende eeuw (1223). Toch wijzen archeologische vondsten waaronder een neolithische vuistbijl, een Gallo-Romeins grafveld uit het einde van de tweede of het begin van de derde eeuw, een Merovingische urne uit de zevende eeuw en een Karolingische muntschat uit de negende eeuw op menselijke aanwezigheid en/of activiteit in de betreffende periodes. J. Verbesselt poneert het bestaan van aanvankelijk drie, later vijf Frankische nederzettingen, in het bijzonder Diedegem, Kuddegem, Wedelgem, Nijpenzele en Poesele; dit zou betekenen dat Diegem vanaf de vierde eeuw een concentratie van hoven had, gelegen langs de Woluwe. In de eerste helft van de negende eeuw werd het domein Diegem-Heembeek vermoedelijk via een keizerlijke schenking één van de domeinen van de Rijksabdij van Cornelimunster op de Inde bij Aken, die gesticht werd in 1814 in opdracht van Lodewijk de Vrome. Net als andere domeinen van deze abdij lag Diegem aan een belangrijke rivierovergang met wegenknooppunt. In de dertiende eeuw, tussen 1273 en 1280, kwamen de regalia-, leen- en cijnsrechten als erfelijk leen in het bezit van de hertogen. Zij werden lokaal vertegenwoordigd door de heren van Diegem, achtereenvolgens verschillende adellijke geslachten, die tot in de veertiende eeuw ook nog afhankelijk waren van de abdij van Cornelimunster, de grondheer van het domein. Essentiële delen van het domein, zoals de Duivenmolen, enkele gronden en de tienden, bleven tot in de achttiende eeuw rechtstreeks in het bezit van de abdij van Cornelimunster die haar goederen vermoedelijk in 1749 overdroeg aan de abdij van Helissem. De stichting van de kerk moet, nog steeds volgens J. Verbesselt, gesitueerd worden voor de invallen van de Noormannen in Cornelimunster in de jaren 881 en 892. Domein en parochie waren oorspronkelijk een eenheid en het kerkelijke patrimonium bleef volledig in het bezit van de abdij tot na het concilie van Trente (1545-1563).

Het vroeger landelijke Diegem met de Woluwebeek, de talrijke watermolens, enkele kastelen, bossen, moerassen, vijvers, weiden, akkerland en steengroeven, maakte plaats voor een verstedelijkte woonkern die gedomineerd wordt door drukke verkeerswegen, industrieën en diensten inherent aan de onmiddellijke nabijheid van de luchthaven van Zaventem. De huidige bebouwing bestaat hoofdzakelijk uit doorsneewoningen uit de negentiende en de twintigste eeuw; vooral in de tweede helft van de twintigste eeuw ontstonden talrijke nieuwe wijken zoals de Drielindenwijk ten zuiden van het centrum en de spoorlijn; daarnaast werden ook talrijke huizen onteigend en gesloopt voor de uitbreiding van de luchthaven en de verkeersinfrastructuur rondom de hoofdstad. De eerste sociale woningen werden gebouwd in 1924 aan de Lodewijk De Greefstraat op initiatief van de bouwmaatschappij "Diegem-Uitbreiding", opgericht op 11 juli 1922, en bleven tot op heden, zij het licht aangepast, bewaard. Nadien volgden onder meer de wijk "Schetsveld" in het uiterste noordwesten gebouwd in het midden van de jaren 1950 onder leiding van architect Karel Roelants uit Machelen en de wijk "Degeyndtgaarde" in de jaren 1960 opgericht op de helling tussen de Zaventemsesteenweg en de Woluwelaan, onder leiding van dezelfde architect. Opvallend in het straatbeeld zijn de talrijke gecementeerde gevels uit het einde van de negentiende of het begin van de twintigste eeuw, waarbij de naam en het adres van "de cementeerder" vaak vermeld staan. Opmerkelijk zijn bovendien de fragmenten, muuronderdelen en/of volledige muren van zandsteen, soms mogelijk wijzend op een oudere kern zoals in de Vander Aastraat nummers 2 en 4 met plint van breuksteen en verankerde zandstenen zij- en achtergevels en in de Kosterstraat nummer 6. Elders verwijst het veelvuldige gebruik van zandsteen in onder meer plinten en zijmuren, naar de eertijds hier uitgebate zandsteengroeven, waardoor het materiaal overvloedig aanwezig was. Karakteristiek voor de omgeving zijn de muurvlakken van zandsteen met contrasterende pseudo-vlechtingen van baksteen, vermoedelijk een regionaal versieringselement.

  • BOULET E., Diegem in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1973.
  • Kuierend door Midden-Brabant. De Witloof- en druivenstreek, Winksele, 1987.
  • LAUWERS J., Diegem, gemeente vol kontrasten, in Vlaamse Toeristische Bibliotheek, november 1976.
  • LAUWERS J., Diegem: zijn watermolens, zijn kasteelheren, zijn bedevaartkerk, Tielt, 1980.
  • VERBESSELT J., Het Parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13de eeuw. Deel XIII: Tussen Zenne en Dijle III, Pittem, 1964, p. 47-108.

Bron: KENNES H. met medewerking van STEYAERT R. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Machelen, Deelgemeenten Machelen en Diegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB3, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Steyaert, Rita; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Alfons De Cockplein

  • Omvat
    Banmolen De Cleyne Molen

  • Omvat
    Begraafplaats

  • Omvat
    Broekstraat

  • Omvat
    Burgerhuis

  • Omvat
    Burgerhuis

  • Omvat
    Corneel De Ceusterstraat

  • Omvat
    Dorpswoningen

  • Omvat
    Eenlaags huisje

  • Omvat
    Ferdinand Campinestraat

  • Omvat
    Gemeentehuis van Diegem met school

  • Omvat
    Gildenhuis

  • Omvat
    Hoeve

  • Omvat
    Hoeve De Cleyne Molen

  • Omvat
    Hoeve van Nijpezeel met Duivenmolen

  • Omvat
    Industrieel complex

  • Omvat
    Lodewijk De Greefstraat

  • Omvat
    Lostraat

  • Omvat
    Margapaviljoen

  • Omvat
    Oude Haachtsesteenweg

  • Omvat
    Parochiekerk Sint-Catharina en Sint-Cornelius

  • Omvat
    Pastorie

  • Omvat
    Pastorie Sint-Catharina en Sint-Corneliusparochie

  • Omvat
    Schoolcomplex van 1924

  • Omvat
    Stationsstraat

  • Omvat
    Vander Aastraat

  • Omvat
    Villa

  • Omvat
    Zandstenen afsluitingsmuur gemeentepark

  • Omvat
    Zeventiende-eeuwse kapelanie

  • Is deel van
    Machelen


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Diegem [online], https://id.erfgoed.net/themas/14285 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.