Geografisch thema

Knokke - Oude Woonkernen

ID
14402
URI
https://id.erfgoed.net/themas/14402

Beschrijving

In het midden van de 19de eeuw is de parochie "Knocke" een landelijk, afgelegen gebied, aan noordelijke zijde beschermd door dijken. Het gebied is nauwelijks verbonden met het binnenland. De dorpskern is gelegen bezuiden een brede duinenrij met de Blinckaert en de Brabantse Panne, ongeveer anderhalve kilometer van de kust. Naast de dorpskern zijn er woonkernen in de wijken Het Kalf (oudste buurt van de gemeente net ten zuiden van de Zeedijk of Graafjansdijk), Oosthoek (buurt onder de Zoutepolderdijk en de Nieuwe Hazegraspolderdijk), Zevenkote (buurt gelegen ten zuiden van de Oosthoek, aan de zuidoostkant van de Blinckaertduinen), Hazegras (gehucht langs de Sint-Paulusdijk, op de rand van de Nieuwe Hazegraspolder), De Vrede (op het kruispunt van de Graaf Jansdijk en de Sint-Paulusdijk) en Het Zoute. De nijverheden in de parochie zijn beperkt tot enkele molens, verspreid over de woonkernen, en een drietal steenbakkerijen.

De dorpskern van Knokke is gegroeid op het kruispunt van eeuwenoude wegen: de Dorpsstraat (huidige Sebastiaan Nachtegaelestraat), de "Weg naer Westcapelle" (Smedenstraat) en de zandweg naar Heist (Knokkestraat). In de 13de eeuw wordt op die plaats, aan de zuidelijke rand van de duinen, een kapel ingeplant, die wordt geïntegreerd in een kerk. In 1253 is deze bidplaats de doop- of parochiekerk van de nieuwe parochie "Sint-Catharine-ten-Cnocke". Tot midden 19de eeuw is de situatie in het dorp onveranderd gebleven: palend aan de kerk is een dorpspleintje waar een viertal straten uitkomen, waarvan enkel de Dorpsstraat en de Smedenstraat met enige bebouwing. Het pleintje, waaraan ook de dorpsmolen is gebouwd, doet dienst als marktplein en in 1855 wordt er een dorpsschool gebouwd. In de Smedenstraat kan men vanaf 1879 terecht voor vrij katholiek onderwijs.

Het grondgebied rond de dorpskern bestaat voor het grootste deel uit polders, gewonnen op de zee sinds de 11de eeuw. Gedurende de 17de en 18de eeuw vestigen heel wat mensen zich in het weinig gecultiveerde duinengebied ten noorden van de Graaf Jansdijk, wat in het begin van de 19de eeuw leidt tot een hoge concentratie van duinenhoevetjes of "postjes" in Het Kalf en in de Oosthoek.

Het Kalf is de oudste buurt van het grondgebied Knokke. De wijk is gekend om zijn "Kalfmolen", die op de Graaf Jansdijk wordt gebouwd in de 17de eeuw, om de "Grote Keuvelhoeve" en de "Vaucelleshoeve", die beide teruggaan tot de 13de eeuw, en de voormalige herberg "Het Kalf" die zou dateren van 1623. Oorspronkelijk wordt deze wijk de "Oosthoek" genoemd (cf. Ferrariskaart, 1770-1778); in de tweede helft van de 19de eeuw verschuift de naam noordwaarts naar de wijk rond het Sint-Paulusfort. Vanaf dan wordt de woonkern aan de Graaf Jansdijk genoemd naar zijn molen en herberg. De verbinding met het dorp van Knokke bestaat uit de weg aangelegd op de Graaf Jansdijk. In de 19de eeuw vormt de wijk rond de molen een belangrijke bewoningsconcentratie. Door de bevolkingsdichtheid wordt de herberg "Het Kalf" van ca. 1800 tot 1871 gebruikt als gemeentehuis. De wijk krijgt een eigen vrije meisjes- en jongensschool in de eerste helft van de 19de eeuw. Begin 20ste eeuw wordt een steenbakkerij in de Kalfwijk opgericht door F. Decuypere; stilgelegd met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. De meeste oude duinenhoeves zijn ondertussen verdwenen. In de buurt rond de molen zijn er enkele bewaard, nu opgenomen in het snel groeiende bestand vakantieverblijven rond de molen.

De Oosthoek ontstaat ten zuiden en ten oosten van het 17de-eeuwse Sint-Paulusfort. In de 18de eeuw staan in een straal van 500 m rond het fort reeds een tiental duinenhoevetjes. De verbinding met het dorp bestaat uit een zandweg tussen het fort en de Graaf Jansdijk, die in 1871-1872 wordt verhard (huidige Sint-Paulusstraat). Het oudste bewaarde gebouw in de wijk is de herberg "Vierwegen", naar verluidt 17de-eeuws. Alle andere lage woningen in de buurt worden vanaf het interbellum afgebroken, onder meer voor de uitbreiding van de aangrenzende villawijk Het Zoute. De laatste lage woning wordt in 1995-1996 afgebroken. De wijk is nu een woonbuurt, waar de kazerne van de Rijkswacht is gevestigd; rond het Oosthoekplein verschillende horecazaken. Het in 1931 gebouwde katholieke wijkschooltje met kapel wordt sinds 1980 niet meer gebruikt.

Zevenkote is een 19de-eeuwse wijk langs de weg tussen Oosthoek en de Graaf Jansdijk, bebouwd met een tiental kleine postjes (op een bepaald moment zeven, wat de naam verklaart). In 1880 opent de legendarische Moeder Siska in dit gehucht een herberg, vlakbij de molen van haar man. De molen is bekend als "De molen van Siska" of "De Oosthoekmolen". De herberg wordt beroemd om zijn hartvormige wafels en groeit uit tot een toeristische trekpleister van Knokke in de 19de eeuw. Nog steeds hebben nakomelingen van Siska eetgelegenheden in de buurt (o.m. Oosthoekplein). De herberg is verdwenen, maar de molen bestaat nog steeds, zij het opgenomen in een volledig nieuw gebouwde villawijk die Zevenkote nu is, met ten zuiden een eigen gemeenteschooltje van 1980.

Het landelijke gehucht Hazegras is ontstaan langs de Sint-Paulusdijk, een dijk tussen het Sint-Paulusfort en het Sint-Isabellafort, die in 1627 de (Oude) Hazegraspolder afsluit. In 1784-1785 worden de resterende Hazegrasschorren ten noorden hiervan ingedijkt door dijkgraaf F. Lippens, waardoor de Nieuwe Hazegraspolder ontstaat. Aan beide zijden van de Sint-Paulusdijk (huidige Hazegrasstraat) worden op het domein van Lippens enkele grote hoeves gebouwd, vlakbij de "Grote Stelle", een hoeve die teruggaat tot een middeleeuwse schapenterp. Dit gehucht is bewaard, de hoeves zijn opgenomen in een dorpsgezicht. Ten westen van de groep boerderijen, worden in de eerste helft van de 20ste eeuw de resten van het Bernardusfort genivelleerd voor de aanleg van een waterzuiveringsstation.

De wijk De Vrede groeit in de 19de eeuw rond de herberg "De Vrede". Op de kruising tussen de Hazegrasstraat (vroegere Sint-Paulusdijk) en de Graaf Jansdijk bevindt zich het in de tweede helft van de 17de eeuw ontmantelde Isabellafort. Voor eind 18de eeuw is hier enkel een afgelegen hoeve te vinden. Door de uitbating van de Nieuwe Hazegraspolder (1785) komt er meer leven in de buurt, er worden verschillende hoeves gebouwd. De hoeve wordt vanaf dan als herberg uitgebaat, genoemd "De Vrede", naar het Verdrag van Fontaineblau dat in 1784 vrede brengt in het grensgebied. Dit gehucht is gereduceerd tot enkele schaarse landbouwuitbatingen, waarvan nummers 1-3 teruggaan tot de oude hoeve-herberg.

De bevolking is ongeveer gelijkmatig verspreid over al deze woonkernen; pas circa 1850 treedt er een verschuiving op, als de kleine kern rond de Sint-Margarethakerk zich gaat uitbreiden.

De duinen ten westen van het dorp worden midden 19de eeuw verkocht aan C. Serweytens, die er een modelhoeve sticht. De gronden ten oosten, grosso modo de Zoutepolder, zijn eigendom van de familie Lippens.

Ingrepen van de overheid zorgen ervoor dat het duinengebied ten noorden van de dorpskern rond de kerk stilaan ontsloten wordt. In 1840 richt het Ministerie van Binnenlandse Zaken een houten barak op langs de kust, als onderkomen voor een boot voor de douane en de reddingsdiensten. In 1856 wordt vlakbij een telegraafkantoor gebouwd. In 1869 wordt de Zeeweg, een zandweg door de duinen van het dorp naar het kantoor, met hulp van de dorpsbewoners, gekasseid, wat de eerste getuige is van interesse voor het gebied ten noorden van het dorp. In 1871 wordt vlakbij de reeds bestaande gebouwtjes een vuurtoren gebouwd. Deze beeldbepalende, neogotische constructie vormt de basis waarrond het toerisme van Knokke ontstaat: er worden enkele drankgelegenheden ingeplant rond de vuurtoren om de toeristen te ontvangen die vanuit Heist langs de kustlijn wandelen. Langsheen de Zeeweg bereiken die het pittoreske dorp, wat ook daar veranderingen teweegbrengt. Een groep kunstenaars gegroepeerd rond A. Verwee zijn een belangrijke motor voor het toerisme: zij vestigen zich in de herbergen in het dorp, die stilaan omgebouwd worden tot hotels, voorbeeld herberg "De Swaene" (hoek Smedenstraat-Seb. Nachtegaelestraat), herberg-winkelhuis "Hotel Communal" en het molenaarshuis van Van Damme, dat in 1889 wordt uitgebreid tot "Prince Baudouin" en waar de kunstenaars een "Cercle d'Artistes" stichten. Pas in 1894-1895 wordt in het dorp een nieuwbouw opgetrokken als hotel, het neorenaissancistische "Hotel de la Couronne" in de Seb. Nachtegaelestraat.

A. Verwee richt in 1887 een bouwmaatschappij op met de kunstenaars L. Van Bunnen en H. Dumortier. Het consortium verwerft gronden in de duinen ten noorden van het dorp, en stelt een grootschalig verkavelingplan op. De Zeeweg, die in 1894 wordt omgedoopt tot Lippenslaan, vormt de centrale as waarlangs de rationele verkaveling wordt ontworpen. De ontwikkelingen die leiden naar de opbouw van de badstad Knokke, hebben verregaande gevolgen voor de structuur van het oude dorp: het dorp wordt ontsloten door aanleg van verkeerswegen, onder meer de tram en de trein, en het stratenpatroon van het dorp wordt gewijzigd door de aanleg van de nieuwe lanen in de badstad.

In 1889-1890 wordt de spoorweg voor de stoomtram Brugge-Westkapelle-Sluis aangelegd, met de vertakking Westkapelle-Knokke-Heist. Dit is een doorslaggevend element in de opkomst van het toerisme. Op het grondgebied van Knokke volgt de tram gr.m. het tracé van de huidige Graaf Jansdijk, De Klerckstraat, Gemeenteplein en S. Nachtegaelestraat. Het huidige Gemeenteplein is ingericht als de "Loskaai der Stoomtram". In 1902 wordt aan de "Naamloze Vennootschap van den Tramway van Knocke-aan-Zee" de vergunning verleend een tramspoor tussen Knokke-Dorp en Knokke-Zeedijk uit te baten. De eerste plannen in 1907 voor het aanleggen van een spoorterminus voor de trein aan de huidige Elisabetlaan, worden afgevoerd wegens protest van de dorpelingen, die een station in het dorp willen en niet in de badstad.

Begin 20ste eeuw is het aantal parochianen enorm gestegen; een uiting daarvan is de toevoeging van kruisbeuk en koor aan de Sint-Margarethakerk in 1905. In 1911 wordt in Knokke-Bad, langs de Lippenslaan, een groot nieuw stadhuis gebouwd, waardoor de vergaderingen in de herbergen van de verschillende woonwijken tot het verleden behoren.

Het succes van de badstad Knokke brengt nieuwe initiatieven tot stand op de gronden ten westen en ten oosten van het dorp: de "Société de Duinbergen" (1901) zorgt voor de opmaak van een urbanisatieplan door Stübben voor het meest westelijke duinengebied van de erfgenamen van Serweytens; in 1908 wordt de "Compagnie Immobilière le Zoute" opgericht die volgens dezelfde principes de gronden van de familie Lippens verkavelt.

In het interbellum gaat de bloei van de badstad - ten koste van het oude dorp - verder. De verbinding tussen Knokke en het binnenland wordt verder uitgebouwd. In 1926 wordt de spoorverbinding Brugge-Heist doorgetrokken tot in Knokke. Het station, een houten barak, wordt gebouwd tegenover de Sint-Margarethakerk. In 1932 wordt er een echt station opgetrokken. Het Dorpsplein wordt omgebouwd tot Maurice Lippensplein, waartoe de dorpsschool wordt afgebroken. Er ontwikkelt zich een opmerkelijke bouwwoede in de nieuw aangelegde straten. De noordzuidassen van Knokke-Bad worden tot in het dorp doorgetrokken om het station te bereiken en om nieuwe bouwgronden te creëren. Dit verandert het historische stratenpatroon drastisch: bij de aanleg van de Parmentierlaan in 1938 wordt de Kerkstraat ontruimd en rechtgetrokken, de bewoning verdwijnt samen met onder meer de pastorij, de Onze-Lieve-Vrouw-ter-Zee-kapel en de molen van bakker Lievens. De kerk wordt van afbraak gevrijwaard door een bescherming als monument. De westelijke stadsuitbreiding van Knokke, tussen Knokke-Bad en Duinbergen, op de voormalige gronden van Serweytens, wordt aangevat in het interbellum. In dat kader worden opnieuw verscheidene straten aangelegd, onder meer de Koningslaan en de Meerlaan, de verbinding tussen het oude dorp en het zogenaamde Albertstrand.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog worden de gebouwen in Knokke zwaar beschadigd. De kerk en het station worden grotendeels vernield en in de jaren 1950 allebei gedeeltelijk door nieuwbouw vervangen. De toren van de oude kerk wordt geïntegreerd in het nieuwe ontwerp.

Vanaf de jaren 1950 bestaat in heel Knokke de tendens om oude gebouwen te slopen en te vervangen door nieuwbouw. Ook in de oude woonkernen is dat het geval, met als belangrijk verschil dat hier niet wordt overgegaan tot massale appartementsbouw zoals in de badplaats. Er worden rond het dorp nieuwe woonwijken aangelegd en bescheiden burgerhuizen, bijvoorbeeld ten noorden van de Knokkestraat en ten zuiden van de Graaf Jansdijk. In het laatste kwart van de 20ste eeuw worden alle openbare diensten van Knokke samengebracht in het oude dorp: de politie, de brandweer, de post, het sport- en jeugdcentrum enzomeer, waardoor de dure gronden van Knokke-Bad volledig voor toerisme kunnen benut worden. Voor de bouw van beide laatstgenoemde gebouwen wordt het kasteel van Paul Parmentier afgebroken, opgetrokken in 1902 op gronden langs de huidige E. Verheyestraat.

Structureel. Het kerndorp van Knokke is gelegen ten zuiden van de huidige badstad. Het is gegroeid op het kruispunt van drie historische wegen, de huidige Smedenstraat, Knokkestraat en de Sebastiaan Nachtegaelestraat, waar in de 13de eeuw een bidplaats wordt ingeplant. De 17de-eeuwse toren van de oude Sint-Margarethakerk duidt nog steeds het centrum van het oude Knokke aan. Het gebied ten noorden van het dorp bestond integraal uit duinen. De andere oude woonkernen in het gebied bevinden zich ten oosten van het dorp, allemaal ten zuiden van de Sint-Paulusdijk. Ze zijn gegroeid als groeperingen van kleine duinenhoeves of postjes rond dijken aan de rand van polders en zijn meestal verbonden met elkaar of het dorp via straten op deze dijken. In enkele wijken is een molen gebouwd, nog aanwezig in Het Kalf en Zevenkote.

De oorspronkelijke bebouwing in de oude woonkernen bestaat uit duinenhoeves. Die zijn op enkele uitzonderingen na, allemaal verdwenen, behalve bijvoorbeeld aan de Kalfmolen, waar enkele van deze 18de- en 19de-eeuwse huizen zijn omgevormd tot vakantieverblijf. De alleroudste bebouwing bestaat echter uit grote polderhoeves, die teruggaan tot de middeleeuwen en toen in bezit waren van machtige abdijen die de hoeven verpachtten. De "Witte Hoeve", de "Grote Keuvelhoeve" en de "Vaucelleshoeve", ten zuiden van de Graaf Jansdijk, zijn hier voorbeelden van. Het gaat om hoeves met in oorsprong losstaande bestanddelen, door de eeuwen heen gedeeltelijk aaneen gebouwd, bijvoorbeeld "Witte Hoeve". De huidige bestanddelen zijn meestal 18de- of 19de-eeuws, gebouwd van witgekalkte, verankerde baksteen en zijn bedekt met pannen zadeldaken. Grote schuren aanwezig, enkel bij de Vaucelleshoeve bewaard. De "Grote Stelle", ten noorden van de Sint-Paulusdijk, is een gelijkaardige hoeve, met bestanddelen van de 18de eeuw. De hoeve gaat echter terug op een schapenhoeve, die in de 9de of 10de eeuw buiten het ingepolderde gebied wordt opgetrokken op een terp. De 19de-eeuwse hoeves, waarvan de best bewaarde in het dorpsgezicht in de Hazegrasstraat, bestaan meestal uit onbeschilderde, bakstenen losse bestanddelen.

De duinenhoevetjes zijn bijna allemaal verdwenen, de huidige basisbebouwing bestaat uit laat 19de-eeuwse of begin 20ste-eeuwse rijwoningen van twee traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak. Het gaat meestal om lijstgevels, maar in sommige straten is een opvallende aanwezigheid van topgevels. De gevels zijn meestal gecementeerd, soms met versieringen zoals bv. de accoladevormige figuren op de borstweringen van vensters. De 19de-eeuwse huizen vertonen meestal geen echte stijlkenmerken, tenzij een sobere neoclassicistische uitwerking. Een enkel voorbeeld van echte 19de-eeuwse stijlarchitectuur in het dorp is het "Hotel de la Couronne" van 1894, nu muziekschool (Seb. Nachtegaelestraat). In het interbellum gaat men verder met het bouwen van bescheiden dorpswoningen, opnieuw zonder gebruik te maken van de heersende architectuurstijlen, behalve dan enkele voorzichtige art-deco-elementen, voorbeeld vorm van de muuropeningen en gedeeltelijke cementering van de gevel, of cottagestijl. Uitzonderingen zijn de modernistische woningen in de Knokkestraat (nummer 678) en de Graaf Jansdijk (nummer 485). Deze stijl wordt veelvuldig toegepast in de nieuwe straten van de badstad, en wordt door de bouwheren van deze huizen meegenomen naar het landelijke gebied van Knokke.

De meeste huizen zijn in de tweede helft van de 20ste eeuw verbouwd of vervangen door doorsnee-architectuur. Zo zijn ook de kerk en het station in de jaren 1950 door nieuwbouw vervangen. De appartementsbouw is in enkele straten doorgedrongen, zij het op veel kleinere schaal en minder hoog dan in de badstad. Waar de villawijk van Het Zoute grenst aan het landelijk gebleven gebied, zijn villa's gebouwd. Ook in de oude woonkernen wordt meer en meer overgegaan tot de verkaveling voor villa's, voorbeeld aan het Kalf en Zevenkote. Een opvallend gebouw van kort na de Tweede Wereldoorlog is het kasteel "Witte Duiven Hoeveken" op de Graaf Jansdijk nummer 40, in een overdadige mengeling van neogotiek en cottagestijl. De oude woonkernen blijven tot nog toe de echte woonbuurten van Knokke.

  • COORNAERT M., Knokke en het Zwin: de geschiedenis, de topografie en de toponymie van Knokke met een studie over de Zwindelta, Tielt, 1974.
  • D'HONT A., Van Zwin tot polders, in: Cnoc Is Ier, Knokke, 1994.
  • LANNOY D., Knokke-Heist. Terugblik, Maldegem, 1998.

Bron: CALLAERT G., VANNESTE P. & HOOFT E. met medewerking van DE LEEUW S. & STRUYF J. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Knokke-Heist, Deel I: Deelgemeente Knokke, Deel II: Deelgemeenten Heist, Ramskapelle, Westkapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL4, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol; Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Knokke - Oude Woonkernen [online], https://id.erfgoed.net/themas/14402 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.