erfgoedobject

De Fintele

bouwkundig element
ID
121880
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/121880

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed De Fintele
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek De Fintele
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

Klein gehucht, ontstaan als handelsnederzetting, gelegen aan de samenvloeiing van de IJzer, Lovaart en de Grote Beverdijkbeek. De benaming is afgeleid van de overtoom of Winde die er vanaf circa 1100 stond opgesteld en waarrond het gehucht zich ontwikkelde. Voor de uitvinding van de schutsluis waren de bevaarbare waterwegen immers ingedeeld in panden met een verschillend waterpeil die van elkaar gescheiden werden door gronddammen. De vaartuigen werden dan met een touw in een ingevette goot door een houten rad met windas over deze gronddammen getrokken. Een dergelijke overtoom, ook wel 'windele' of 'overdracht' genaamd, stond ook in de Fintele opgesteld op de Veurne Ambachtsedijk ter hoogte van het huidige café "AU BIENVENUE", confer Fintele nummer 15. Dankzij een tekening van 1826, gemaakt door de schilder J. Malbrancke (Lo), beschikken we over een duidelijk beeld van deze overtoom, die in het geval van de Fintele door mankracht werd aangedreven. Een geleidelijke verschuiving van Windhille, samengesteld uit Winde en Hille, naar Windele resulteerde uiteindelijk in de benaming de Fintele.

Circa 12de eeuw: vermoedelijk ontstaan van het gehucht de Fintele. Bij de aanleg van de Veurne Ambachtsedijk ten noorden van de IJzer dient een overtoom te worden opgericht, waarrond zich geleidelijk een kleine nederzetting ontwikkelt. Sommige auteurs plaatsen het ontstaan van de Fintele echter pas in de tweede helft van de 13de eeuw in het kader van de infrastructuurwerken uitgevoerd aan de IJzer op initiatief van de gravin Margaretha van Constantinopel. De eerste vermelding klimt evenwel maar terug tot 1373.

13de-15de eeuw: de overtoom van de Fintele vormt een leengoed afhankelijk van de Burg van Veurne. Dit leengoed, dat wellicht een belangrijke rol speelt in het woltransport richting Ieper, blijft tot in de 16de eeuw in handen van de familie van Pollinkhove.

16de eeuw: in 1562 koopt Jan van Clichthove, de landhouder van de kasselrij Veurne-Ambacht, het leen van de overtoom. Tijdens de godsdiensttroebelen wordt de 'overdracht' in 1581 door de Malcontenten vernietigd. Een drietal jaar later is de overtoom na de nodige herstellingen al opnieuw in gebruik.

17de eeuw: in het kader van het Spaans-Franse conflict wordt in 1649 ten zuiden van de overtoom door de Spanjaarden een 'redoute' ingeplant. In 1661 komt de overtoom in handen van de kasselrij van Veurne-Ambacht, die het na een korte eigenaarswissel in 1707 opnieuw in handen krijgt.

18de eeuw: de Ferrariskaart (1770-1778) biedt ons een duidelijk beeld van de Fintele tijdens het laatste kwart van de 18de eeuw. Het gehucht telt op dat ogenblik een 35-tal gebouwen verspreid langs beide zijden van de Lovaart, die dan nog een scherpe bocht naar het oosten maakt vooraleer de IJzer te bereiken .

19de eeuw: bij infrastructuurwerken aan de Lovaart in 1820 beslissen de Hollandse bewindvoerders de Lovaart ter hoogte van de Fintele recht te trekken en de voormalige overtoom te vervangen door een schutsluis. Het verdwijnen van de overtoom heeft een belangrijke invloed op de Fintele: tegen het midden van de 19de eeuw is de bewoningsconcentratie reeds gehalveerd, cf. kaart Ph. Vandermaelen (circa 1850). De 'dode arm' van de Lovaart wordt pas in de loop van de 20ste eeuw gedempt, confer brug langs de IJzer.

20ste eeuw: ondanks de gerichte bombardementen van de Duitsers ondervindt het gehucht zowel tijdens de Eerste als de Tweede Wereldoorlog slechts geringe schade. Door het terugvallen van het transport via de Lovaart en de IJzer na de Tweede Wereldoorlog, verliest de schutsluis geleidelijk aan economisch belang, waardoor ook de bewoningsconcentratie verder afneemt.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, Archief, nummer 430.
  • DE BAEKE S., Terugblik: Lo, Pollinkhove, Reninge, Noordschote, Beelden die spreken, 1992, p. 66-68.
  • MORLION K. , De Fintele, waar verleden, heden en toekomst elkaar ontmoeten, 1991.
  • TERMOTE J., HIMPE K., Cultuurhistorische inventarisatie watergebonden bouwkundig erfgoed, Advies inzake conservering, restauratie en eventuele reconstructie in het kader van het landinrichtingsproject ‘DE WESTHOEK’, 2001, p. 107-111.
  • VANMASSENHOVE L., De Geschiedenis van Pollinkhove vanaf MCM tot en met MCMLII, 1952, p. 50-53.

Bron: VANNESTE P. met medewerking van MISSIAEN H. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Lo-Reninge, bestaande uit deelgemeenten Lo, Noordschote, Pollinkhove en Reninge, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL14, onuitgegeven wekdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: De Fintele [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/121880 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.