De Sint-Pieters-Tuinwijk is gelegen tussen de Blankenbergse Steenweg, Sint-Pieterszuidstraat, Sint-Pietersnoordstraat en Beekweg. In 1923 koopt de stad Brugge een perceel grond om er 96 sociale woningen op te richten, de Brugse Maatschappij voor Goedkope Woningen staat in voor het bouwen van de huizen. Er worden vijf nieuwe straten ontworpen, namelijk de Sint-Pietersnoordstraat, Sint-Pieterszuidstraat, Sint-Pietersplein, Pleinstraat en Beekweg zogenaamd naar het hier lopend beekje. De woningen zijn allemaal gegroepeerd rondom het centrale binnenplein.
Het geheel komt fasegewijs tot stand, de eerste achttien woningen dateren van 1923. Het tuinwijkcomplex is toegankelijk aan de Blankenbergse Steenweg via een inrijpoort met gevelsteen met datum "1923" en een inrijpoort aan de Beekweg. De bouwmaterialen en vormgeving van het ensemble zijn geïnspireerd op de "historische" voorbeelden uit de 16de en 17de eeuw. Er wordt enige variatie gebracht in huis- en geveltypen en de vorm van de muuropeningen. Beschilderde gevels van verankerde baksteen van twee à drie traveeën en één à twee bouwlagen onder zadeldak. De lijstgevels worden gecombineerd met een centrale tuitgevel of een dakvenster telkens voorzien van rondboogvensters. Sommige met erkeruitbouwen.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 593/1923.
SCHOUTEET A. 1977: De straatnamen van Brugge. Oorsprong en betekenis, Brugge, p. 198.
Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. met medewerking van DENDOOVEN K. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Brugge, Deelgemeenten Koolkerke, Sint-Jozef en Sint-Pieters, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL12, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)