Geografisch thema

Hertsberge

ID
14715
URI
https://id.erfgoed.net/themas/14715

Beschrijving

De deelgemeente Hertsberge telt 1.760 inwoners (01/01/2007) en heeft een oppervlakte van 1.116 hectare. Sinds 1 januari 1977 vormt Hertsberge, samen met Oostkamp, Ruddervoorde en Waardamme, de fusiegemeente Oostkamp. Hertsberge grenst ten noorden aan de deelgemeente Oostkamp, waarbij de grens wordt gevormd door de Papenvijversstraat, de Hazelaarstraat en de Bornebeek. In het westen vormt de Scharestraat de grens met de gemeentes Ruddervoorde en Waardamme. Ten oosten grenst Hertsberge aan Beernem en ten zuiden aan Wingene. Arrondissement, kanton en bisdom Brugge.

Fysisch-geografische gegevens

Fysisch-geografisch behoort Hertsberge tot Zandig Vlaanderen en meer specifiek tot het Houtland. Centraal situeert zich het dallandschap van de Rivierbeek. Ten oosten verheft zich een zandige cuesta of asymmetrische heuvelrug die zich als zogenaamd erosiereliëf uitstrekt van Hertsberge tot Lotenhulle en waarop zich de zogenaamde oude veldgebieden van Aalter (zie Bulskampveld) bevinden. Ten westen, nabij de Papevijvers, strekt zich een lage heuvelrug uit tussen de Hertsbergebeek en de Waardammebeek (respectievelijk oostelijke en westelijke bovenloop van de Rivierbeek). Hierop bevinden zich eveneens oude veldgebieden (zie Kampveld).

De bodem is hoofdzakelijk samengesteld uit zandgronden uit het Eoceen (40 tot 70 miljoen jaar oud). In de valleien komen klei- en natte zand en licht zandleemgronden voor. Hertsberge heeft een zacht glooiend landschap met hoogteverschillen die variëren van circa 10 meter boven zeespiegelniveau in de vallei van de Hertsbergebeek tot circa 24 meter in het oosten, naar het Bulskampveld toe. Het reliëf neemt af ten noorden van het grondgebied, naar het samenvloeiingspunt van de Hertsbergebeek met de Waardammebeek toe.

De beekstelsels met vrij brede valleien en een sterk meanderend patroon, wateren in essentie noordwaarts af naar het kanaal Gent-Oostende (vroegere stroomgebied van de Zuidleie). Het bovenstroomse gebied van de Rivierbeek-Hertsbergebeek is sterk vertakt, enerzijds door de Oude Blauwhuisbeek/Blauwhuisbeek (grotendeels rechtgetrokken bij ruilverkaveling) ten oosten, anderzijds door de Ringbeek en de Poversbeek ten zuiden. Een beperkt gedeelte, nabij de grens met Beernem, watert noordoostwaarts af via de Bornebeek.
Bossen of bosrestanten situeren zich in essentie op de vroegere veldgebieden (zie Algemene geschiedenis van de veldontginningsgebieden) in het oosten en het westen van de gemeente, alsook in beperktere mate in de beekvalleien.

Hertsberge is gelegen langs de eeuwenoude oost-westas de Proosdijstraat (N386), de verbindingsweg tussen Beernem en Aartrijke. De Proosdijstraat scheidt ook de noordelijke, (eerder) op landbouw geënte helft met verspreide (hoeve)bebouwing af van de zuidelijke woonkern. Drie straten, de Proosdijstraat, Lodistraat en de Wingensestraat vormen ten zuiden van de Proosdijstraat een rechthoek waarin en waarlangs de oudste woonkern zich situeert. Een ander woonpark is het zuidelijk gelegen Bulskampveld, gevestigd in voormalig bosgebied en dat ten zuiden overgaat in het Provinciaal Domein Lippensgoed Bulskampveld op grondgebied Beernem.

HISTORISCHE INLEIDING

Oudste geschiedenis

Over de oorsprong van de naam Hertsberge doen twee verklaringen de ronde. Volgens de eerste is de naam afkomstig van "Herdes-berge", wat schuilplaats voor de herders betekent. De andere verklaart dat de naam komt van het Germaanse "hirutas", afgeleid van "hiruta" (hert) en "berga" (berg), een schuilplaats voor herten. Deze laatste verklaring wordt mogelijk bevestigd door het schild van Hertsberge, waarop twee herten staan, geplaatst op een bareel.

De oudste gegevens over Hertsberge zijn erg twijfelachtig. De gronden van Hertsberge zouden in oorsprong eigendom zijn geweest van de Franse koning en van zijn leenman, de graaf van Vlaanderen. Sommigen bronnen vermelden dat in 867 kapelaan Walgarius een kapel op het latere grondgebied van Hertsberge - voorloper van de proosdijkapel (zie Proosdijstraat nummer 38) - schenkt aan zijn meester Evrardus, hertog van Frioul, heer van Cysoing, prins van Picardië en graaf van Kleef. In 849 had Evrardus in Cysoing namelijk een collegiale gesticht met 1855 hectare grond bij (de Sint-Callixtusabdij van Cysoing, Noord-Frankrijk). Hoe kapelaan Walgarius in die tijd in de woeste gebieden van het latere Hertsberge terechtkomt, blijft echter een raadsel. Meer aannemelijk lijkt dat Evrardus eigendommen in onze streek krijgt van zijn schoonvader Lodewijk de Vrome, na de verdeling van het rijk van Karel de Grote in 814. In zijn testament schenkt Evrardus zijn landgoederen van Cysoing, Camphia en Gruson, aan zijn derde zoon Adalhard. Mogelijk behoort Hertsberge tot het domein van Cysoing.

12de - 15de eeuw

Zeker is dat er tegen het midden van de 12de eeuw een proosdijkapel bestaat op grond van het latere Hertsberge. Claeys vermeldt in zijn Kroniek van Oostkamp dat de proosdij te Hertsberge in 1100 door de abdij van Cysoing gesticht wordt. In 1147 schenkt graaf Diederik van den Elzas ongeveer 70 hectare grond (30 bunders veld) aan de proosdij van Hertsberge, wat impliceert dat de proosdij op dat ogenblik een goed ingerichte gemeenschap is. Een apocriefe vermelding van 1149 vermeldt de "ecclesie sancte Gertrudis apud Hertsbergam", een kapel ter ere van Sint-Gertrudis gebouwd op de geschonken gronden. In 1152 schenkt de graaf nog eens 18 bunders aan de proosdij. Na deze schenkingen worden door Diederik van den Elzas drie reguliere kanunniken, die onder het gezag staan van de proost, naar Hertsberge gestuurd. Vanaf dan mag men met zekerheid spreken over de proosdij van Hertsberge, toegewijd aan Sint-Gertrudis en Sint-Arnold. Later komen daar nog schenkingen bij o.m. te Jabbeke, Ruddervoorde, Oostkamp en Waardamme. In 1154 bevestigt de bisschop van Doornik, Geraldus, de abdij van Cysoing in het bezit van al de goederen van de proosdij van Hertsberge.

Omstreeks 1164 wordt Hertsberge omschreven als een 'veldgebied' (zie Algemene geschiedenis van de veldontginningsgebieden) onderdeel van het Bulskampveld, dat zich uitstrekt tussen Aalter en Vladslo over Beernem, Wingene, Ruddervoorde, Lichtervelde, Torhout, Aartrijke en Ichtegem. Volgens De Flou wordt het "Bullescamp" voor het eerst vermeld in 1149. Deze onvruchtbare gronden bestaan ook uit kleine vijvers, die worden gebruikt voor het kweken van vis. Vandaag herinneren de "Lange plas" langs de Kasteeldreef, de "Ronde put" aan de Rondeputdreef en de putten tussen de Blauwhuisbeek en de Oude Blauwhuisbeek aan deze vijvers. Tijdens de 14de eeuw blijft het zogenaamde Bulskampveld van verdere ontginning gespaard.

16de - 17de eeuw

In 1501 wordt de proosdijkapel van Hertsberge (zie Proosdijstraat nummer 38) door brand vernield. Pater Jan Salembier laat het puin ruimen en herstelt de woning van de proost. In de periode 1551-1557 wordt onder het proostschap van Claude de Doublet de kapel herbouwd. De proost staat ook aan het hoofd van de heerlijkheid Hertsberge, bestaande uit de proosdij van Hertsberge samen met Gottem.
Het Bulskampveld en de proosdij van Hertsberge worden weergegeven op de Grote Kaart van het Brugse Vrije van Pieter Pourbus (1561-1571), gekopieerd door Pieter Claeissens (1601). Deze kaart geeft aan dat de bebouwing in de tweede helft van de 16de eeuw zich voornamelijk situeert rond de proosdij en aan de Scharestraat. De vierschaar (of de rechtspraak) van de heerlijkheid Gentbrugge (Ruddervoorde) wordt gehouden ongeveer waar de herberg "De Schare" (zie Scharestraat) vandaag is.

Bij de godsdiensttroebelen in de tweede helft van de 16de eeuw wordt proost Doublet vermoord (1557) en de proosdij geplunderd en beschadigd. Na het onrustige einde van de 16de eeuw met wisselende kansen van de Spanjaarden en de Calvinisten, treedt er verder in de 17de eeuw een rustigere periode in. In 1621 wordt het gebied nog geteisterd door invallende Hollandse troepen. Op 1 mei 1643 komt aartsbisschop François van der Burch uit Cambrai de Sint-Gertrudiskapel van de proosdij inzegenen. In 1702-1703 laat proost Jean Noiret een deel van de proosdijgebouwen herbouwen.

Tot de 17de eeuw zijn er geen grondige veranderingen aan het landschap. Het Bulskampveld is in het midden van de 17de eeuw nog circa 10.160 hectare groot, waarvan 870 hectare het oostelijke gedeelte van Hertsberge vormt.

18de eeuw

Op de Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op het initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), verschijnt het huidige Hertsberge als een klein aantal verspreide woningen rondom de proosdij. Enkele grotere hoeves, zoals hoeve "'t Leen" (zie Lodistraat nummer 112) en de "Wolvegracht" (zie Lodistraat nummer 86), gaan eveneens terug tot de 18de eeuw. Grote herkenbare assen in de 18de eeuw zijn de als "Schaer straete" omschreven Proosdijstraat waarlangs voornamelijk in het oosten enkele verspreide hoevetjes liggen. Op de Proosdijstraat sluit vanuit het noorden de Breeweg aan. Ook een deel van de Kraaiveldstraat en de huidige Molleree maken deel uit van het eind 18de-eeuwse wegenpatroon. In het zuidoosten wordt Hertsberge duidelijk afgebakend door de heidevelden "Biscop Veldt" (Bulskampveld). De proosdijsite bestaat hoofdzakelijk uit bossen met dreven die onder meer doorlopen tot op grondgebied van Ruddervoorde. Deze dreven zijn voornamelijk ten zuiden van de proosdij gelegen en wijzen op het begin van de aanleg en aanplanting van dreven in dambordpatroon tijdens de systematische verkaveling en bebossing van de heidevelden vanaf het laatste kwart van de 18de eeuw en in het begin van de 19de eeuw. Tot vandaag is de bosrijke omgeving kenmerkend voor Hertsberge.

Met het einde van het feodale systeem ten tijde van de Franse Revolutie wordt in 1795 het grondgebied van het huidige Hertsberge grotendeels bij Oostkamp (kanton Oostkamp) ingedeeld en een stuk bij Ruddervoorde (kanton Torhout). Vanaf 1 oktober 1795 behoren beide kantons tot het departement van de Leie. In het najaar van 1796 wordt de proosdij van Hertsberge opgeheven. Proost Prosper Wartel slaagt er nog in Hertsberge als zijn bezit te laten erkennen, nadat in Frankrijk alle kloosterorden zijn afgeschaft, maar de belasting die wordt opgelegd verplicht hem toch zijn heerlijkheid te verpanden. Op 11 juli 1797 wordt de voormalige proosdij dan ook als nationaal goed verkocht. Een groot deel van de gronden van de voormalige proosdij worden toegewezen aan Pierrar, die het goed koopt voor Joseph Lemmens, een gewezen geestelijke uit Brugge. Lemmens verkoopt het goed vervolgens door aan de familie Veranneman-Pardo.

19de eeuw

In de 19de eeuw hebben de aangeplante dennenbossen voor een voldoende dikke humuslaag gezorgd en moeten de bossen vaak plaats ruimen voor cultuurgronden. Dat rooien kent een gestage evolutie tot de Eerste Wereldoorlog, waarbij het huidige cultuurlandschap ontstaat.

In de 19de eeuw is het latere Hertsberge nog steeds verdeeld over drie parochies: de Sint-Pietersparochie in Oostkamp, Sint-Eloois in Ruddervoorde en Sint-Amands in Wingene. In het begin van de 19de eeuw (vóór 1829) bouwt Philip Veranneman, wiens familie in de eerste helft van de 19de eeuw heel wat gronden in Hertsberge bezit, op de site van de voormalige proosdijkapel een kasteel in neo-Vlaamse renaissancestijl (zie Proosdijstraat nummer 38). Daarbij bewaart hij de kapel en een voormalige proosdijvleugel.

Het uitzicht van het gehucht Hertsberge blijft echter tot het einde van de 19de eeuw grotendeels ongewijzigd. In 1823 wordt naast de herberg "De Oude Schare", voor het eerst de herberg "De Nieuwe Schare" vermeld (zie Scharestraat). Op het primitief kadasterplan (circa 1835) wordt ten noorden van de kruising van de Lodi- en de Proosdijstraat de "Armoedemolen", een houten stellingmolen, weergegeven, die omstreeks 1884 zal vervangen worden door een stoomkorenmolen (zie Lodistraat nummer 75). Ook de "Hertsberghe Molen" wordt op het primitief kadasterplan weergegeven, aan de noordzijde van de Proosdijstraat (tussen de huidige nummers 33 en 37). Deze molen wordt vernietigd in een brand in 1894. De Atlas der Buurtwegen (circa 1843) geeft als buurtwegen de huidige Breeweg, Lodistraat, Proosdijstraat, Kraaiveldstraat, Molleree en Wingensestraat weer. De Scharestraat en het westdeel van de Proosdijstraat zijn eveneens weergegeven maar behoren tot Ruddervoorde. De dichtst bebouwde weg blijft de in het oosten zeer bochtige Proosdijstraat. Ten noordoosten van de kruising van de Lodi- en de Proosdijstraat wordt de (verkeerdelijk benoemde) omwalde hofstede "Lodi", thans zogenaamd hoeve "Wolvegracht" (zie Lodistraat nummer 86) weergegeven. Vermoedelijk in de 19de eeuw wordt ten zuidwesten van de hofstede een heuvel opgeworpen en daarop een torenconstructie gebouwd, die later in de volksmond aanleiding geeft tot verschillende legendes en benamingen, waaronder de "Galgetoren". Deze constructie zou echter als jachtuitkijkpost opgetrokken zijn door de kasteelheer van kasteel "Drie Koningen" (gelegen net over de grens op het grondgebied Beernem). De Atlas geeft het begin 19de-eeuwse "Kasteel van Hertsberge" (zie Proosdijstraat nummer 38) weer en duidt ook het "Bulscamp Veld" aan. In tegenstelling tot de Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op het initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), wordt er op de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) een duidelijk en tot op heden herkenbaar drevenpatroon weergegeven ten zuiden van de Wingensestraat, wat wijst op de bebossing van dit grondgebied. Op de Atlas van Vandermaelen (1846-1854) komt de meeste bebouwing voor langs de Proosdijstraat, de Lodistraat en de Scharestraat. Aan de Proosdijstraat wordt het "Kasteel van Hertsberge", de herberg "Den Boomgaard" en de "Hertsberghe Molen" weergegeven, aan de Lodistraat de hoeve "'t Leen" en de "Leenbrugge", de herberg "Lodi" en de "Armoede molen" en aan de Scharestraat de herberg de "Oude Schaer", de "Nieuwe Schaer" en "Den Korten Keer". Met uitzondering van de Rapaertstraat en de verdere ontwikkeling van de dreefstructuur in het zuidoosten van de gemeente, worden de huidige straten en wegen reeds weergegeven.

De kaart van het Militair Cartografisch Instituut (circa 1880) geeft het kasteel "Bulskampveld" weer gelegen aan de Kasteeldreef ter hoogte van de Talieweg (zie Kasteeldreef). Dit kasteel wordt vóór het midden van de 19de eeuw gebouwd in opdracht van barones Le Candèle de Gyseghem (1799-1888), in de volksmond genaamd 'de barones' en weldoenster voor het gehucht. De barones laat aan het kasteel een kapel optrekken, hoewel deze kapel eerst gepland is aan de Wingensestraat op de plaats waar nu het klooster van de zusters apostolinnen (zie Wingensestraat nummer 10) staat. Na haar overlijden komt het kasteel in handen van de familie d'Huart de Broqueville en Gilles de Pélichy.

In 1866 beslist de gemeenteraad van Oostkamp om op de wijk Hertsberge een gemeenteschooltje op te richten. Voor deze gemengde gemeenteschool wordt in 1868 aan de Lodistraat een nieuw gebouw opgetrokken (zie Lodistraat nummer 123). In het begin van de jaren 1870 richt ook barones Le Candèle de Gyseghem een gemengde lagere school op (zie Wingensestraat nummer 10), die wordt beheerd door de zusters apostolinnen uit Brugge. Volgens het kadaster wordt de school samen met een huis gebouwd in de periode 1873-1876. In 1898 wordt het bestaande huis naast de school in opdracht van baron Alfred d'Huart de Broqueville omgevormd tot klooster (zie Wingensestraat nummer 10).

In 1890 keurt de gemeenteraad van Oostkamp, onder het burgemeesterschap van Louis de Bie de Westvoorde (1826-1904), woonachtig in kasteel "De Cellen" aan de Kapellestraat (nummer 113) in Oostkamp, de oprichting van de parochie Hertsberge goed. De parochie wordt gesticht bij Koninklijk Besluit op 5 mei 1891 onder de bescherming van Sint-Jan Evangelist, als verwijzing naar de toenmalige Brugse bisschop Mgr. Joannes Faict. Op 13 mei bekrachtigt de bisschop de oprichting van de parochie en op 15 mei wordt de eerste pastoor, E.H. Cyrille Delbaere, aangesteld.
Over de locatie van de nieuwe kerk wordt heel wat geredetwist. Voordien vinden de eucharistievieringen afwisselend plaats in de kapel van de voormalige proosdij (zie Proosdijstraat nummer 38) en in de kapel van het kasteel "Bulskampveld" (zie Kasteeldreef). Aangezien de kern van het gehucht Hertsberge zich in de loop van de tweede helft van de 19de eeuw heeft verplaatst van de omgeving van de voormalige proosdij met het "Kasteel van Hertsberge" naar het kasteel "Bulskampveld", ijveren de erfgenamen van barones Le Candèle de Gyseghem, met name baron d'Huart de Broqueville, voor een kerk in de buurt van kasteel "Bulskampveld". Baron Rapaert de Grass, sinds 1880 eigenaar van het "Kasteel van Hertsberge", wil echter dat de kerk wordt opgetrokken in de omgeving van zijn kasteel. Beide kasteelheren willen daartoe wel de nodige grond afstaan.

Uiteindelijk zal baron d'Huart de nodige grond schenken voor de bouw van de kerk, de pastorie en het kerkhof en wordt er gekozen voor een ligging langs de baan Beernem-Ruddervoorde, de huidige Lodi- en Wingensestraat, nabij de reeds bestaande school (zie Wingensestraat nummer 10). De neogotische kerk met patroonheilige Sint-Jan, gebouwd in 1892-1895 (zie Wingensestraat zonder nummer), en de aanpalende pastorie uit 1894 (zie Wingensestraat nummer 2) zijn een ontwerp van de Brugse architect Charles De Wulf. Naast de kerk wordt in 1893 een kerkhof aangelegd. De omgeving van de Sint-Janskerk krijgt in 1898 een verharding in kasseien. Rond 1900 is de bebouwing in centrum van Hertsberge echter nog steeds zeer beperkt.

20ste eeuw

In 1909, onder het bestuur van burgemeester Albert Peers de Nieuwburgh (1866-1937), vragen verschillende inwoners van Hertsberge in een brief aan de minister van Binnenlandse Zaken om van Hertsberge, dat op dat moment nog steeds slechts een gehucht/parochie in Oostkamp is, een zelfstandige gemeente te maken. Hieraan zal echter pas in 1919 gehoor gegeven worden.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt de school in het dorp van Hertsberge verschillende keren opgeëist door de Duitsers (zie Wingensestraat nummer 10). Bij de terugtrekking van de Duitse legertroepen op het einde van de Eerste Wereldoorlog raken het dorp, de school, de voormalige proosdijkapel en het "Kasteel van Hertsberge" (zie Proosdijstraat nummer 38) op 18 oktober 1918 erg beschadigd door artillerievuur van de geallieerde troepen uit Waardamme. De kerk en de pastorie blijven gespaard.

Bij Koninklijk Besluit van 17 november 1919 wordt Hertsberge een zelfstandige gemeente; na gebiedsafstand van in hoofdzaak Oostkamp (sectie D en E) en van de gemeentes Ruddervoorde (sectie D, na 1919 sectie A) en Wingene (Sectie C) wordt Hertsberge een administratief zelfstandige entiteit. Hierdoor worden de Scharestraat en een gedeelte van de Proosdijstraat, de Hertsbergeveldstraat en de Sterredreef bij Hertsberge gevoegd (afkomstig van Ruddervoorde). In 1921 wordt baron Robert Rapaert de Grass (1857-1930), die sinds 1880 eigenaar is van het "Kasteel van Hertsberge", tot burgemeester verkozen. Tot de fusie van Hertsberge bij Oostkamp in 1977 zal de burgemeestersjerp in de familie Rapaert de Grass blijven en van vader op zoon worden doorgegeven. Op 9 februari 1923 wordt de overeenkomst voor de afscheiding van Hertsberge definitief ondertekend. Het gemeentehuis van Hertsberge wordt ondergebracht in de afspanning op de hoek van de Rapaertstraat en de Wingensestraat (café "Oud gemeentehuis", Rapaertstraat nummer 1).

Op 31 januari 1921 brandt de sacristie van de Sint-Janskerk af (zie Wingensestraat zonder nummer). De sacristie wordt nog hetzelfde jaar naar plannen van de Assebroekse architect Eduard Schelstraete (°1895, Brugge) terug opgetrokken. In 1926 wordt de proosdijkapel gerestaureerd door architect Joseph De Jonghe (zie Proosdijstraat nummer 38). In 1931 worden twee brandglasramen van de afgebroken kapel van het kasteel "Bulskampveld" achteraan de parochiekerk geplaatst. In 1935 wordt bij het apostolinnenklooster aan de Wingensestraat een kapel gebouwd in opdracht van de familie Gilles de Pélichy (zie Wingensestraat nummer 10). Tijdens de legislatuur van burgemeester Jacques Rapaert de Grass (1945-1965) wordt een bibliotheek opgericht, die wordt ondergebracht in het gemeentehuis. In 1947 krijgt Hertsberge ook een toneelzaal, die later omgevormd wordt tot parochiaal centrum en het "Cultureel centrum Bulskampvelt" (zie Wingensestraat nummer 2).

In de jaren 1960 wordt het kasteel "Bulskampveld" (zie Kasteeldreef) afgebroken en het park en de bijhorende bossen verkaveld als residentiële woonwijk. De nieuwe eigenaars worden verplicht het groene karakter van de wijk te behouden, door op de percelen een maximaal aantal bomen te laten staan. Op de hoek met de Talieweg is nog de oude kasteelhoeve bewaard (zie Kasteeldreef nummer 11). Ook aan de Beukendreef (zie Beukendreef nummer 13) en aan de Wingensestraat (zie Wingensestraat nummer 44) blijven hoeves bewaard die behoorden tot het domein van het kasteel "Bulskampveld".

Naar aanleiding van het Tweede Vaticaanse Concilie wordt het interieur van de Sint-Janskerk in 1965 aangepast door de verplaatsing van het altaar, de preekstoel, de communiebank en het koorgestoelte (zie Wingensestraat zonder nummer). In 1965 wordt de bibliotheek overgebracht naar het parochiaal centrum (Wingensestraat nummer 2). Thans bevindt de bibliotheek zich aan de overzijde van de straat (Wingensestraat nummer 1). In 1971 wordt de Proosdijstraat (N368) op een aantal plaatsen rechtgetrokken; stukken van het oude tracé blijven echter behouden.

Op 1 januari 1977 houdt Hertsberge op te bestaan als zelfstandige gemeente, door de fusie samen met Oostkamp, Ruddervoorde en Waardamme tot (Groot-)Oostkamp.

RUIMTELIJKE STRUCTUUR EN BOUWKUNDIG ERFGOED

Hertsberge is sinds zijn ontstaan structureel nauwelijks gewijzigd. De bebouwing is ontstaan ten noorden en oosten van de historische proosdij, het latere "Kasteel van Hertsberge" (zie Proosdijstraat nummer 38), zijnde langs de eeuwenoude oost-westas die men nu kent als de Proosdijstraat, en langs de verbindingsas naar Oostkamp, de huidige Lodistraat. De oudste bebouwing situeert zich ook langs de Scharestraat, die echter tot 1919 op het grondgebied van Ruddervoorde gelegen is.

De historische bebouwing bestaat voornamelijk uit verspreide hoeves, die in kern veelal niet verder opklimmen dan de 19de eeuw. De schaarse hoeves die teruggaan tot de 18de eeuw liggen voornamelijk langs de verbindingwegen (Proosdijstraat, Lodistraat, Scharestraat). Daarnaast komen kleine bewoningskernen voor over de deelgemeente; in het noorden de wijken Papenvijvers, Nachtegaal, 't Leen en Lodi, in het westen langs de Scharestraat de wijk de Schare en Kortekeer en in het zuidoosten de wijk Bulskamp. Grotere hoeves liggen langs verharde secundaire wegen en bij de kastelen. Langs de dreven in het Bulskampveld blijven enkele 19de-eeuwse hoeves bewaard, oorspronkelijk behorend tot het domein van het kasteel "Bulskampveld" (zie Kasteeldreef nummer 11, Wingensestraat nummer 44, Beukendreef nummer 13). Ten zuidwesten van het "Kasteel van Hertsberge" (zie Proosdijstraat nummer 38) langs de Sterredreef vindt men zowel 18de-, als 19de-eeuwse hoeves terug. De hoeves ten noorden van het kasteel langs de Breeweg worden pas gebouwd vanaf de 19de eeuw.

Vanaf het einde van de 19de eeuw, met de bouw van de neogotische parochiekerk Sint-Jan en de pastorie aan de Wingensestraat (zie nummer 2) verlegt het zwaartepunt zich naar de Rapaert-/Lodi-/Wingensestraat, die nu als het ware het centrum van Hertsberge vormen. De huidige dorpskern komt tot ontwikkeling op het einde van de 19de en in de eerste helft van de 20ste eeuw. In het dorp bevinden zich nog steeds het klooster en de school van de zusters apostolinnen (zie Wingensestraat nummer 10), het oud gemeentehuis (Rapaertstraat nummer 1), de bibliotheek (Wingensestraat nummer 1) enzomeer. Sinds de jaren 1965-1970 zijn de voormalige gronden van het gesloopte kasteel "Bulskampveld" (zie Kasteeldreef) ten zuiden van de Lodi-/Wingensestraat verkaveld en vormen tot op heden een geliefd woonoord voor de hogere klasse. Tussen de riante villa's en buitenverblijven blijft het bosuitzicht nog enigszins bewaard door de verplichting het bomenbestand zoveel mogelijk te behouden. Ook het drevenpatroon verwijst nog naar het verdwenen kasteeldomein. Vanaf de jaren 1980-1990 worden ook de braakliggende gronden tussen de Wingense- en de Proosdijstraat verder ingevuld. Een dergelijke wijk vindt men onder andere terug in het inbreidingsproject Weineveld (zie Molleree).

  • Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg, Monumenten en Landschappen, Landschapsatlas, 2001, OC GIS-Vlaanderen.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Oostkamp, 1851/47, 1868/16, 1874/5, 1885/31, 1899/10.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 209: Aanwijzende tabel, Hertsberge.
  • Rijksarchief Brugge, Landmetersarchief Peper (16de - 18de eeuw), nr. 400: Ommeloper van de parochie Ruddervoorde, naar Cornelis Verhaeghe, J. Ghuuse, Simon Vandewalle, 1724-1729.
  • BOULJON B., Oostkamp, Hertsberge, Ruddervoorde en Waardamme in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1981, nrs. 14-27.
  • BOULJON B., Het Oostkamp, Ruddervoorde, Hertsberge en Waardamme van toen. Een verzameling foto's van vier Oostkampse deelgemeenten in de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw, Brugge, 1984, p. 78-81.
  • BOULJON B., Feest in Hertsberge 1894-1994. Een eeuw parochiekerk Sint-Jan-Evangelist, Oostkamp, 1994.
  • CLAEYS G., Kroniek van Oostkamp, Brugge, 1985, p. 14, 233, 329-330, 369.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en
  • Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel II, Brugge, 1921, kolom 1032-1035.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel V, Brugge, 1925, kolom 954.
  • Een dorp in de West. Het bosrijke Hertsberge, in Curiosa, jg. 36, nr. 357, 1998, p. 7-12.
  • DENDOOVEN L., Dit is West-Vlaanderen, Deel 1, Sint-Andries, 1959, p. 521-524.
  • Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Oostkamp, Oostkamp, 2006.
  • HAELEWYN R., Hertsberge vroeger en nu, in Bos en Beverveld. Jaarboek 1990, nr. 23, p. 82-95.
  • HASQUIN H., Gemeenten van België, Vlaanderen, Deel 1, 1980, p. 383.
  • Hertsberge vroeger en nu, in Het Houtland, jg. 11, nr. 3, 1969, p. 1-16.
  • NUYTTENS M., Het domein Lippensgoed - Bulskampveld te Beernem en te Hertsberge, in Land van hout. Bebossing door Brugse families en instellingen omstreeks 1800, 2005, p. 50-55.
  • VAN BELLEGHEM R., STRUBBE A., Proosdijwandeling Hertsberge, Oostkamp 1982.
  • VLAMYNCK J., Hertsberge, in Bos en Beverveld. Jaarboek 1985, nr. 18, p. 114-125.
  • ZWAENEPOEL A., Inventaris van traditionele houtkanten als leidraad voor natuur- en landschapsbehoud en -herstel in West-Vlaanderen, WVI in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, Brugge, 2005, p. 97.
  • www.oostkamp.be

Bron: VANWALLEGHEM A. met medewerking van CREYF S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostkamp, Deel I: Deelgemeente Oostkamp, Deel II: Deelgemeenten Hertsberge, Ruddervoorde en Waardamme, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL30, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hertsberge [online], https://id.erfgoed.net/themas/14715 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.