Tuinwijk met 58 woningen tussen 1921-23 gebouwd door de sociale huisvestingsmaatschappij De Nieuwe Wijk van Capellen naar ontwerp van architect Paul Smekens. Tuinwijk met besloten pleinvorming (close) op een achterin gelegen terrein, stilistisch beïnvloed door de architectuur van de Amsterdamse School.
De Tuinwijk Essenhout, ook gekend als de Nieuwe Wijk, was een van de eerste tuinwijken die onmiddellijk na de oprichting van de Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen en Woonvertrekken (NMGWW) in 1919 in Vlaanderen werden opgetrokken. Voor de bouw ervan werd de coöperatieve vennootschap De Nieuwe Wijk van Capellen opgericht (in 1986 opgegaan in De Ideale Woning).
De wijk was een van de eerste verwezenlijkingen van Paul Smekens (na zijn samenwerking met Jan Jacobs), algemeen beschouwd als één van de belangrijkste moderne architecten in het Antwerpse tijdens het interbellum. Smekens ontwierp de tuinwijk Essenhout in dezelfde periode als de Tuinwijk Vredeburg in Kalmthout. Beide tuinwijken vertonen in de woningarchitectuur naast Engelse kenmerken (cottage) een grote invloed van de Nederlandse architecten H.P. Berlage en W.M. Dudok. De architectuur van de Tuinwijk Essenhout is exemplarisch voor het gematigde modernisme van Paul Smekens, toegepast in de tuinwijktypologie.
De wijk omvatte oorspronkelijk 58 arbeiderswoningen (waarvan één winkelpand) gebouwd in twee fasen. Het aannemersbedrijf Mariën en Van Looy uit Kapellen trok de eerste 22 woningen tussen 1920 en 1921 op aan de Akkerstraat. De plannen voor het gedeelte aan het centrale plein werden door de NMGWW goedgekeurd in 1922 en uitgevoerd door aannemer Kolen en Zonen.
Op de nummers 13 en 14 werd rond 2001 de Sint-Jozefskapel gebouwd, met bronzen beeld van de Heilige Jozef. Het beeld van Sint-Jozef werd in 1956 op initiatief van een van de zusters van Berlaar in de als socialistisch bekend staande wijk geplaatst. Het huis waaraan het beeld aan de gevel werd bevestigd werd in 1965 tot Sint-Jozefskapel gewijd en circa 2001 samen met de aanlendende woning gesloopt voor de bouw van een nieuwe kapel. Doorheen de jaren werden ook garages tussen de woningen ingebouwd.
De Tuinwijk Essenhout is een van de eerste gerealiseerde tuinwijken in Vlaanderen na de oprichting van de NMGWW in 1919. Zowel aanleg als woningtypologie zijn typerend voor de kleinschalige tuinwijken die lokale bouwmaatschappijen realiseerden in de rand van kleinere gemeenten en dorpen. De Tuinwijk Essenhout volgt het type van de “close” met omsloten pleinvorming in een achterin gelegen terrein, bedoeld om de gemeenschapszin te bevorderen. Aan de straatzijde integreert de wijk zich met terugspringende rooilijnen in de bestaande bebouwing. De Tuinwijk Essenhout wordt gekenmerkt door relatief grote woningen voor die periode, wijzend op een iets beter begoede doelgroep.
Voor de tuinwijkgedachte typerende wijkopbouw op basis van een beperkt aantal zich herhalende blokken van aaneengesloten rijwoningen in spiegelbeeldschema, met variërende bloklengte. De blokken zijn op hun beurt gebaseerd op een beperkt aantal woningtypes. Aan de Akkerstraat twee volledig symmetrisch gespiegelde blokken van telkens elf woningen (donkere baksteen in kruisverband) met twee bouwlagen en twee traveeën met voortuintjes (oorspronkelijk omhaagd). Negen rijwoningen onder een zadeldak (nok evenwijdig aan de straat), gevat tussen een uitspringende hoekwoning onder een schilddak (nok loodrecht op de straat) en een hoekwoning met steil zadeldak (nok loodrecht op de straat). In het midden tussen de twee blokken bevindt zich de doorgang naar het achterliggend plein, gemarkeerd door de twee hoekwoningen (met inkomdeur onder fronton in de zijgevel).
Typische sierelementen voor de Amsterdamse School zijn de decoratief uitgewerkte steile topgevels van de hoekwoningen met de zeer smalle verticale muuropeningen uitmondend in graatvormige ornamenten (natuursteen), de hoekstenen (natuursteen) en muurvlechtingen; in de overige woningen vooral de omlopende mijterbooglijsten rond de gekoppelde deuren (tandlijst met dropmotief) met boogveld met rollagen; de steunberen bekroond met bol (natuursteen). Voor het overige overal eenvoudige rechthoekige muuropeningen met lekdorpels in blauwe hardsteen; vensters oorspronkelijk met kleinroedeverdeling en beluikt (nergens bewaard).
Aan het langwerpige plein (Nieuwe Wijk) bevindt zich eerder cottage-getinte bebouwing. op de lange kant aan westzijde een blok met acht woningen van twee bouwlagen en twee traveeën, lijstgevels met oorspronkelijk twee woningen met puntgevels in het midden (vervangen door de Sint-Jozefskapel). Op de korte kanten van het plein telkens een blok met zes woningen van een bouwlaag en twee traveeën onder mansardedaken (veelal vervangen door een opgetrokken zadeldak); hoekwoningen en middelste woningen nok loodrecht op de straat. In het midden een typische korfboogvormige doorgang naar de achterpaden, geflankeerd door ovalen ramen naast de boog (refererend naar Dudok’s woningbouwproject in Hilversum, 1916). Aan de oostkant van het plein (met doorgang naar Akkerstraat) twee blokken van drie woningen, oorspronkelijk één bouwlaag en twee traveeën onder mansardedaken. Een van de twee hoekwoningen was oorspronkelijk een winkelpand. Centraal beboomd en omhaagd plein. Typisch zijn de hoekoplossingen waarmee in een halfopen verkaveling rond het plein een doorgaande voorgevelzone is gemaakt. Ook hier overal eenvoudige rechthoekige muuropeningen (oorspronkelijk schrijnwerk nergens bewaard). Vooral aan het plein hebben de woningen door diverse ingrepen en tussen gebouwde garages hun uniformiteit grotendeels verloren.
Tuinwijk met oorspronkelijk vrij hoge architecturale waarde, omwille van de eerder uitzonderlijke vormgeving beïnvloed door de Amsterdamse School en door de plaats in het oeuvre van Paul Smekens (een van de eerste realisaties van zijn hand); een eerder representatieve stedenbouwkundige waarde als typisch voorbeeld van een tuinwijkaanleg rond een achterin gelegen plein (close); een historische waarde als een van de eerste tuinwijken na de oprichting van de Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen en Woonvertrekken. De gaafheid van de wijk is echter vrij hard aangetast door storende verbouwingen en ingrepen (vooral aan de Nieuwe Wijk). Anno 2016 hebben vooral de woningen aan de Akkerstraat nog een relatief hoge erfgoedwaarde.
Elementen die de erfgoedwaarde onderbouwen zijn: de stedenbouwkundige aanleg rond het achterin gelegen terrein (close), achterpaden, en perceelindeling (voortuinen, open hoekpercelen); de inplanting van de woningen (halfopen bebouwing in beperkte rijen); de architectuur van de woningen (in het bijzonder de hoekpanden aan de Akkerstraat inclusief alle decoratieve elementen): schaal, volume, materialiteit (baksteen), en muuropeningen; groenaanleg voor zover bewaard (beboomd plein en voortuinen).
Auteurs: Van Herck, Karina
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Van Herck K. 2016: Tuinwijk Essenhout [online], https://id.erfgoed.net/teksten/192903 (geraadpleegd op ).
Tuinwijk van 1921-22 naar ontwerp van architect P. Smekens, bestaande uit een veertigtal arbeiderswoningen. Eenzijdige westelijke inplanting aan Akkerstraat, aansluitend bij straat- en pleinvormig van Nieuwe Wijk. Aan Akkerstraat, voortuintjes.
Bakstenen eengezinswoningen van twee traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak. Lijst- en puntgevels (hoekwoningen met Nieuwe Wijk) volgens spiegelbeeldschema, de gekoppelde deuren in omlopende bakstenen spiegelbooglijst. Aan Nieuwe Wijk, gesloten bebouwing onderbroken voor korfboogvormige doorgang aan westzijde. Bakstenen eengezinswoningen van twee traveeën en één bouwlaag onder pannen mansardedak. Lijst- en puntgevels volgens spiegelbeeldschema.
Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n2 (Ho-Ra), Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1985: Tuinwijk Essenhout [online], https://id.erfgoed.net/teksten/122168 (geraadpleegd op ).