De wijk Mommeplas vormt een geheel van 124 arbeiderswoningen, gebouwd omstreeks 1929-1931 naar ontwerp van architect Dewandre door de goedkope woningbouwmaatschappij 'De Cité Berkenbos’, gelijktijdig en vergelijkbaar met de nabij gelegen wijk Op ’t Einde. De realisatie van de twee bouwfases, meer bepaald van eerst 32 woningen en vervolgens 92, werd uitgevoerd door de Charbonnage Helchteren-Zolder. De Kantonnale Bouwmaatschappij van Beringen voor Huisvesting bezit thans bijna alle woningen in de wijk, na fusie in 1970 met De Cité Berkenbosch.
Context
De industriële bouwmaatschappij De Cité Berkenbosch werd in 1923 erkend en realiseerde een belangrijk aandeel van de personeelswijken voor de steenkoolmijn van Heusden-Zolder, aangezien de mijn 95 procent van de aandelen bezat. De naam verwees naar de tuinwijk die in Berkenbos werd aangevat vlak voor de Eerste Wereldoorlog, maar die nooit zijn geplande omvang en karakter zou bereiken. De mijn van Heusden-Zolder kende door de oorlog en door technische problemen immers een moeizame start, waardoor ze pas in 1930 in exploitatie kon gaan. Deze condities, samen met financiële belemmeringen, zorgden ervoor dat het karakter van de nederzettingen voor de directie en het personeel van de mijn verschilt van deze in andere mijncentra. Vanaf 1923 zagen meerdere kleine nederzettingen het licht, waarbij de afstand tot de mijn duidelijk de hiërarchie en rang van de bewoners weerspiegelde.
De wijk Mommeplas is net als de overige personeelswijken gelegen op het grondgebied van Heusden en is net als de wijk Op ‘t Einde opgevat als een rijbebouwing, die eerder aanleunt bij de typologie van de arbeidershuisvesting van de 19de eeuw. Door hun aparte positie binnen de geschiedenis van de mijncités, beantwoordden de woningen niet aan de provinciale gezondheidsreglementen en ontwerprichtlijnen. Toen de huisvestingsmaatschappij in de vroege jaren 1980 wilde overgaan tot sloop om woningen te realiseren die beter aan de hedendaagse normen beantwoordden, werd door de Kantonnale Bouwmaatschappij na zwaar protest van de bewoners overgegaan tot een ingrijpende renovatie en uitbreiding van de twee ensembles in 1982-1983.
Inplanting en architectuur
De wijk is gelegen aan de Koolmijnlaan, waarbij een rij aaneengeschakelde arbeiderswoningen worden doorbroken door twee doorgangen tot de achterliggende Sint-Lutgardisstraat. Deze straat is aan weerszijden bebouwd en ontvouwt zich als twee evenwijdige stegen, haaks op de Koolmijnlaan, en achteraan een steeg evenwijdig aan de Koolmijnlaan. De wijk is thans eveneens bereikbaar via de noordelijk gelegen Schansstraat. De rijwoningen zijn geschikt in een dens patroon, waarbij geen groen voorzien was aan de straatzijde. De circulatie en het karakter van de groenzones werden verstoord en aangepast door de toevoeging van garages in de achtertuinen.
Arbeiderswijk bestaande uit rijen van maximaal 22 enkelhuizen van twee bouwlagen en telkens twee traveeën onder uitkragende, pannen zadeldaken. De woningen zijn gekoppeld volgens spiegelbeeldschema, waarbij de eentonige volumes op regelmatige wijze gemarkeerd worden door puntvormige gevelverhogingen over de breedte van twee gekoppelde huizen. Kleine rechthoekige vensters openen de rode bakstenen gevels, die horizontaal geritmeerd worden door een bakstenen band tussen beide bouwlagen. De bovenverdiepingen waren oorspronkelijk wit geschilderd. Het huidige uitzicht van het geheel wordt bepaald door de ingrijpende renovatie van de twee wijken medio jaren 1980, die een impact had op het parement en leidde tot de vervanging van al het schrijnwerk en de toevoeging van niet-functionele luiken en uitbouwen aan de achterzijde van de woningen.
Evaluatie
Mijncité Mommeplas is een typisch voorbeeld van een uniforme arbeiderswijk uit het interbellum. De woningen zijn vanuit economisch oogpunt geschikt in een dens patroon zonder openbare groenvoorziening. Het meest bepalende erfgoedelement is de eenheid van de architectuur op het vlak van materialiteit en schaal, verlevendigd met puntgevels. De beperkte ruimtelijke en architecturale kwaliteit wordt verstoord door de renovatie van de woningen en parementen, evenals de toevoeging van uitbouwen en garages.
- Onroerend Erfgoed, Archief Inventaris sociale woningbouwpatrimonium (2011-2016), Sitenaam ZOLDER_MOMMEPLAS_7000.
- Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, Dienst Onroerende Transacties, registratiefiches, SHM 700, Heusden-Zolder, Wijk Mommeplas.
- KEUNEN P. 2010: Mijn cité. Met de mijncités naar de 21ste eeuw, Genk, 66-69.
- SCHLUSMANS F. e.a. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6N2 (He-Z), Brussel - Gent.
- S.N. 1929: Liste des plans approuvés par la S.N. au cours du mois de mai, L’Habitation à Bon Marché 6, zonder paginanummering.
- S.N. 1929: Adjudications de travaux approuvées par la S.N. au cours du mois de mai, L’Habitation à Bon Marché 6, zonder paginanummering.
- S.N. 1930: Adjudications de travaux approuvées par la S.N. au cours du mois de février, L’Habitation à Bon Marché 3, 59.
- S.N. 1982: Volkswoningbouw. De Tuinwijkgedachte. Internationaal, Nationaal, Provincie Limburg, Hasselt, 473-478
- VAN DOORSELAER B. 2002: Koolputterserfgoed. Een bovengrondse toekomst voor een ondergronds verleden, Hasselt, 118-120.
- VAN DOORSELAER B. & De RYNCK P. (ed.) 2012: Mijnerfgoed in Limburg. Ondergronds verleden, bovengrondse toekomst. Van Beringen tot Eisden, s.l., 123-125.