Watertoren, gelegen op het driehoekig pleintje tussen R. Sniedersstraat en Warandestraat, gebouwd in 1902-1904. De teisterende onhygiëne maakte saneringswerken noodzakelijk; reeds vóór 1900 werd ten noorden van de stad, op Baarle-Heide, grondwater gevonden; verder onderzoek door onder meer E. Putzeys, hoofdingenieur van Brussel (zie gevelsteen, rechts van inkom), leidde tot plannen voor de aanleg van een waterwinning, pompstation, aanvoerleiding en watertoren; in 1902 aanbesteding en toewijzing van het project aan de zogenaamde "Compagnie Générale des Conduits d'eau" van Luik; spoedig daarna watertoren in opbouw naar ontwerp van stadsbouwmeester H. Vandenplas; op 19 juni 1904 inhuldiging van dit omvangrijke project door prins Albert en prinses Elisabeth (zie gevelsteen, links van inkom): de watertoren, het waterleidingsnet, de riolering en de stoepen,... veranderden grondig het straatbeeld.
Watertoren met schacht en hangbodemkuip van quasi gelijke doorsnede: vanaf de eeuwwisseling werd een beperkt aantal torens opgericht met een hangbodemkuip, ommanteld met metselwerk in plaats van met hout (zie ook de watertoren in Terkamerenbos te Brussel uit 1890, verhoogd in 1908); de architecturale vormgeving contrasteert met een daarnaast bestaand, meer functioneel type namelijk de watertorens met de brede, meestal onbeklede ijzeren "Intzekuipen" (of waterhoofden); beide types bepaalden vanaf 1880-1890 de watertorenbouw.
Ronde kuip onder dakconstructie met radiaal gerichte ijzeren profielen, zinken platen op houten bebording en dakkoepeltje op bakstenen, ronde schacht met plint in breuksteen en arduin. Hangbodemkuip met waterreservoir van 460 kubieke meter: metaalskeletbouw, steunend op ijzeren consoles, bekroond door glazen fries met ijzeren verdeling en door polygonale kroonlijst; op de overkraging, tussen eigenlijke kuip en buitenmuur, een loopgang.
Verwerking van arduin in deuromlijstingen, hoek- en negblokken, dorpels en lateien, gevelstenen, kordonvormende, afgeschuinde lekdrempels. Rondboogvormige muuropeningen in basis; rechthoekige vensters elders. Turnhouts wapenschild op schacht, gebeeldhouwd door N. Daems.
Interieur. Centraal drie verticale gietijzeren bedelingsbuizen, gesteund door trekstangen die zorgen voor aan- en afvoer naar en vanuit de kuip; ijzeren wenteltrap naar de loopgang. In 1992-1993 gerestaureerd.
- Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Antwerpen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, dossier A/0569.
- BAETENS R., Industriële revoluties in de provincie Antwerpen, onder leiding van Baetens, Antwerpen, 1984, p. 398-400.
- DE KOK H., Gids voor het oude Turnhout en omgeving, Dl. 1, Stad Turnhout, Antwerpen, 1980, p. 118-119.
- VAN CRAENENBROECK W., Eenheid in verscheidenheid. Watertorens in België, Brussel, 1991, p. 83-84.