De oude kerk bevond zich op de plaats van het huidige kerkhof. De huidige kerk is een neoromaanse kruisbasiliek, gebouwd in 1875-1876 naar ontwerp van architect H. Jaminé.
De plattegrond beschrijft een schip van drie traveeën met transept in de tweede travee, een voorstaande westtoren, geflankeerd door een vierkante en een ronde kapel, en een halfronde traptoren aan de rechterzijde, een koor met een rechte travee en apsis, geflankeerd door een sacristie aan de zuidzijde en een oratorium van de familie Vilain XIIII aan de noordzijde (de zijde waarin zich de dreef naar het kasteel bevindt), aan de noordzijde geflankeerd door een ronde toren.
Bakstenen gebouw onder zadeldaken (leien). Afwerking van mergelsteen en zachte, witte natuursteen voor boogfriezen, lijsten, omlijstingen van de vensters en andere details. De gevels zijn voorzien van rechthoekige en rondboogvormige lisenen. Toren van vier geledingen, elke gevel voorzien van een puntgevel; ingesnoerde naaldspits (leien); rondboogportaal in een driehoekige omlijsting. Gekoppelde rondboogvensters en oculi. De ronde kapel, onder kegeldak, heeft een afwerking van natuurstenen rondboogarcaden op pilasters, evenals het koor. De traptoren naast het koor heeft eveneens een kegeldak. Oratorium en sacristie zijn voorzien van rechthoekige muuropeningen onder mijtervormige latei.
Bepleisterde interieur met afwerking van natuursteen. De beuken zijn gescheiden door rondbogen op natuurstenen pijlers. Overdekking door middel van koepelgewelven, kruisgewelven boven de transeptarmen, kruisribgewelf boven de rechte koortravee en een halve koepel boven de apsis.
Het oratorium is voorzien van een houten lambrisering en is met het koor verbonden door een neoromaanse rondboogarcade op zuilen met teerlingkapiteeltjes.
Mobilair
Neoromaans hoofdaltaar, gepolychromeerde witte steen (1876). Preekstoel, barok, eik (circa 1700). Twee neoromaanse biechtstoelen (tweede helft 19de eeuw). Neoromaans doksaal met orgel, eik (tweede helft 19de eeuw). Neoromaanse doopvont met koperen deksel (tweede helft 19de eeuw). Schelpvormig wijwatervat, marmer, op hardstenen sokkel met opschrift: Carolus/ Fransen/ van Leuth/ 1789.
In het oratorium, neoromaanse glasramen, waaronder een glasraam met wapenschild van Vilain XIIII met opschrift: Vilain sans reproche.
- Geukens B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Limburg. Kanton Maasmechelen. Brussel, 1972, p. 19-20.