Hoeve met woonstalhuis, in kern opklimmend tot de tweede helft van de 18de eeuw, en schuur ten noorden, opklimmend tot circa 1911; aan straatzijde beschut door linden; gedeeltelijk met beukenhaag omhaagd terrein.
Verankerde, bakstenen gebouwen onder zadeldaken (nokrichtingen parallel aan en loodrecht op straat, Vlaamse pannen). Woonstalhuis van vier traveeën met muurvlechtingen in linker zijpuntgevel. Rechthoekige muuropeningen met houten latei en/of dorpel, getralied keldervenstertje. In de loop der jaren aanpassingen en verbouwingen onder meer rechter zijgevel, recentere uitbouw tegen achtergevel, muuropeningen onder meer in stal,...
Interieur met nog authentiek bewaarde ruimtes o.m. kelderkamer met luik waarop trapje naar opkamer in de zuidoostelijke zijgevel; vloer van rode, gebakken tegels.
Haakse driebeukige langsschuur van drie traveeën; lisenen en spaarvelden; rechthoekige poort onder houten latei; oud gebinte met pen- en gatverbinding en telmerken. Regenput; mik en ligger.