omvat de aanduiding als beschermd monument Pastorie Het Hof met parkbos
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Pastorie Het Hof met parkbos
Deze vaststelling is geldig sinds
De voormalige pastorie Het Hof met omwald domein en aansluitend parkbos vormt een belangrijke getuige van het religieus verleden van zowel Vosselaar als Beerse. De centrale locatie op het Hofeinde en mogelijk ook de site met omwalling refereren naar de vroegste parochiale geschiedenis van beide gemeenten, opklimmend tot 1187.
De voormalige pastorie Het Hof met omwald domein en aansluitend parkbos, gelegen in het noordelijk gehucht Hofeinde nabij de grens met Beerse, is een site met een oude geschiedenis en vormt een belangrijke getuige van het religieus verleden van zowel Vosselaar als Beerse.
Reeds in 1187 verenigde de abdij van Groot-Bijgaarden de kerken van Vosselaar en Beerse tot één dubbelparochie. Het is mogelijk dat reeds in deze periode de pastoor van deze parochie verbleven zou hebben op het gehucht “Hofeynde”, ongeveer even ver van de twee te bedienen kerken. Dit doet vermoeden dat zowel de inplanting van Het Hof als de omliggende omwalde site opklimmen tot deze vroege parochiale geschiedenis. De rechtstreekse verbinding tussen de Onze-Lieve-Vrouwekerk in het centrum en de voormalige pastorie Het Hof is ook duidelijk zichtbaar op het historisch kaartenmateriaal. Op de oude kaarten is het tracé reeds duidelijk herkenbaar. Op de kabinetskaart van de Ferraris (circa 1775) komt een wandelpad voor. Bij de kaart van Vandermaelen (circa 1854) is er reeds sprake van een "chemin".
Van 1426 tot het eerste kwart van de 19de eeuw leverden de norbertijnen van de Sint-Michielsabdij te Antwerpen een pastoor. In 1776 werd de dubbelparochie gescheiden en kreeg Beerse een eigen pastorie. Samen met Het Hof behoort de pastorie van Beerse tot de oudste pastorieën in het kanton Turnhout.
Van het oorspronkelijk pastoriegebouw werden voorlopig geen sporen terug gevonden. Het classicistisch uitzicht van het huidig pastoriegebouw klimt op tot het tweede kwart van de 18de eeuw. In deze periode lieten witheer G. Van Essen, pastoor te Beerse-Vosselaar van 1720-1743, en zijn opvolger, witheer-pastoor J. A. Laurysens (1743-1753), grondige herstellings- en/of verbouwingswerken uitvoeren aan de pastorie. Een arduinen gevelsteen tegen de linker zijgevel met datering "1750" herinnert aan het jaar waarin J. A. Laurysens het huis restaureerde.
Op de Ferraris- en Vandermaelenkaart wordt de pastorie duidelijk weergegeven als een beeldbepalend, omwald en met bomen omzoomd domein.
Omstreeks 1831-1835 verhuisde de pastoor wegens de lange afstand naar de kerk naar het dorpscentrum, ongeveer ter hoogte van het huidige gemeentehuis. Dit kan worden afgeleid van de Vandermaelenkaart waarop Het Hof als "Oude Pastory" wordt vermeld en er ook een "Presbytère" is aangeduid in het eigenlijke dorpscentrum. Het Hof werd op die manier ontheven van zijn functie als pastorie en kwam in handen van privé-eigenaars.
Rondom de pastorie vindt men een parkbos. Het parkbos is in feite ontstaan uit de oorspronkelijke kern van het omwald pastoriedomein, dat op het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw is uitgebreid tot een geïntegreerd en onlosmakelijk geheel met een belangrijk gevarieerd bomenbestand, voornamelijk gevormd door drevenstructuren, bomengroepen, solitaire bomen, een vijver en boomgaard. De verbinding tussen het kerndomein en de latere uitbreiding wordt gevormd door cementen bruggetjes in houtimitatie die kenmerkend zijn voor de periode waarin de uitbreiding en volledige aanleg van het domein tot stand kwam.
Op het moment van de bescherming (2001) bevonden zowel de pastorie als het parkbos zich in een sterk verwaarloosde toestand.
De voormalige pastorie betreft een dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een kunstleien schilddak met flankerende zijvleugels van drie/twee traveeën onder afgewolfde zadeldaken met dakkapellen.
De voorgevel van het gecementeerd volume is beschilderd. Arduin is aangewend voor de verwerking van plinten, vensterdorpels en omlijstingen. De voorgevel wordt verder gekenmerkt door een licht risalietvormend middentravee en kordons. In de voorgevel zitten segmentboogvensters die op de begane grond en in de middentravee van het hoofdgebouw decoratiever uitgewerkt zijn, namelijk in geriemde omlijstingen met uitgeholde dagkanten. De vensters van de eerste bouwlaag zijn ook voorzien van dorpels op kleine consoles. De spiegelboogdeur onder een gestrekte dorpel heeft een segmentboogvormig bovenlicht. Elk van de onderdelen is beglaasd en voorzien van 19de-eeuws ijzerwerk in stermotief. De poort zit vervat in een brede arduinen rococo-omlijsting met profileringen, sleutel, kordons, C-vormige krullen, kroonlijstjes, voluten,... In de achtergevel zitten rechthoekige muuropeningen en een ovale oculus. Achteraan bevinden zich recentere uitbouwen onder een plat dak.
In het interieur wordt de oude kelder gekenmerkt door een met korfbooggewelf en kaarsnisjes. Op de begane grond is er sprake van een enfilade van twee ruime vertrekken. De eerste kamer is opgesmukt met plafond- en wanddecoratie in fijn neoclassicistisch stucwerk (tweede helft van de 19de eeuw). Er zijn wandpanelen met lijst- en rankwerk, op het plafond gedetailleerd uitgewerkte rozetten met rankwerk van dier- en kinderfiguren, fruitschalen,... In de tweede, lager gelegen kamer zijn de lambrisering, niskasten en schouw uitgevoerd in eclectisch houtsnijwerk met neogotische en neo-Vlaamse-renaissancistische versieringsmotieven. Zo is er onder meer een lambrisering met panelen waarop centraal karikaturale portretten voorkomen met telkens een andere uitwerking, gescheiden door diverse kariatiden. Het derde vertrek heeft een gelijkaardige lambrisering in neoclassicistische stijl. Er is onder meer een palmetmotief alternerend met pilasters en neerhangende festoenen te onderscheiden. De traphal heeft een zwart-witmarmeren vloer.
De pastorie ligt te midden van een bosrijk domein. Langs het Hofeinde bevinden zich nog enkele dienstgebouwen, waaronder een conciërgewoning, een hangar en een garage. Deze banale gebouwen werden opgetrokken in de loop van de 20ste eeuw en hebben geen noemenswaardige waarde.
Voor de pastorie ligt een ruim grasveld dat overgaat in een vijver. Deze vijver is aangelegd in een gedeelte van de voormalige grachtstructuur. De vijver kreeg watertoevoer via de Eindeloop en bevoorraadde vervolgens de brede omwalling. Ten oosten van het hoofdgebouw is deze omgrachting goed te herkennen in de parkaanleg. Zij omringt de voormalige rechthoekige moestuin. Ten westen van de pastorie is het tracé van deze omgrachting minder duidelijk aanwezig. Wegens een afdamming in de buurt stonden de grachten op het moment van de bescherming (2001) droog. Enkel in de vijver bevond zich nog water. Mogelijk omringden deze grachten het oorspronkelijke pastoriedomein. Over de grachtstructuur, op een drietal plaatsen in het park, liggen betonnen brugjes in houtimitatie.
Ten westen van de moestuin ligt een dreef die, met een lichte knik, naar de Kapelstraat leidt. Rondom vindt men een parkbos met een belangrijk bomenbestand, dat volgens de Biologische Waarderingskaart (versie 2, 1997-2010) uit zuur eikenbos bestaat. De gracht wordt omzoomd door een bomenrij met dominantie van beuk.
Ondanks de verwaarlozing heeft het domein heeft zijn typische bestanddelen zoals een bomendreef, een boomgaard, een vijver, een brede gracht, bruggetjes,... goed behouden.
Auteurs: De Sadeleer, Sibylle; Dubaere, Barbara
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Hofeinde
Omvat
Hof van Vosselaar
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorie Het Hof met parkbos [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/12397 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.