Neoclassicistisch kasteel met empire-inslag en rechthoekige plattegrond, gelegen in beboomde tuin met oorspronkelijk vierkante omgrachting. Poort aan de oostzijde, duiventorentje aan de westzijde en inplanting van een recente tentoonstellingszaal tussen poort en kasteel.

Volgens A. Thys en R. Moretus was het hof Buerstede in de 15de- en 16de eeuw eigendom van Barthelemy Bertram de Bouchout, P. Van der Beke, J. Peeters; in 1576 verkocht aan Jan van Hove (toen hoeve). In de 17de eeuw bezit van J. Zanoli en de jezuïeten van Antwerpen. Circa 1700 in het bezit van familie de Crane d'Heysselaer. In 1876 verkocht aan R. Moretus en in circa 1883 aan L. Gilliot.

In zijn geschiedenis van het kasteel Cleydael vermeldt J.B. Stockmans sommige bezitters van de heerlijkheid Cleydael als heren van de heerlijkheid Buerstede: onder meer Pieter van der Straten (begin 16de eeuw), Pascal-Ignace van den Cruyce (midden 18de eeuw). Jean Egide Peeters-van den Cruyce kocht de heerlijkheid Buerstede in 1761 en ook Henri Joseph Sier bezat in 1786 de heerlijkheid. Daaraan worden door J. Broeckaert en L. De Schepper aan toegevoegd: Jan Stoevers, Hendric vander Wyct (1427), familie Sanders, familie Ghysbrechts (1521), Pollenter (1608), Johanna Celosse(?) (1610), van Herstraten (1617), van Caestre (1617- gestorven l666) en Helman (1666- gestorven l690), de Broeckhoven (1717 of 1728), van den Cruyce (1754), de Brouckhoven (1758 en 1766).

Familie de Crane d'Heysselaer liet in 1842 het huidige kasteel oprichten. In de eerste helft van de 20ste eeuw met derde bouwlaag verhoogd onder plat dak. Voorheen afgedekt met zadeldaken en tentdak op driezijdige uitbouw aan de noordgevel. In 1984 wordt het gerestaureerd naar ontwerp van L. De Vos en J.M. De Vos. Daarbij wordt de bovenste verdieping afgebroken en een nieuwe dakconstructie gebouwd conform aan de vroegere toestand. De ramen worden vervangen en de gevels voorzien van een nieuwe bezetting. Ook de inrijpoort en torentje worden hersteld.

Aardeweg leidt naar iets uit de as van de poort gelegen rechthoekig kasteel van vijf (zuid en noord) en vier traveeën, met souterrain en heden drie bouwlagen onder plat dak, gedateerd 1842 (zie steen voor bordestrap). Bepleisterd en beschilderd bakstenen gebouw op kleine arduinen plint. Sterke horizontale gerichtheid door kordonlijsten en kroonlijst op klossen (boven tweede bouwlaag). zuidgevel gemarkeerd door hoekrisalieten van één travee verbonden door portiek met drie rondbogen op Ionische zuilen met voluutkapiteel; bekronend balkon met balustrade en postamenten. Portiek voorafgegaan door een bordestrap geflankeerd door sfinxen op sokkels. Noordgevel met driezijdig middenrisaliet. Meestal rechthoekige vensters, deels beluikt, op kordonvormende onderdorpels; aan de noordgevel in geriemde omlijsting met kroonlijst (op consoles op eerste bouwlaag). Rondboogvensters op eerste bouwlaag in de zuidgevel, met kordonvormende geriemde boogomlijsting. Rondboogdeuren, licht verdiepte rondboogvormige balkondeuren met geriemde boogruggen op vlakke Korinthische pilasters.

Rond bakstenen duiventorentje aan de westzijde, van twee bouwlagen onder kegelvormige, leien spits. Ronde venstertjes en accoladeboogdeur in geprofileerde omlijsting van hardsteen.

Neogotische poort aan de oostzijde van het kasteel, met banden van natuursteen en bakstenen brug met dito balustrade, over de gedempte hofgracht. Tudorboogvormige poortopening met waterlijst op consoles, onder cartouche met opschrift "Château Buerstede" in schoudergevel met overhoekse pinakels.