erfgoedobject

Kasteeldomein Solhof

bouwkundig / landschappelijk element
ID
12419
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/12419

Juridische gevolgen

Beschrijving

Het kasteel Solhof en het omringend park zijn gelegen langs de Baron van Ertbornstraat, in de as van de Barones Ludwine de Borrekenslaan. De site omvat naast het neoclassicistische kasteel, de ronde hoektorens en de grachten, een groot park afgebakend met dreven, waarin zich rondom de geplaveide binnenplaats een conciërgewoning, stallingen en koetshuizen bevinden.

Historiek

Volgens J.B. Stockmans wordt de heerlijkheid Heysselaer of Yckele reeds vermeld in de 15de eeuw, waarvan haar zetel, het Solhof, vermeld in 1414 toen in het bezit was van Nicolaes van de Wouwere. Het domein bestond uit een lustgoed en twee hoeven zogenaamd “Groote Grippe” en “Mastboom”. Vermoedelijk werd circa 1550, onder eigenaar Josse Van de Wouwere, een huis van plaisantie opgericht, genaamd "'t hoff van Ysselaer", waarvan de omgrachting rond het huidige domein Solhof en de torens aan de inkom een overblijfsel zijn. Vanaf 1555 is het in bezit van Charles Micault en later van de familie del Rio. Geronimo del Rio vergrootte tussen 1564 en 1572 het domein aanzienlijk waardoor volgens sommige bronnen dan pas de heerlijkheid opgericht werd, afhankelijk van het feodaal hof van Mechelen.

Daarna was het Solhof nog eigendom van de familie Panhuys (1579), van de familie Campomenoso (1614) die in 1748 het oude hof liet afbreken en een nieuw kasteel oprichtte, van Andreas van Hencxthoven (1780) en van baron van Ertborn (1837) die het kasteel en domein vergrootte. In de tweede helft van de 19de eeuw bereikte het landgoed zijn maximale grote. Het kasteeldomein en bijhorende twee pachthoeven en landbouwgronden omvaten toen een areaal van 51ha 44a.

Via huwelijk kwam het goed in het bezit van de familie de Borrekens die eind 19de eeuw het huidige neoclassicistische kasteel liet oprichten. Het koetshuis en de conciërgewoning met stallingen in neorenaissancestijl dateren vermoedelijk uit het einde van de 19de of begin van de 20ste eeuw. De gemeente koopt in 1984 het kasteeldomein aan en verkoopt niet veel later het kasteel met bijgebouwen. Het park blijft als gemeentelijk park in gebruik. In 1992 wordt het kasteel afgebroken en heropgebouwd waarna het als hotel wordt uitgebaat.

Evolutie op kaart

Het Solhof is duidelijk herkenbaar op de kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778). Het goed beperkt zich tot de zone binnen de omgrachting en is bereikbaar via de toegangsbrug ten westen. De bebouwing bestaat uit drie delen gegroepeerd rond een erf dat langs de noordzijde door een omheiningsmuur wordt afgesloten. Langs deze zijde wordt ook geen grachtarm afgebeeld. Ten noorden en oosten van het kasteel zijn moestuinen weergegeven. Het kasteel wordt omgeven door met bomenrijen omgeven akkers. De Baron van Ertbornstraat en de dreven ten noorden en zuiden van het kasteel zijn reeds aangelegd.

Ongeveer dertig jaar later maakt landmeter Gigault in 1806 een nieuwe kaart op van het Solhof en omgeving. Het goed is dan aangelegd volgens het principe “vivre entre cour et jardin” waarbij een centrale as vanaf de toegangsdreef, via de toegangsbrug door het kasteel en de tuinen naar, een zichtpunt aan het einde van het achterliggende bos doorloopt. Twee symmetrisch ingeplante bijgebouwen langs beide zijden van de erekoer flankeren het hoofdgebouw. De nu als een volledig omgrachte weergegeven site bestaat verder uit een formeel aangelegde tuin met kruisvormige paden. De achterste tuinzone is aangelegd als twee bosquets gescheiden door het centrale pad met waterbekken. Aansluitend is buiten de omgrachting een sterrenbos aangelegd.

Op de topografische kaart van 1865 is de omvorming van de tuinen naar een park in landschappelijke stijl zichtbaar. Deze transformatie heeft volgens literaire bronnen ergens tussen 1850 en 1880 plaatsgevonden, maar kan dus nauwkeuriger gedateerd worden. Waar bij andere domeinen vaak de bestaande gracht sterk vergraven en tot vijver of “meanderende rivier” getransformeerd wordt, blijft de aanpassing van de bestaande walgracht hier beperkt. Mogelijk dateert ook de bouw van de ijskelder uit deze periode. Het park loopt nu verder zuidwaarts buiten de omgrachting verder. Langs de noordzijde is buiten de omgrachting een langgerekte zone als moestuin in gebruik. Op de kaart van 1903 strekt de parkaanleg zich uit tot zijn huidige grenzen. Daarbij is een noordoostelijk gelegen hoevetje mee opgenomen binnen de aanleg.

Beschrijving

De site van het kasteel Solhof bestaat uit een neoclassicistisch kasteel gelegen binnen een brede, rechthoekige omgrachting. De gedeeltelijk ommuurde binnenplaats is bereikbaar langs een bakstenen boogbrug en vierkante hekpijlers van blauwe hardsteen met bolvormige bekroning. Het oorspronkelijk hek is niet meer aanwezig. Op de noord- en westhoeken van de ommuring staan ronde bakstenen torentjes, vermoedelijk daterend uit de 16de eeuw. De vierkante, geplaveide binnenplaats met centraal een rond perk met waterpartij heeft aan de zuidoostzijde het rechthoekige kasteel uit de tweede helft van de 19de eeuw en aan de zuidwestzijde een rechthoekig koetshuis uit circa het laatste kwart van de 19de eeuw. Aan de noordoostzijde van de binnenplaats zijn de L-vormige conciërgewoning en stallingen gelegen, opgetrokken in dezelfde periode als het koetshuis.

Het neoclassicistische kasteel uit de tweede helft van de 19de eeuw en heropgebouwd in 1992, is een eenvoudig rechthoekig kasteel met bepleisterde en beschilderde lijstgevels. De voor- en achtergevels tellen zeven traveeën en drie bouwlagen onder een leien schilddak. Op het moment van bescherming in 1984 waren de rechthoekige vensters met lekdrempels van de voorgevel beluikt, en op de derde bouwlaag voorzien van gietijzeren leuningen. Ook de rechthoekig deuren in de derde, vierde en vijfde travee waren beluikt en bereikbaar via een kleine bordestrap. Sinds het kasteel in gebruik werd genomen als hotel verdwenen de luiken. De gevel is afgewerkt met een geprofileerde lijst onder de kroonlijst. De tuingevel is opengewerkt met rechthoekige vensters op lekdrempels, op het moment van bescherming waren de ook vensters van de op eerste bouwlaag beluikt. Een smal aanbouwsel aan de zuidwestelijke gevel is afgedekt door een plat dak.

Het koetshuis en de conciërgewoning, respectievelijk ten zuidwesten en noordoosten van de binnenplaats, zijn twee identieke gebouwen in neorenaissancestijl uit het laatste kwart van de 19de eeuw. De datering 1748 op de zijtrapgevel verwijst naar het bouwjaar van het kasteel door de familie Campomenoso.

De conciërgewoning vormt samen met de dwars op de woning aangebouwde stallingen een L-vormig volume. De gebouwen tellen één bouwlaag en worden afgedekt door leien zadeldaken met afgewolfde dakkapellen en rechthoekige dakvensters onder zadeldaken. De bakstenen gevels staan op een natuurstenen plint en zijn verlevendigd met natuurstenen vlakke banden, hoekblokken en venster- en deuromlijstingen. De erfgevels tellen vijf traveeën met afwisselend kruisvensters met een dubbele ontlastingsboog en korfboogpoorten met waterlijsten op consoles en zijn afgewerkt met een kroonlijst op houten consoles. De zijtrapgevels zijn opengewerkt met twee rechthoekige vensters, een drielicht en een klein vierkant venstertje en afgewerkt met overhoekse schouder- en topstukken met bolbekroning.

De haakse oostvleugel, gelijkaardig opgebouwd als de conciërgewoning en koetshuizen eindigt met een vierkant torentje van twee bouwlagen onder een dubbel leien tentdak. De vleugel is voorzien van bolkozijnen, rechthoekige deuren met een bolkozijn als bovenlicht en rondboogpoorten met een waterlijst op consoles.

Op de bakstenen omwallingsmuur staan twee ronde hoektorens van twee bouwlagen onder leien kegeldaken. De bakstenen gebouwtjes op bakstenen onderbouw zijn voorzien van schietgaten en afzaat van natuursteen. Kordonlijst van natuursteen en steigergaten onder kroonlijst op houten klossen. Rechthoekige venstertjes met negblokken en rechthoekig vernieuwde deuren met houten latei.

Park met landschappelijke aanleg gelegen op een rechthoekig terrein en afgezoomd met dreven. Aan de Solhofdreef werden in de zuidoostelijke parkzone in de tweede helft van de 20ste eeuw enkele villa’s gebouwd. De Solhofdreef bestaat uit jonge gewone beuken en iets oudere exemplaren tegen de Baron van Ertbornstraat. De dreef ten noorden van het park is beplant met bruine beuken. De Barones Ludwina de Borrekenslaan, de vroegere toegangsdreef in de as van het kasteel, werd midden de 20ste eeuw verbreed en langs beide zijden verkaveld waardoor het dreefaspect verdween. Heden rest enkel nog een bomenrij op de middenberm.

Het park met aanleg in landschappelijke stijl bestaat uit een centraal gazon aansluitend bij het kasteel, een tweede open zone zuidwaarts en een omgevend parkbos. Lange tijd had het park een meer open karakter, dit beeld is nog zichtbaar op de luchtfoto van 1971. De verschillende ontworpen zichtassen in het park van en naar het landhuis en de gloriëttes zijn heden bijna allen verdwenen. Een eerste gloriëtte bevindt zich ten noordwesten van het kasteel, over de grachtarm. Op een oude foto staat de gloriëtte afgebeeld me een begeleidende taxushaag. Het halfronde bakstenen gebouwtje biedt onderdak aan een zitbank en fungeert als zichtpunt van één van de zichtassen binnen het parkontwerp. Het golvend dak wordt langs de voorzijde gestut door pilaren van knoteiken. Takken van vermoedelijk rhododendron in de middelste boog verhogen nog het pittoresk karakter van het gebouwtje. Heden rest enkel nog de halfronde muur.

Op de heuvel met ijskelder staat een tweede paviljoentje. Vier pilaren van knoteiken dragen het in 1990 vernieuwde dak. De inplanting bovenop een kunstmatige heuvel bereikbaar via een windend pad afgezoomd door taxussen maakt de gloriëtte zowel tot een zichtpunt als een attractie tijdens de wandeling. Het oorspronkelijke onverharde padenpatroon van het park is grotendeels bewaard. Over de walgracht liggen nog twee metalen tuinbruggen.

De beplanting in het park wordt overwegend gedomineerd door beuk, zomereik, linde, plataan, esdoorn en tamme kastanje. Daarbij valt ook het grote aantal bruine beuken op, aangeplant omwille van de bladkleur die zorgt voor afwisseling binnen de beplanting. In het park werden volgende bomen op een standaardhoogte van 150 cm opgemeten: gewone beuk (Fagus sylvatica) 369 cm, bruine beuk (Fagus sylvatica ‘Atropurpurea’) 530 cm, tamme kastanje (Castanea sativa) 334, reuzenlevensboom (Thuja plicata) 200 cm, venijnboom (Taxus bacata) 307 cm, Amerikaanse eik (Quercus rubra) 330 cm en een meerstammige Californische cipres (Chamaecyparis lawsoniana).

Langsheen de gazonrand staan in bomengroepen en als solitair verschillende bijzondere bomen, onder meer een Amerikaanse Tupeloboom met felle herfstverkleuring (stamomtrek 228 cm) en een haagbeuk met ingesneden blad (Carpinus betula ‘Incisa’). Verder nog een varenbeuk (Fagus sylvatica ‘Laciniata’) met een stamomtrek van 461 cm, voor het eerst in Duitsland gekweekt in 1795 en een rariteit op het moment van aanplanting. In de nabijheid staat ook een kroesbeuk (Fagys sylvatica ‘Cristata’) met een stamomtrek van 156 cm. Deze cultivar ontstond vermoedelijk in 1836 op de Engelse kwekerij Loddiges en is bijzonder zeldzaam.

Ten westen van de vroegere boomgaard staat een rij taxusbomen, vermoedelijk het restant van een vroegere haag. Daarnaast staan langs het spiraalvormig pad naar de gloriëtte op de ijskelder taxussen aangeplant. Bij de conciërgewoning staan ook nog enkele knoteiken.

  • Onroerend Erfgoed Antwerpen, beschermingsdossier DA000612, Kasteel Solhof en omgeving, (Brenders F. 1984).
  • Onroerend Erfgoed Brussel, Aanduidingsdossier 4.05/10000/118.1 , Domeinen Groeningenhof, Solhof en Lillaarschans (ARTOIS D. 2012).
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden van Jozef Jean François de Ferraris, opgesteld tussen 1770-1778, schaal 1:11.520.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven tussen 1846-1854, schaal 1:20 000.
  • PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n1 (A-He), Brussel - Gent.
  • VANDEPUTTE O. 2011: Aartselaar, Erfgoedbibliotheek van de Belgische gemeenten. De provincie Antwerpen, Tielt, 26-29.
  • E BIE M. 2005: Bocholt: een kampplaats uit de middensteentijd op het Smeetshof, Limburg. Het Oude Land van Loon 84.4, 339-342.
  • S.N. 1944: Het kasteel Solhof te Aartselaar, Het Vlaamsche land, 5.6, 1.
  • THYS A. 1891: Le château de Solhof d'Aertselaer, Recueil des bulletins de la propriété publiés par le journal l'Escaut d'Anvers pendant le cours de l'annee 1890, 96- 100.
  • FORTGENS G. 2013: Fagus sylvatica ‘Cristata’, Arbor Vitae 4-23, 12-15, Fagus-sylvatica-Cristata.pdf (geraadpleegd op 25 juni 2025).
  • PROVINCIE ANTWERPEN 2017: Aartselaar. Erfgoedplan “Solhof “2017-2037 [online], https://id.erfgoed.net/plannen/507 (geraadpleegd 24 juni 2025).

Auteurs: Wylleman, Linda; Michiels, Marijke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Kasteeldomein Solhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/12419 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.