Heimolen ()

De Heimolen (genoemd naar een vroeger gehucht) is een houten korenwindmolen van het type standaard met gesloten voet, opgericht in 1801 (inscripties op steenlijst aan vangzijde, tussen de meel- en steenzolder).

De oprichting van deze molen werd enkele decennia tegengehouden maar na de afschaffing van de banplicht en het windrecht op het einde van de 18de eeuw, had iedereen het recht een molen op te richten, binnen zekere reglementeringen. De molen werd zwaar beschadigd bij de inval van het Duitse leger in 1914 maar nadien hersteld. In 1938 bracht de firma De Moor uit Sint-Niklaas het stroomlijnprofiel Dekker op de buitenroede aan. Een blikseminslag in september 1957 beschadigde beide wieken en de molen werd stilgelegd. De staart werd dat jaar ook verkort omdat de molenberg werd verkleind. De gemeente kocht de molen aan in 1962 en het jaar daarop werd de molen hersteld door molenbouwer Rik Caers uit Retie. In 1978 volgde een grondige restauratie door Caers naar ontwerp van architect Paul Gevers uit Kasterlee, waarbij onder meer de wieken vernieuwd werden, schaliën aan windweegzijde vervangen werden door een in visgraat geplaatste beplanking, en het torenkot en de kap voorzien werden van gekloofde eikenhouten leien. In 2002 volgde een nieuwe maalvaardige restauratie met vernieuwing van de wiekenas door Thomaes Molenbouw uit Beveren-Roeselare.  

De molen is gelegen tussen nieuwbouw, op een licht hellend, met gras begroeid en omhaagd perceel. De houten molenkast is bekleed met verticale planken aan de deurweeg en de zijwegen, en met schuine planken aan de windweeg, alle grijs geschilderd. De zacht geknikte, doorhangende windweeg heeft een afgeronde onderrand, de voorweeg een trap en een houten rechthoekig balkon over de gehele breedte, onder een lessenaarsdak (kombuis). Aan deze zijde bevindt zich ook een rechthoekig laadluik en luiwerk onder een zadeldakje in de top. De molen heeft een overkragende kap (houten leien) op houten klossen die aan de voorweeg versierd is met windborden en die aan windweegzijde afgewolfd is. Onderaan rust de molen op vier teerlingen in een witgekalkt bakstenen achtzijdig torenkot, gedekt met houten leien. De hoogteteerlingen zijn naar het oosten en westen gericht en de laagteteerlingen naar het noorden en zuiden, in tegenstelling tot wat gangbaar is.

Het gevlucht bestaat uit gelaste roeden in een gietijzeren askop van de firma Van Aerschot uit Herentals. Het kruiwerk gebeurt door een enkelvoudige overbrenging op kettingrol. Inwendig heeft de molen twee zolders. Het maalwerk omvat twee paar molenstenen, het vangmechanisme, het luiwerk, de galg, de baansteen en de snelheidsregeling.

  • WILLAERT B. 2017: Beheersplan Molen van ’t Heiken, onuitgegeven nota.
  • BOGAERTS M. 1982: Paspoort van de molen van Aartselaar, Aartselaar.
  • MARIVOET F. 1964: Twee windmolens gerestaureerd, Toerisme provincie Antwerpen, 1.15 april, 5-6.
  • VAN OVERSTRAETEN J. 1944: Molens te Aartselaar, Achel en Adegem, Toerisme, 23, 114- 115.
  • PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10N1 (A-He), Brussel - Gent.

Auteurs:  Wylleman, Linda; Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Heimolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/357934 (geraadpleegd op ).


Molen van 't Heike ()

Tussen nieuwbouw en op licht hellend met gras begroeid en omhaagd perceel gelegen houten staakmolen genaamd naar vroeger gehucht Heiken. Andere benamingen: Heimolen, Molen van Reet, molen van den Driese.

Gave standaardmolen, graanmolen in circa 1800 opgebouwd, middenlijst vangzijde met opschriften vanaf 1801. Zwaar beschadigd in 1914, in 1938 verdekt. Door blikseminslag in september 1957 wieken zwaar beschadigd en molen stilgelegd. De staart werd ook in 1957 verkort, daar de molenberg werd verkleind. Aangekocht door de gemeente in 1962 en in 1963 gerestaureerd door molenbouwer R. Caers uit Retie. In 1978 (tussen 15 april en 30 oktober) opnieuw gerestaureerd naar ontwerp van P. Gevers door R. Caers uit Retie, waarbij onder meer de wieken vernieuwd werden, schaliën aan windweegzijde verwijderd en vervangen door een in visgraat geplaatste beplanking, torenkot en kap voorzien van gekloofde eikenhouten leien.

Houten grijsgeschilderde molen onder aan windweegzijde afgewolfde kap (houten leien) op vier en teerlingen, heden verbouwd tot gekalkt bakstenen achtzijdig torenkot gedekt met houten leien. Zachtgeknikte, doorhangende windweeg met afgeronde onderrand. Voorweeg met houten rechthoekig balkon over de gehele breedte, onder lessenaarsdak. Overkragende kap op houten klossen en aan voorweeg versierd met windborden. Rechthoekig laadluik en luiwerk onder zadeldekje in top. Houten wieken vastgehecht in gietijzeren askop, gegoten door firma Van Aerschot uit Herentals. Kruiwerk met enkelvoudige overbrenging op kettingrol.

Inwendig maalwerk omvat twee paar molenstenen.

  • BOGAERTS M., Paspoort van de molen van Aartselaar, Aartselaar, 1982.
  • MARIVOET F., Twee windmolens gerestaureerd, in Toerisme provincie Antwerpen, 1964, nummer 1, 15 april, p. 5-6.
  • VAN OVERSTRAETEN J., Molens te Aartselaar, Achel en Adegem, in Toerisme, jaargang XXIII, 1944 p. 114- 115.

Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n1 (A-He), Brussel - Gent.
Auteurs:  Wylleman, Linda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Heimolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/12444 (geraadpleegd op ).