Straat in het centrum van Harelbeke, die loopt van de Gentsestraat naar de Noordstraat. De straat is thans genoemd naar de Harelbeekse musicus Peter De Coninck (1790-1853), die in Praag veel faam verwerft. Oorspronkelijk heet de straat gewoon Deconinckstraat naar inwoner Ferdinand Deconinck die aan de Marktstraat nummer 74 woont. Wanneer in 1862 de straat wordt aangelegd op de grond van Ferdinand Deconinck (1805-1864), wenst deze dat de nieuwe straat ook zijn naam zou dragen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vraagt men om de straatnaam te wijzigen in De Coninckstraat, naar Jozef De Coninck (1802-1833), de halfbroer van Peter De Coninck en kapelmeester in de Sint-Salvatorskerk, maar door de oorlogsomstandigheden wordt de naam niet gewijzigd. Toen men later aan de straatnamen met een familienaam een voornaam heeft toegevoegd, dacht men niet meer aan Ferdinand of Jozef, maar aan Peter De Coninck.

Volgens Lampaert is de straat samen met de Stationsstraat aangelegd in 1863. In 1885 wordt de straat verhard door het gemeentebestuur en de straat krijgt een voetgang (voetpad). Voor het eerst vermeld in de bevolkingsregisters in 1880; er staan dan zes woningen waarvan vier herbergen met uithangbord "In den Postillon", "Au Damier", "De Paling" en "De Tempeliers". Na 1890 komen er negen huizen bij. Sinds de jaren 1950 ook de aanwezigheid van de post (nummer 16).

Thans loodrechte straat met aaneengesloten bebouwing. Aan de noordoostzijde, smal steegje dat loopt naar de inham in de Boterpotstraat en dat in oorsprong een landwegje is, zie op de Atlas der Buurtwegen (1845) omschreven als "Sentier n°47" en "Sentier du Sweveghemsche kalsyde au Boterpotstraet".