Rechthoekig landhuis in cottagestijl van 1899 (gevelsteen in noordoostgevel) met koetshuis aan zuidzijde. Gelegen in grote tuin afgesloten door smeedijzeren hekken op arduinen sokkels en poorten met bakstenen pijlers, en tevens door kastanjedreef verbonden met de straat.
In opdracht van Franck werd de bouw gestart. In 1899 onafgewerkt aangekocht door E. Debaer, die het liet voltooien. In 1911-1913 verbouwd en vergroot en circa 1912 werd de tuin aangelegd met rotstuin en vijver met waterval. Villa nogmaals verbouwd in 1925.
Bakstenen gebouw, op gecementeerde plint, souterrain en twee bouwlagen onder overkragende schild- en zadeldaken (leien) met aantal ijzeren vorstkammen. Gevelvlak versierd met banden van natuursteen, tegelpanelen op borstweringen en fries met diamantkoppen aan toren. Verscheidene risalieten onder puntgevel met houten sierwindborden. Enkele verhoogde traveeën met dakvenster, onder tentdak. Zuidhoek: overhoekse vierkante toren onder spits. Omlopende houten veranda aan noordoost-, zuidwest- en zuidoostgevels; verscheidene houten balkons en een bakstenen erker aan zuidwestgevel. Rechthoekige, steekboog- en rondboogvormige muuropeningen (vensters op lekdrempels).
Rechthoekig koetshuis aan zuidzijde. Bakstenen gebouw op arduinen plint, van één bouwlaag onder zadeldak (leien) met dakvensters. Banden van gekleurde baksteen. Enkele laadluiken in puntgevels. Steekboogvensters en rechthoekige deuren en poorten.
- H.L., Het kastanjehof, in DF-koerier, maandblad Davidsfonds Boechout-Vremde, Boechout, november 1981, p. 470.