Reeks van dertig, twee aan twee in spiegelbeeld gekoppelde arbeiderswoningen (nummers 108-148 en 152-168), onderbroken door de toegangspoort van het klooster van de paters kapucijnen (nummer 150). De Samenwerkende Maatschappij voor Goedkope Woningen en Woonvertrekken liet de wijk optrekken in 1926 naar de plannen van L. Spéder en J. Vanderveken. De sobere panden van twee bouwlagen en twee traveeën zijn opgetrokken in oranjerode baksteen boven een hardstenen plint en afgelijnd door de zinken gootlijst van het pannen zadeldak. De begane grond bestaat uit een toegangsdeur in een licht vooruitspringend portaal onder een rondboog met simili-aanzetstukken en door ruitmotief versierde sluitsteen, en een breed rondboogvenster. De bovenbouw bevat afwisselend twee rechthoekige vensters of een enkel rechthoekig venster geflankeerd door een decoratief gevelvlak in overhoekse bakstenen en bekroond door een puntgeveltje met oculus. Verder decoratieve metselverbanden in de lateien, ontlastingsbogen en muurbanden. Het oorspronkelijk houten schrijnwerk met roedeverdeling bleef slechts bewaard in nummer 134, 136 en 138.
Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 85595 (bouwvergunning 22.01.1926).
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Aanvullende informatie
Het oorspronkelijk houten schrijnwerk met roedeverdeling is eveneens verdwenen bij de huisnummers 134, 136 en 138.
Google Maps, Streetview, Heilig Geeststraat 134-138, Leuven [online] (geraadpleegd op 12 juni 2024).