is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Bavo
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Parochiekerk Sint-Bavo
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Parochiekerk Sint-Bavo: kerkhof
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Parochiekerk Sint-Bavo: koor
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Parochiekerk Sint-Bavo: transept
Deze bescherming is geldig sinds
De parochiekerk Sint-Bavo in zijn huidige vorm is in het centrum van de gemeente Boechout een markant gegeven. Oudste gedeelten van het kerkgebouw zijn het 15de-eeuwse koor en 17de-eeuwse transept. Het schip en de toren werden aan het einde van de 19de eeuw nieuw opgetrokken. Het gebouw wordt omgeven door zijn voormalig, omhaagd kerkhof, omgevormd tot grasperk waarop zich het oorlogsmonument 1914-1918 en tegen het zuidtransept een gedenkmonument J.F. Willems van 1848 bevinden.
Een eerste vermelding van de Sint-Bavokerk te Boechout dateert van een akte van 974 waarbij keizer Otto II de kerk terugschonk aan de Sint-Baafsabdij van Gent. Deze abdij genoot de tienden van het dorp Boechout. Het contract betreffende de bouw van de toren dateert van 1431, het koor dagtekent uit het einde van de 15de of het begin van de 16de eeuw. In 1542 en 1583 woedde een brand, maar het koor en de toren bleven gespaard. Opmerkelijk is dat tot de 17de eeuw de toren los stond van het koor. Grote herstellingswerken begonnen in 1639, het jaar daarop werden het nieuwe transept en het schip voltooid. De toren onderging enkele herstellingen in 1803 en in 1834 naar ontwerp van F. Stoop. In 1841-1842 werd het gotische schip afgebroken, naar aanleiding van de bouw van zijbeuken naar ontwerp van Ferdinand Berckmans (1803-1854). Ook werden bij deze werken de transepten voorzien van spitsboogvensters. Naar ontwerp van provinciaal bouwmeester Eugeen Gife (1819-1890) werden in 1863 enkele verbeteringswerken doorgevoerd (openbare aanbesteding op 7 mei 1863 en voltooid op 17 december 1863), waarbij de plafonds in het schip en transept werden vervangen, de middenbeuk werd verhoogd, en nieuwe ramen werden geplaatst in het transept en een deur in de noordelijke sacristie.
De meest ingrijpende wijziging vond plaats op het einde van de 19de eeuw. Toren en schip werden afgebroken en een nieuwe kerk werd gebouwd, twee traveeën langer dan het oude kerkgebouw. De nieuwe kerk werd gebouwd volgens een ontwerp van architect Gife. De werken begonnen in 1897 en waren voltooid in maart 1898. In 1910-1911 werd nog een bergplaats aangebouwd, naar ontwerp van Louis Gife (1854-1929). Alhoewel volgens de archiefdocumenten van de periode 1890 de nieuwe kerk in stijl moest aansluiten en gelijken op de afgebroken delen, werd hiervan toch grondig afgeweken. De oude toren was opgetrokken in witte natuursteen; bij de heropbouw, twee traveeën verder van het koor, werd gebruik gemaakt van baksteen met banden in witte natuursteen. Ook de gevels van het kerkgebouw zelf werd op deze wijze verlevendigd. Hiermee heeft men willen aansluiten bij de bestaande en behouden gevels van de dwarsbeuk die op dezelfde wijze waren versierd. De afdekking van de zijbeuken met een opeenvolging van schilddaken bood een architecturaal verantwoorde oplossing voor de lichtschepping in de middenbeuk. Hierdoor kwamen de relatief hoge ramen volledig vrij, wat niet meer het geval was na de verbreding van de kerk zoals ze in 1841-1842 door Ferdinand Berckmans werd uitgevoerd. Het dak van de toen aangebouwde zijbeuken sloot onmiddellijk aan bij het dak van het middenschip en sloot de aanwezige ramen volledig af.
De decoratieve binnenschildering is van de hand van A. Callens en dateert van 1911. De oorlogsschade van de Eerste Wereldoorlog, namelijk aan goten, schaliën en metselwerk, werd in 1917-1918 hersteld naar ontwerp van Louis Gife. In 1925 werden nog enkele kleine herstellingen uitgevoerd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakten glasramen, metselwerk en schaliën beschadigd. Voorlopige herstellingen vonden plaats in 1945-1947, de definitieve herstellingen circa 1950 en in 1954. Het koor werd in 1958-1959 voorzien van drie glasramen naar ontwerp van J. Van Ael, uitgevoerd door J. Van de Broeck. De bewaarde glasramen werden door Calders hersteld in 1959.
Bij de aanleg van vloerverwarming in de kerk werden enkele archeologische vaststellingen gedaan. Er werden twee Merovingische graven, een graf uit de vroege middeleeuwen, een graf uit de volle middeleeuwen en meerdere niet nader te dateren middeleeuwse graven aangetroffen. Daarnaast werden ook sporen teruggevonden van de vroegmiddeleeuwse voorganger van de kerk.
De plattegrond van de Sint-Bavokerk omvat een westtoren, een driebeukig schip van zeven traveeën, het 17de-eeuwse transept en het 15de-eeuwse koor met driezijdige sluiting. Aan de zuidgevel bevindt zich een rechthoekige sacristie; aan de noordgevel bestaat nog de oude 17de-eeuwse sacristie. Het bakstenen gebouw wordt gekenmerkt door speklagen en een sokkel van zandsteen, het koor en de noordelijke sacristie zijn volledig uit zandsteen opgetrokken.
De vierkante westtoren telt vier geledingen onder een ingesnoerde naaldspits; de overhoeks geplaatste steunberen aan de westhoeken van de toren tellen twee versnijdingen. Een vijfhoekig traptorentje is aangebouwd aan de noordgevel. Een verdiepte korfboogdeur en aansluitend spitsboogvenster met neogotische tracering zijn gevat in een doorlopende, geprofileerde omlijsting. De eiken deur wordt gekenmerkt door een makelaar met zuiltje en krulkapiteel op een polygonale sokkel, gedateerd 1871, waarop een Sint-Bavobeeldje onder baldakijn werd aangebracht, gedateerd 1652. De toren is verder voorzien van spitsboogvormige galmgaten met negblokken en een waterlijst en wordt beëindigd door steigergaten onder de daklijst.
Het schip, transept, koor en sacristie zijn afgedekt door leien zadeldaken; het schip heeft een metalen gebinte. De zijbeuken zijn uitgewerkt als kapellen onder schilddaken. De traveeïndeling van zowel zij- als middenbeuk wordt benadrukt door steunberen met puntdakjes. Het 17de-eeuwse transept is voorzien van haaks op elkaar gestelde steunberen en steigergaten. Lichtinval gebeurt overvloedig door spitsboogvensters met neogotische tracering. In de gevel van de zuidelijke transeptarm is een Sint-Andrieskruis met zwarte baksteen gemetseld. De traveeën van het koor, met hoge gotische spitsboogvensters, zijn eveneens door middel van steunberen met twee versnijdingen afgebakend, de gevels worden beëindigd door steigergaten onder de daklijst. De rechthoekige sacristie aan de zuidgevel is opengewerkt met kruiskozijnen in hardsteen.
De Sint-Bavokerk is een basiliek met spitsbogen op zuilen met polygonale sokkels en bladwerkkapitelen naar Brabants patroon. Het bakstenen kruisribgewelf rust op schalken met bladwerkkapiteel. De zijbeuken zijn overwelfd met kruisribgewelven op consoles, het koor met een kruisribgewelf op schalken.
Het kerkhof van de Sint-Bavokerk werd in 1956 ontruimd. Het voormalige kerkhof rond de Sint-Bavokerk werd omgevormd tot grasperk, omheind door een geschoren haag. Aan de noordzijde werden enkele opgaande lindebomen aangeplant. Het perk behield de oorspronkelijke afbakening en benadrukt de positie van de kerk in het centrum van Boechout.
Auteurs: Wylleman, Linda; Brenders, Francis
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Sint-Bavoplein
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Bavo [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/12553 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.