Herberg De Valk bestaat uit een breed hoekhuis uit het eerste kwart van de 20ste eeuw met aan de westzijde een gedeelte van een vroegere gemeenteschool uit het tweede kwart van de 19de eeuw en een magazijn uit het eerste kwart van de 20ste eeuw.
In 1847 schonk Charles Moretus aan het gemeentebestuur dit perceel grond op voorwaarde dat hier vóór eind 1849 een school en gemeentehuis werden gebouwd. De school werd vóór eind 1849 gerealiseerd. Vanaf 1849 werden ontwerpen gemaakt voor een gemeentehuis onder meer door Van Boeckel. Ten slotte werd het plan van F. Berckmans goedgekeurd in 1852, zodat het gemeentehuis eind 1853 voltooid werd. In 1895 werd beslist de school te vergroten door het gemeentehuis in te lijven, zodat het noodzakelijk werd een nieuw gemeentehuis te bouwen. De school bleef in gebruik tot 1902, in 1905 verkocht en vóór 1907 omgebouwd tot herberg De Teniersvrienden met feestzaal naar ontwerp van architect Flor Van Reeth.
Een prentkaart van rond 1914 uit de studie van Jozef Wuyts laat zien dat de middenbouw (het gedeelte van de vroegere dorpsschool) door Flor Van Reeth voorzien was van drie grote dakkapellen met in- en uitzwenkende topgevels. Wanneer die dakkapellen opnieuw verdwenen zijn is niet bekend. De achterbouw, het magazijn of in de akte van 1905 het oude gevangenenhuis, had slechts een één bouwlaag en was afgewerkt met een asymmetrische in- en uitzwenkende puntgevel. De verhoging met een tweede bouwlaag dateert van 1922.
Uit de studie van Marc Browaeys noteren we dat Flor Van Reeth die in 1904 naar Boechout was komen wonen, er in 1905 tesamen met enkele kunstenaars (onder meer met beeldhouwer Floris De Cuyper en glazenier Eugeen Yoors) de kunstkring Streven oprichtte. Het doel van de kunstkring was "in den buiten een kunstbeweging te stichten en alzoo het schoonheidsgevoel in het volk te brengen" (Eugeen Yoors) of zoals Flor Van Reeth het formuleerde "het verspreiden, het 'decentraliseren' om zoo te zeggen van den goeden smaak". Ze konden rekenen op financiële en morele steun van Baron Georges Caroly, die zijn buitenverblijf had in Boechout. Behalve een jaarlijkse tentoonstellingwerden ook muziekavonden ingericht, lezingen gehouden, een volksbibliotheek en een toneelafdeling opgericht. Bovendien werd begonnen met een vaktekenschool en een vrije avondvakschool (met een honderdtal leerlingen, metselaars, timmerlieden en smeden). Een aantal van de activiteiten van de kunstkring vonden plaats in de lokalen bij de herberg "De Teniersvrienden".
De vierkante voorbouw telt twee bouwlagen onder een zadeldak met mechanische pannen en nok loodrecht op de Hovesesteenweg. Het bakstenen gebouw heeft een bepleisterde eerste bouwlaag. De hoekstenen en vlakke banden zijn uitgevoerd in natuursteen. De rechtertravee is verhoogd met een rechthoekige houten erker. De rechthoekige en getoogde muuropeningen behielde het houtwerk met art nouveau en cottage-reminiscenties.
Centraal staat het vroegere schooltje met vijf traveeën en één bouwlaag onder een zadeldak van Vlaamse pannen, waarvan de nok evenwijdig ligt aan de Hovesesteenweg. Het bakstenen gebouw op een plint van natuursteen heeft een traveeindeling door middel van pilasters van natuursteen met een eenvoudig geprofileerd kapiteel onder een beschilderde architraaf. De muuropeningen zijn rechthoekig.
Het derde gedeelte is het rechthoekig bakstenen magazijn van twee bouwlagen onder een zadeldak van Vlaamse pannen waarvan de nok loodrecht op de Hovesesteenweg ligt. De muuropeningen zijn steekboog- en rondboogvormig, enkele met bepleisterde en beschilderde omlijsting.
In het interieur bevindt zich in de herberg en in de erboven gelegen woonvertrekken nog schrijnwerk, waarvan we het ontwerp kunnen toeschrijven aan Flor van Reeth. In de gelagzaal is er de haardnis met links en rechts ingebouwde zitbanken, waarboven de ramen met glas in lood, de omlijsting tussen inkom en gelagzaal, de omlijsting boven de toog, twee bovenlichten met glas in lood naar de achtergelegen vertrekken en in de nis van de toog een kast met deurtjes met gedeeltelijk bewaard glas in lood. Tussen de gelagzaal en de achterliggende zaal is er een grote vouwdeur met bovenlicht. Op de verdieping is er een gelijkaardig bovenlicht ingewerkt in de wand tussen gang en woonruimte. In de voorste kamer bevindt zich een fraaie haard vermoedelijk naar ontwerp van Flor Van Reeth. De klassieke 19de-eeuwse trap en de binnendeur met balusters in het bovenlicht zijn vermoedelijk interieurelementen van het voormalige gemeentehuis.
Bron: Beschermingsdossier DA002291, Herberg De Valk (digitaal dossier)
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2000: Herberg De Valk [online], https://id.erfgoed.net/teksten/165420 (geraadpleegd op ).
Breed hoekhuis, uit het eerste kwart van de 20ste eeuw met aan westzijde gedeelte van vroegere gemeenteschool, uit het tweede kwart van de 19de eeuw (nok parallel aan de Hovesesteenweg) en magazijn, uit het eerste kwart van de 20ste eeuw (?) (nok loodrecht op de Hovesesteenweg).
In 1847 schonk Charles Moretus aan het gemeentebestuur een perceel grond op voorwaarde onder meer dat er vóór eind 1849 een school en gemeentehuis op deze plaats werden gebouwd. Voor eind 1849 was de school aanwezig. Vanaf 1849 werden ontwerpen gemaakt voor een gemeentehuis, onder meer door Van Boeckel. Ten slotte werd het plan van F. Berckmans goedgekeurd in 1852, zodat het gemeentehuis eind 1853 voltooid werd. In 1895 werd beslist de school te vergroten door het gemeentehuis in te lijven, zodat het noodzakelijk werd een nieuw gemeentehuis te bouwen (zie landhuis Heuvelhof). De school bleef in gebruik tot 1902, in 1905 verkocht en voor 1907 omgebouwd tot herberg met feestzaal naar ontwerp van Flor Van Reeth.
Vierkante voorbouw van twee bouwlagen onder zadeldak (mechanische pannen). Bakstenen gebouw met bepleisterde eerste bouwlaag. Hoekstenen en vlakke banden van natuursteen. Verhoogde rechtertravee met rechthoekige houten erker. Rechthoekige en getoogde muuropeningen; bewaard houtwerk met art-nouveau- en cottagereminiscenties. Aan oostgevel klein rechthoekig bepleisterd aanbouwsel onder zadeldak (Vlaamse pannen).
Vroeger schooltje van vijf traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (leien). Bakstenen gebouw op plint van natuursteen met travee-indeling door middel van pilasters van natuursteen met eenvoudig geprofileerd kapiteel onder beschilderde architraaf. Rechthoekige muuropeningen.
Rechthoekige bakstenen magazijn van twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen) met steekboog- en rondboogvormige muuropeningen; enkele met beschilderde omlijsting.
Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n1 (A-He), Brussel - Gent.
Auteurs: Wylleman, Linda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Wylleman L. 1985: Herberg De Valk [online], https://id.erfgoed.net/teksten/12557 (geraadpleegd op ).