Hoeve met losstaande bestanddelen uit de tweede helft van de 19de eeuw met kern uit de 18de eeuw (?); gelegen op omhaagd terrein. Woonstalhuis (nok loodrecht op de straat) en langsschuur (nok loodrecht op de straat) aan zuidzijde. Reeds vermeld in 1362 als behorende tot de moederhofstad zogenaamd Molendonk. Vanaf de 16de eeuw Cleyne Pyper geheten, tegenover de Grote Pyper op Liers grondgebied.
Verhoogd en verbreed woonhuis met zuidelijke voorgevel van vier traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (mechanische pannen), uit de tweede helft van de 19de eeuw met oudere kern zie oostgevel. Verankerd bakstenen gebouw op gecementeerde plint. Onderkelderde noordoostzijde met getraliede rechthoekige keldermonden en opkamervensters aan oost- en noordgevels. Beluikte en getraliede rechthoekige vensters met houten latei en strekse boog, rechthoekige zolderluiken onder daklijst. Rechthoekige deur met houten latei. Oostgevel met gecementeerde banden en beluikt kloosterkozijn van zandsteen met negblokken en ontlastingsboog, namelijk rollaag en platte laag.
In verlengde woonhuis, bredere stallingen van baksteen onder zadeldak (Vlaamse pannen), uit het vierde kwart van de 19de eeuw (?). Rechthoekige muuropeningen met houten latei.
Bakstenen langsschuur van vier traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen), uit het vierde kwart van de 19de eeuw (?); rechthoekige muuropeningen met houten latei.
- JACOBS J., Onuitgegeven nota's.