Zogenaamd Luizenkasteel, modo Bloemenhof (in de tweede helft van de 14de eeuw), Hoeven van Naenen (in de 20ste eeuw). Hoeve en nieuw landhuis ingeplant binnen een met gras begroeid domein binnen brede omwatering waarlangs knotwilgen; begrensd door Molenbeek. Domein bereikbaar langs bakstenen brugje over omwalling. Nieuwe villa ten oosten van het domein ter vervanging van vroeger kasteel. Hoevegebouwen ten westen van het domein tegen de omwalling: woonstalhuis (nok loodrecht op de straat) uit de 17de of de 18de eeuw aan zuidzijde; langsschuur (nok parallel aan de straat) uit de 18de eeuw aan westzijde en verbouwde stalling(?) met open wagenhuis (nok loodrecht op de straat) uit de 19de(?) en de tweede helft van de 20ste eeuw aan noordzijde.
Eén van de twee hoeven afhankelijk van de moederhofstad 't Goed van Claes van de Morter(e) behorend tot het bezit van de Sint-Baafsabdij te Gent van 1003 tot 1495. Hoevegebouwen voor eerst vermeld in 1399 en gelegen in Hagenbroek. In 1477-78 vermeld als een klein goed, een "goyken". Verkocht aan Pauwel Robijns Wouterszoon in 1495. De familie Robijns heeft de hoevegebouwen door verbouwing of nieuwe bouw aangepast tot herenhuis of herenhoeve want bij verkoop in 1567 aan François van den Cruyce staan de twee hoeven omschreven als twee hoeven met huysinghen, schuren, stallen, wagenhuis, duifhuis, koestallen, paardenstallen en huis van plaisantie. Kort na 1602 werden de twee hoeven gescheiden. Verder in handen van Anne Leermans (1644), van Bueren (1678), van Valckenisse, de Bisthoven (vanaf circa 1750), Geelhand (1819), Meeus (1911), Naenen (1919), Donck-De Decker (1959), Seynaeve-Claerhout (1968), Vercammen. Door Seynaeve-Claerhout werd de hoeve gerestaureerd, een gedeelte van de bijgebouwen afgebroken en een nieuw landhuis opgericht.
Noordelijke voorgevel woonhuis van vijf traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (riet). Gecementeerd en gekalkt verankerd bakstenen gebouw op gepikte plint; onderkelderde noordoostzijde. Getraliede rechthoekige vensters met arduinen dorpels, een getralied kloosterkozijn van opkamer met halfrond geprofileerde tussen- en bovendorpel. Rechthoekige deur in vlakke omlijsting van arduin. In verlengde breder uitgebouwde stallingen onder zadeldak (riet). Rechthoekige poorten en vernieuwde rechthoekige vensters. Zuidgevel met vernieuwde muuropeningen en sporen van zandstenen banden.
Monumentale bakstenen langsschuur onder zadeldak (Vlaamse pannen). Uitgespaarde noordoosthoek waarin rechthoekige poorten; oostgevel met inspringende poorten. Rechthoekige venstertjes met arduinen dorpels en rechthoekig deurtje.
- JACOBS J., Het Luize(n)kasteel of Bloemenhof te Vremde, Heemkundig handboekje voor de Antwerpse regio, XXLI, nr. 3, Borgerhout, herfst 1983, p. 1-11.