Hoeve met losstaande bestanddelen, uit het vierde kwart van de 19de eeuw met grasveld aan westzijde en geplaveid erf. Woonstalhuis (nok loodrecht op de straat), kleine stalling aan zuidzijde (nok loodrecht op de straat) en bakhuis aan noordzijde (nok parallel aan de straat). Reeds vermelding van een hoeve in de tweede helft van de 18de eeuw.
Bakstenen rechthoekige gebouwen van één bouwlaag onder zadeldaken (mechanische en Vlaamse pannen). Woonhuis van vier traveeën; onderkelderde noordzijde en twee opkamervensters aan noordgevel. Beluikte rechthoekige vensters en rechthoekige deur met arduinen dorpels, rondboogvormig zolderluikje in westzijgevel. Overige vensters rechthoekige met houten lateien. Poorten met houten of gietijzeren lateien. Gebruik van houten windborden bij zijgevels woonhuis, stallingen en afzonderlijke stalling.
Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n1 (A-He), Brussel - Gent. Auteurs: Wylleman, Linda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)