Geografisch thema

Lepemolenstraat

ID
15936
URI
https://id.erfgoed.net/themas/15936

Beschrijving

Bochtige weg vanaf de Koning Albertstraat en in noordwestelijke richting doodlopend tegen de Torhoutsesteenweg. De straat volgt gedeeltelijk het tracé van de Lepemolenbeek. Naam afkomstig van het toponiem Lepe en de nu verdwenen "Lepemolen".

De straat maakt oorspronkelijk deel uit van een oude verbindingsweg van Brugge via Torhout - waar de straat als Rozeveldstraat en Keibergstraat wordt verdergezet - naar Ieper. De straat wordt in de ommeloper van 1674 als "Iperwegh" aangeduid en staat afgebeeld op de Grote Kaart van het Brugse Vrije door Pieter Pourbus (1571) gekopieerd door Pieter Claeissens (1601). Het belang van de weg vervalt door de aanleg tussen 1751 en 1754 van de Torhoutsesteenweg.

Op de Ferrariskaart (1770-1778) met inbegrip van de huidige Lepemolenstraat en zuidwaarts verdergezet als Rembertstraat richting Torhout. De weg is afgezoomd met bomen en maakt een opvallende bocht ten oosten van de Lepemolen. De huidige straat vormt op de Atlas der Buurtwegen (1844) samen met het noordelijk deel van de Boudewijn Hapkenstraat Chemin n° 15, de "Lepemolenstraet. Chemin de la maison Quick, Pierre, à la ferme de la demoiselle Dekeersgieter".

Het veldgebied, een uitloper van het Bulskampveld (zie Beernem) beslaat oorspronkelijk bijna het gehele huidige Veldegem, een deel van Aartrijke en Torhout. Het toponiem Lepe duidt op het noordwestelijk deel van het veld. De oudst gekende vermelding dateert van 1296 wanneer Martin de Goeidts het "Hof ter Lepe" in Aartrijke "t' eenre jegenote die heet Nordlepe" schenkt aan het Sint-Janshospitaal. De Flou vermeldt dit hof als een uitgestrekte landerij in de gemeente Aartrijke (zie Moubekestraat nummer 42 en Aartrijke, Kronemolenstraat 37). In 1301 legert de Franse koning "apud grangiam in Lepe" (bij het "Hof ter Lepe"). De plaats waar de Boudewijn Hapkenstraat en de Langenhoekstraat samenkomen stond eertijds bekend als Lepegat ("leepgate", 1528). In 1624 komt in een legger van het kerk- en disbezit van Aartrijke Lepe als wijknaam voor, er is tevens sprake van "den kerckwech van de Lepe", die naar de wijk De Lepe leidt. Halverwege de 17de eeuw wordt langs de vroegere Ieperweg de "Veltmeulen" (oudste vermelding in 1645) opgericht. De naam "Lepemolen" zou voor de eerste maal in disrekeningen van 1728-1730 voorkomen. Het zwaartepunt van de wijk verplaatst zich nu naar het gebied rond de molen. Een staat van goed uit 1668 vermeldt "eene coornewijntmeulene binden prochie van Zedelghem in een jeghenoote genaempt de Lepe…met het meulenhuys". De molen wordt afgebeeld op een kaart van de bezittingen van François en Bernardus Boutens uit 1762. De standaardmolen met open voet bevindt zich eertijds ter hoogte van Lepemolenstraat nummer 8, de molenaarswoning ter hoogte van de Koning Albertstraat nummer 146. Volgens de ommeloper van 1674 is het Brugse kartuizerinnenklooster eigenaar van de molen en de nabij gelegen Molendamvijver. De molen staat aangeduid op de Ferrariskaart als "Lepe Meulen". Op het eind van de 18de eeuw ook "Rommelsmolen" genoemd naar de familie Rommel die de molen vijf generaties zal uitbaten. De omgeving ten zuiden en ten westen van de molen worden respectievelijk als Zuid-lepe en West-lepe aangeduid. De zuidoosthoek van Aartrijke wordt volgens het kadaster in 1797-1798 bij de sectie Zuijdlepe ingedeeld. In 1846 wordt vlak langs de molen de spoorweg Brugge-Kortrijk aangelegd met in de buurt ervan een station (zie Koning Albertstraat). De molen wordt in 1918 door de terugtrekkende Duitsers opgeblazen. In 1925 bouwt men bij het molenaarshuis een maalderij die in 1969 wordt overgeplaatst naar Werken (Kortemark).

Lepe is bewaard gebleven als wijknaam in de omgeving van de nu verdwenen molensite.

Van oudsher schaarse, verspreide bebouwing zoals te zien op de Ferrariskaart en op de Atlas. De oudste bebouwing gaat terug tot de eerste helft van de 19de eeuw (zie nummers 5 en 59). Woonstraat met hoofdzakelijk vrijstaande of halfvrijstaande huizen uit de 20ste eeuw. Enkele huizen uit het interbellum De werkmanswoning, nummer 11 dateert van circa 1925. Vrijstaand diephuis in bruine, verankerde baksteen met tuitgevel, gebruik van witte baksteen voor de korfboogvormige ontlastingsbogen en de doorlopende banden. Nummer 21 met karakteristieke betonnen lateien en deur met bewaard schrijnwerk Voorts recentere woningen.

  • KADASTERARCHIEF WEST-VLAANDEREN TE BRUGGE, 207: Mutatieschetsen, Zedelgem, 1928/14.
  • RIJKSARCHIEF BRUGGE, Kaarten en plannen van de Collectie Karel Mestdagh, nr. 10: Figuratieve kaart van de eigendommen van François en Bernardus Boutens, 1762.
  • BONDUEL L., Het Zedelgem, Veldegem, Loppem en Aartrijke van toen. Een verzameling foto's en prentbriefkaarten aangevuld met beknopte historische gegevens, Brugge, 1983, p. 68-70.
  • CAPPON G., De Lepemolen en zijn bewoners, in Zilleghem. Handelingen van de Kring voor heemkunde en geschiedenis Pastoor Ronse, jg. 2, nr. 2, 1981, p. 34-41.
  • CAPPON G., De ommelooper der prochie van Zedelgem. Pieter Lust, landmeter, Zedelgem, 1996.
  • DENYS B., Parochie Veldegem: sterke rank aan de Zedelgemse wijnstok, in Zedelgem 900 jaar, Zedelgem, Heemkundige Kring "Pastoor Ronse", 1989, p. 35-36.
  • DENYS B., Pastoor Joannes Vuylsteke en het ontstaan van de proosdij Veldegem, in Zilleghem. Handelingen van de Kring voor heemkunde en geschiedenis Pastoor Ronse, jg. 17, nr. 2, 1996, p. 49.
  • FONTEYNE N.E., Schets ener geschiedenis der gemeente Veldegem, in Zilleghem Handelingen van de Kring voor heemkunde en geschiedenis Pastoor Ronse, jg. 10, nr. 1, 1989, p.31-37.
  • POLLET J., Enkele gegevens over 'Noordover' te Zedelgem, in Noortover, jg. 2, nr. 1, 1989/90, p. 2.
  • POLLET J., De "Veltmeulen" te Zedelgem, in Zilleghem Handelingen van de Kring voor heemkunde en geschiedenis Pastoor Ronse, jg. 3, nr. 4, 1982, p. 156-160.
  • PYCK M., De historiek van de Torhoutse straten en straatnamen. Deel I: Het agrarisch gebied ten O. en N.O. van het stadscentrum, in Jaarboek van de Geschied- en Heemkundige kring Het Houtland, Torhout, 1976, p. 17.

Bron: VAN VLAENDEREN P. & VRANCKX M. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Zedelgem met deelgemeenten Aartrijke, Loppem en Veldegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL47, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Van Vlaenderen, Patricia; Vranckx, Martien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Boerenarbeiderswoning

  • Omvat
    Hoeve met losse bestanddelen

  • Is deel van
    Veldegem


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Lepemolenstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/15936 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.