Weg die de Kolonel Naessensstraat met de Drogenbroodstraat verbindt. Straat genoemd naar de "Marelput", een put in de Kolonel Naessensstraat waar mergel of kalkrijke aarde ontgonnen werd om de magere gronden in het noorden van de gemeente mee te bemesten. De "Marelput" was in gebruik vanaf de 16de tot het eerste kwart van de 20ste eeuw. Het toponiem "Marelbeilck" wordt voor het eerst vermeld in 1558. De naam "Marelstraat" was reeds in gebruik in het tweede kwart van de 19de eeuw. In de Atlas der Buurtwegen (1845) vermeld als "Maerlestraetje" en omschreven als "Sentier du chemin dit Kasteeldreef à celui dit Droogebroodstraet". Westelijk deel van de straat bestaande uit voet- en fietspad afgezoomd door knotwilgen.
In 2005 wordt de gedenksteen voor kolonel Naessens, in 1914 betrokken bij de verdediging van het fort van Loncin, van de gevel van het gemeentehuis overgebracht naar het Egemsdorpsplein als solitair gedenkteken. Bij heraanleg van het plein overgebracht naar de Marelstraat.
Straat met voornamelijk woonfunctie. Villa's uit het laatste kwart van de 20ste eeuw. Nummer 2, aan pleintje gelegen cultureel centrum.
ARICKX V., Geschiedenis van Egem. Deel I: een dorp voor de Franse Revolutie, Kortrijk, 1982, p. 36, 45.
DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Deel X, Brugge, 1930, kolom 106.
Bron: DEVOOGHT K. & SANTY P. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Pittem met deelgemeente Egem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL49, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Santy, Pieter; Devooght, Kristien Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
