is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Tuinwijk Sint-Bernadettestraat
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Tuinwijk Sint-Bernadettestraat
Deze vaststelling was geldig van tot
Tuinwijk met 200-tal woningen, in 1923 gerealiseerd door de sociale huisvestingsmaatschappij Gentse Maatschappij voor Goedkope Woningen naar ontwerp van Oscar Van de Voorde. In 1929-1930 en 1953 verdicht met appartementsgebouwtjes, naar ontwerp van respectievelijk Van de Voorde en Jules Trenteseau.
In 1922 gaf de sociale huisvestingsmaatschappij Gentse Maatschappij voor Goedkope Woningen (sinds 1958 Gentse Maatschappij voor de Huisvesting) opdracht aan de Gentse architect Oscar Van de Voorde om een tuinwijk te ontwerpen aan de Sint-Bernadettestraat. Datzelfde jaar nog publiceerde de Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen en Woonvertrekken (NMGWW) deze plannen als typevoorbeeld. In 1923 werden de huizen gerealiseerd door de coöperatieve vennootschap "De Bouwwerklieden", en de beplanting en omheiningen door De Wilde.
In 1929-1930 werd de wijk verdicht met 36 extra woningen (twaalf gezinswoningen op nummer 220, 226, 416, 418, 462, 464, 500, 506, 532, 534, 560 en 562 en twee appartementsblokken van elk twaalf appartementen op nummer 508-530 en 536-558), opnieuw naar ontwerp van Oscar Van de Voorde en uitgevoerd door de Gentse aannemer Pycke. Een derde identiek geheel van twaalf appartementen werd in de noordoostelijke hoek van de wijk (nummer 348-370) toegevoegd begin jaren dertig door dezelfde aannemer. In 1953 ten slotte bouwde men in de zuidoostelijke hoek nog een gebouw met twaalf appartementen, naar ontwerp van Jules Trenteseau (nummer 272-294).
In 1994 werden de interbellum gebouwen in de wijk grondig gerenoveerd en in 2013-2015 werd het appartementsgebouw van 1953 vervangen door een nieuw appartementsgebouw met elf woningen naar ontwerp van architect Kurt Desoete en L8 architecten BVBA (Gent).
Aan de noordzijde van de wijk (nummer 258) richtte de stad in 1924 een school op in tijdelijke houten paviljoenen, op de plek waar in 1953 het appartementsgebouw naar ontwerp van Jules Trenteseau kwam. In 1931-1932 werd de oostelijke vleugel van het huidige schoolgebouw opgericht naar ontwerp van G. Neirinckx, aangevuld in 1935-1936 met de westvleugel en in 1938 en 1946 verder vergroot, steeds naar plannen van dezelfde ontwerper. Mogelijk werd de voorgevel wel ontworpen door de toenmalige stadsbouwmeester Charles Bar. Na vijftien jaar leegstand werd het gebouw in 2015 gerenoveerd en uitgebreid met een nieuwbouw om terug als basisschool te worden gebruikt. De bouwvallige westvleugel werd in 2016 gesloopt.
Tuinwijk van een 200-tal woningen met orthogonale stratenaanleg waarbij bijna alle 143 huizen van de eerste bouwfase een oost-westoriëntatie hebben omwille van de optimale bezonning (maar ten koste van de privacy). Dergelijke aanleg kan gezien worden als een voorloper van de strokenbouw en was mogelijk geïnspireerd door tuinwijk Vreedom in Rotterdam van Grandpré Molière. Conform het tuinwijkconcept had de wijk een afgesloten karakter (met slechts twee, overbouwde toegangen), verschillende openbare groenzones (één groot plein, drie plantsoenen en twee 'groenselhoven') en een gedifferentieerd circulatiepatroon (met wandelpaden die de achtertuinen ontsluiten). Bij de bouwfase van 1930 werd het oorspronkelijke stedenbouwkundige concept deels teniet gedaan door de bebouwing van het centrale plein en de bouw van vooral noord-zuid georiënteerde woningen.
De architectuur bestaat uit bakstenen huizengroepen van twee tot tien enkelhuizen van één bouwlaag en twee traveeën. De gevelarchitectuur is vrij gevarieerd en cottage-getint: ofwel onder mansardedak met dakkapel en lijstgevel voorzien van korfboogdeur, ofwel met geknikte puntgevel waarin een zoldervenster, en met rechthoekige deur. De vensters zijn ruim en rechthoekig, oorspronkelijk onderaan met halve luiken. De in 1930 toegevoegde woningen zijn dubbelwoonsten met brede puntgevel, gedeeld topoculus en centraal een ruitvormig baksteenmotief dat typisch is voor architect Oscar Van de Voorde. De rode baksteen en het metselwerk zijn sinds de renovatie van 1994 geschilderd in verschillende tinten groen. De meergezinswoningen uit 1930 werden gerealiseerd met een plat dak en drie bouwlagen, waarvan de onderste twee in rode baksteen met ruitvormig baksteenmotief en beluikte vensters onderaan, en de bovenste in bleke baksteen waardoor deze gebouwen visueel aansloten bij de bestaande woningen. De gevelarchitectuur van deze meergezinswoningen werd echter sterk verbouwd bij de renovatie van 1994, onder andere met een nieuw parement.
De gezinswoningen hadden een typisch grondplan met op het gelijkvloers vooraan een familiekamer-spreekplaats en achteraan een ruime woonkeuken, en boven twee kleine kamers en één grote. In de achterbouw bevond zich een pomphuis, kolenkot, WC en stal. Het grondplan van de later toegevoegde gezinswoningen en van de appartementen sluit hier grotendeels bij aan. Oorspronkelijk bevatten heel wat huizen ook een winkelruimte.
Het schoolgebouw telt twee bouwlagen en is opgetrokken in een zakelijke baksteenarchitectuur die vooral gekenmerkt wordt door de grote vensters.
De bouwfase van 1923 heeft een stedenbouwkundige en architecturale waarde als een vrij grootschalig voorbeeld van de tuinwijken die tijdens de eerste helft van de jaren twintig werden opgetrokken, met een enigszins uitzonderlijk aanlegplan. Bepalende erfgoedelementen zijn de circulatiepatronen (afgesloten karakter en voetgangerswegen), de inplanting (strokenbouw), de (verdwenen) groenaanleg, de voorzieningen (schoolgebouw van 1926/1936) en de architecturale homogeniteit, schaal, vorm (silhouet en volumewerking). De meergezinswoningen uit de jaren dertig doen afbreuk aan de oorspronkelijke tuinwijkaanleg (bebouwen van de groenzones) en hebben door de ingrijpende verbouwingen van 1994 vrijwel geen erfgoedwaarde meer. Het schoolgebouw sluit wel nog aan bij de oorspronkelijke wijk.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke; Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Gent - 19de- en 20ste-eeuwse stadsuitbreiding
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Tuinwijk Sint-Bernadettestraat [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/126537 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.