Straat lopend in oostelijke richting vanop de Itterbeeksebaan tot aan de Weidestraat in Dilbeek. Ten tijde van de Atlas der Buurtwegen (circa 1841-1850) "Kerkweg" en "Dilbeeksche Kerkweg" (nu deels Dorpsstraat) genoemd. Naar het centrum toe verbreedt de weg tot een driehoekig plein waarop de kerk en het kerkhof zijn ingeplant.
In de straat zijn nog een aantal typische dorpswoningen uit het begin van de 20ste eeuw gelegen, bijvoorbeeld: nummers 27, 29, 44-46 en 48-58. Nummers 26 tot 30 zijn drie kleine dorpswoningen van elk twee traveeën onder doorlopend zadeldak en verschijnen samen in 1888 op het kadaster als landgebouw. In 1905 (geregistreerd in 1906) wordt dit landgebouw uitgebreid (poort tussen nummers 30 en 32) en wordt het een koetshuis. Later waarschijnlijk verbouwd tot drie dorpswoningen.
Ten oosten van de kerk complex van de voormalige brouwerij – mouterij "Het Draaiboomken" met café op de hoek (nummer 55). Heden totaal gerenoveerd met behoud van de buitenmuren.
Op het plein staat ten westen, links voor de toegang tot de kerk en het kerkhof, een eenvoudig hardstenen oorlogsmonument voor de slachtoffers van beide wereldoorlogen, gesigneerd op de sokkel "H.C. Menners/ Arch" en vervaardigd door P. Thirion (Itterbeek). Na de Tweede Wereldoorlog zou er een ander oorlogsmonument voor de kerk hebben gestaan (zichtbaar op een oude foto van 1946). Dit monument werd in de jaren 1960 (?) afgebroken voor de verbreding van de wegen rond de kerk en de aanleg van het driehoekig plein voor de kerk.
- Archief Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, 1533, Dilbeek, Itterbeek, Kerkstraat, Sint-Pieterskerk en kerkhofmuur, Studiebureau Clerckx P.V.B.A. openbare werken, Herstellingswerken aan de kerkhofmuur rond de Sint-Pieterskerk te Itterbeek, Historisch onderzoek, 1982 (?).
- Archief Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, Archief Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, Dilbeek, Itterbeek, Sint-Pieterskerk en kerkhofmuur.
- Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Dilbeek, afdeling V (Itterbeek), 1888/16 en 1906/10 (nummers 26-30), 1909/9 (nummers 44-46) en 1910/3 (nummers 48-58).