Teksten van Vestingen Ieper

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/126651

Kazematten Houten Paard (Ieper - WOI) ()

Kazematten ter hoogte van het Houten Paard, die deel uitmaken van de vestinggordel rond Ieper, op ongeveer 350 meter ten noordnoordoosten van de Rijselpoort.

Tijdens de oorlog fungeerden de gebastioneerde vestingmuren rond Ieper als beschutting. Onder de hoofdwal kwam er een ondergrondse verbinding tussen de Rijselpoort en de Menenpoort. In de kazematten werden hoofdkwartieren, medische posten, slaapruimtes en opslagruimtes ondergebracht. In het zogenaamde Poortwachtershuis (kazematten) ten oosten van de Rijselpoort vonden officieren van de staf van generaal Plumer beschutting voor hun werkzaamheden. Ter hoogte van het Houten Paard werd een soldatenkrantje door de Sherwood Foresters gedrukt, The Wipers Times.

Ook de ondergrondse kazematten ten oosten van de Kasteelgracht, Hoornwerk van Antwerpen genoemd, werden tijdens de oorlog verstevigd en als schuilplaats gebruikt. Getuige hiervan de inscripties van de 55ste Compagnie Royal Engineers.

  • COOMBS R. 2001: Before endeavour fades. A guide to the battlefields of the First World War, London.
  • STUBBE L. e.a. 2004: Vesting Ieper. Wandeling in een historisch landschap, Openbaar Kunstbezit Vlaanderen.

Bron: WOI Relict (1816): Kazematten Houten Paard (Ieper - WOI)
Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Vestingen Ieper [online], https://id.erfgoed.net/teksten/394587 (geraadpleegd op ).


Hoornwerk Antwerpen (Ieper - WOI) ()

Het Hoornwerk Antwerpen is gelegen ten oosten van de Kasteelgracht (ter hoogte van het voetgangersbrugje) en de Leopold III - laan en ten zuiden van de Vaubanstraat.

Tijdens de oorlog fungeerden de gebastioneerde vestingmuren rond Ieper als beschutting. Onder de hoofdwal kwam er een ondergrondse verbinding tussen de Rijselpoort en de Menenpoort. In de kazematten werden hoofdkwartieren, medische posten, slaapruimtes en opslagruimtes ondergebracht. In het zogenaamde Poortwachtershuis (kazematten) ten oosten van de Rijselpoort vonden officieren van de staf van generaal Plumer beschutting voor hun werkzaamheden. Ter hoogte van het Houten Paard werd een soldatenkrantje door de Sherwood Foresters gedrukt: "The Wipers Times".

Ook de ondergrondse kazematten van het Hoornwerk van Antwerpen werden tijdens de oorlog verstevigd en als schuilplaats gebruikt. Getuige hiervan de inscripties van de 55ste Compagnie Royal Engineers. Op een muur in een onderaardse gang is namelijk volgende inscriptie terug te vinden: "55 Coy R.E. Ypres 1914-15-16".

De geschiedenis van het Hoornwerk gaat terug tot de Spaanse periode: zij lieten er in 1669 een citadel optrekken, waar de Spaanse troepen en ambtenaren zich tijdens belegeringen konden terugtrekken. Na de verovering van Ieper door Lodewijk XIV in 1678, verving Vauban de citadel door een efficiënter hoornwerk met twee naar de vijand gerichte uitsteeksels ('hoorns'). Toen de Hollanders na 1815 Ieper opnieuw versterkten, verbouwden zij het Corne d'Anvers van Vauban om tot een nieuw Hoornwerk van Antwerpen. Bij de sloopwerken tussen 1853 en 1900 werden alle bovengrondse bouwwerken afgebroken, maar hier en daar verzaakten kopers aan het 'opruimen' of 'opvullen' van de ondergrondse versterkingen.

  • STUBBE L. e.a. 2004: Vesting Ieper. Wandeling in een historisch landschap, Openbaar Kunstbezit Vlaanderen.

Auteurs:  Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Vestingen Ieper [online], https://id.erfgoed.net/teksten/395812 (geraadpleegd op ).


Vesting Ieper (bouwkundig geheel) ()

Tussen 1388 en 1409 werd een nieuwe omwalling, zogenaamde Bourgondische vestingsmuur opgetrokken. De bestaande dubbele gracht en aarden wal werden aangevuld met een zeven tot acht meter hoge bakstenen muur. Deze stadsmuur telde een 40-tal halfronde torens en een aantal ronde torens. Vanaf 1678 liet Vauban de omwalling gedeeltelijke slopen en vervangen door een gebastioneerde muur. Vanaf 1683 werd de vestinggracht aangepakt. De verdedigingswerken werden vanaf 1782 onder Oostenrijks bewind gedeeltelijk gesloopt. Vanaf 1815 werd een laatste keer beslist om Ieper militair te versterken. In 1853 werd door de Belgische regering beslist om de stad te ontmantelen maar de hoofdwal bleef nagenoeg bewaard. Ook tijdens de Eerste Wereldoorlog bleef de omwalling ongeschonden.


Bron: CORNILLY, J., Monumentaal West-Vlaanderen, Deel I: arrondissementen Ieper, Kortrijk, Roeselare en Tielt; Brugge, 2001, p.78-79.
Auteurs:  Cornilly, J.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Vestingen Ieper [online], https://id.erfgoed.net/teksten/135963 (geraadpleegd op ).


Vestingen Ieper ()

Tot op heden bepalend voor het stadsbeeld, en ontegensprekelijk verbonden met de figuur van Sebastien Le Prestre Vauban (1633-1707), veldheer en militair architect van Lodewijk XIV.

Van zijn machtig bolwerk uitgebouwd op de middeleeuwse kern uit het vierde kwart van de 14de eeuw resten: twee derden van de gebastioneerde binnenversterking met gracht en drie halve manen, fragmenten en/of tracé van het buitenwerk, en sporen van een oorspronkelijk overstromingsgebied. Vestinggrachten gevoed door de Dikkebusvijverbeek, de Kemmel- en Bollaertbeek voor de stad Ieperlee genoemd. Regeling van de waterstand in de zogenaamde Vaubantoren met sluis bij de Dikkebussevijver, en in de sluiskamer ondergebracht in de kazematten aan de Rijselsepoort.

Vaubanmuren oorspronkelijk van donkerrode baksteen met gebruik van natuursteen - onder meer Atrechtse zandsteen - voor hoekstenen, hoek- en negblokken enzomeer; door de Hollanders in 1817 bijgevoegd parement van gele baksteen eveneens versterkt met vermelde natuursteen, zie ook restauratiegedenksteen nabij de Rijselsepoort.

Herstellingswerken na de Eerste Wereldoorlog, en in 1979-1980 gestarte restauratiewerken thans in definitieve fase.

Naoorlogse inbreng van nieuwe constructies in plaats van verdwenen stadspoorten: de loopbrug naar ontwerp van J. Coomans ter hoogte van de Rijselsepoort (zie Rijselsestraat), en het bekende Britse oorlogsmonument door R. Blomfield als poortgebouw ontworpen ter vervanging van de vroegere Menensepoort (zie Meensestraat).

De huidige recreatiefunctie- beboomde natuurwandeling naar ontwerp van L. Fuchs sluit aan bij een in de 19de eeuw ontstane "promenade"-traditie. De aanleg van het zwembad in het noordelijk deel van de Kasteelgracht gaat terug tot 1884-1885. Na de Eerste Wereldoorlog ontpopt de halve maan zogenaamd "Het Eilandje" zich tot een gekend ontspanningsoord, namelijk huidige herberg met speelpleintje en mogelijkheid tot pleziervaren. Britse begraafplaats "Ypres Rampart Cemetery" ten westen van de Rijselsepoort. Op de Esplanade, de staande wip van de schuttersgilde.

De kazematten tijdens de Eerste Wereldoorlog schuilplaats voor de burgerbevolking tot de evacuatie van 9 mei 1915 en vervolgens kwartier van het Britse leger. Na de wapenstilstand gebruikt als ijsfabriek en champignonkwekerij; thans benut als bergplaatsen.

Binnenversterking (circa 1681) met gracht, nog bestaande uit: in het oosten, vier bastions met typerende brede sailanthoek en korte flanken, door de nodige courtines verbonden; In het zuidwesten, een bastion intra muros aansluitend bij de Esplanade of het voormalige oefenplein met bomvrij buskruitmagazijn in 1818 door de Hollanders gebouwd op de grondvesten van een ouder kruithuis daterend uit, of van voor de periode van de Vaubanwerken; in het zuiden tussen de Rijselse- en de verdwenen Tempelpoort, het tracé van de door Vauban behouden versterking uit het vierde kwart van de 14de eeuw sinds 1855 ontmanteld, echter met bewaring van drie verlaagde ronde torens, respectievelijk twee ten oosten en één ten westen van de Rijselsepoort, en recent blootgelegde grondvesten van twee soortgelijke torens; moeilijk te dateren ijskelder.

De bastions bevatten kazematten onder meer toegankelijk via de Bolling- en de Aalmoezeniersstraat, en in elk orillon bevindt zich een poterne. Courtines eveneens voorzien van ruimten met inbegrip van de poternes die naar de courtine schiereilanden leiden. Het bastion aan de Boterplas is het oudst en het meest ongewijzigd gebleven Iepers bolwerk van Vauban (1684); in de Eerste Wereldoorlog waren er twee machinegeweerposten. Van het bastion aan de verdwenen Torhoutpoort is het noordelijk orillon weggegraven.

Gracht genaamd Kasteelgracht in het oosten, Majoorgracht in het zuiden en Boterplas in het zuidwesten. In de Majoorgracht, drie halve manen, onder meer twee beboomde aangelegd door Vauban tussen 1678-1684, en het vermelde zogenaamd "Eilandje", opgeworpen door de Spanjaarden omstreeks 1640.

Ligging van de noordelijke binnenversterking nog aangegeven door de Hoge en Lage Wieltjesgracht, een overblijfsel van de 19de-eeuwse voorzieningen ten behoeve van de tolinning ene de waterafvoer.

Buitenwerk. In het zuiden, bewaarde oevers, de basis van een oorspronkelijk Vaubanbouwwerk, waarop volkstuintjes aangelegd. Ten oosten van de stad verwijst een kunstmatig reliëf naar het verdwenen "Hoornwerk van Antwerpen". Voorts de zogenaamd "Verdronken weiden", een moerassig gebied ten zuiden van de spoorweg Ieper-Kortrijk en ten oosten van de Rijselseweg, eertijds horend bij het zuidelijk overstromingsgebied of de inundaties van Mesen.

  • Algemene bibliografie: zie Ieper

Bron: DELEPIERE A.-M., HUYS M. & LION M. 1987: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kanton Ieper, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Delepiere, Anne Marie; Huys, Martine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Vestingen Ieper [online], https://id.erfgoed.net/teksten/394429 (geraadpleegd op ).