Teksten van Tuinwijk Pallieter

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/126845

Tuinwijk Pallieter ()

Tuinwijk, zogenaamd Pallieter, gebouwd in 1922 in opdracht van de Lierse Maatschappij voor Goedkope Woningen naar plannen van 1921. De studie van het geheel werd uitgevoerd door architecten Jef Huygh en Flor Van Reeth. De 87 eengezinswoningen werden ontworpen door vijf architecten: Cornelius Sol (19 woningen), J.B. Van Bouchout (13 woningen), A. Alpaerts (18 woningen), J. Van Peborgh (20 woningen) en F. Flerackers (17 woningen).

De tuinwijk is gelegen in de rand van Lier buiten de vesten, en is ingeplant tussen de Mechelsesteenweg en de Elzenlaan. Het terrein is quasi naar dambordschema ingedeeld door de loodrechte Dennen- en Wilgenlaan. De aanleg van de relatief kleinschalige wijk sluit aan bij de vormelijke principes van de tuinwijken, namelijk opgevat als koppelwoningen gelegen in het groen. De wijk vormt een relatief besloten geheel met centraal een open groenzone, het Acaciaplein, dat reeds in oorsprong bedoeld was als speelplein en heden nog steeds haar publiek en deels groen karakter bewaart, gecombineerd met enkele parkeerplaatsen. Deze groenzone compenseert de relatief beperkte grootte van de private voor- en achtertuinen waarvoor elke woning beschikt. Op uitzondering van winkels voorzien in de hoekhuizen aan de Mechelsesteenweg ontworpen door Sol, vormde het speelplein de enige vorm van collectieve voorziening in de tot woonfunctie gereduceerde tuinwijk. De groenaanleg wordt voorts gekenmerkt door groene voortuinen, sporadisch afgesloten door bewaarde betonnen voortuinmuurtjes, maar hoofdzakelijk omheind door lage hagen. De hogere hagen die de perceelgrenzen aflijnen, versterken het groene karakter van de wijk. Recent aangeplante bomen langs de straten.

Vrij dense tuinwijk met levendige, halfopen bebouwing van per twee tot tien gekoppelde enkelhuizen van twee traveeën. Elke architect ontwikkelde basisvormen voor eengezinswoningen van één à twee bouwlagen en hun groepering met mogelijke varianten qua schikking en detaillering. De verschillen tussen de ontwerpers komen evenwel tot uiting in de compositie, interpretatie en afwerking. Het geheel sluit aan bij de regionalistische strekking: onder meer afwisselen van lijstgevels met punt- en tuitgevels al dan niet met geknikte pannen zadeldaken, het gebruik van zichtbaar metselwerk met baksteenornamentatie, rondboogdeuren, gemarkeerde schouwvolumes en de voorheen beluikte kozijnvensters. De portieken van de woningen Acaciaplein nummers 14 en 15 zijn gevat in één volume onder een puntgevel met centraal in de geveltop een niskapel met Onze-Lieve-Vrouwbeeld onder houten luifeltje.

In 1925 vaardigde de stad een reglement uit om het karakter van de tuinwijken in de stad te vrijwaren door een verbod te stellen op nieuwbouw in de wijken en op de aanpassing van woningen en groeperingen. Hoewel de inplanting en het algemeen beeld bewaard is, vonden er toch veelvuldige wijzigingen plaats, voornamelijk wat het houtwerk van ramen en deuren betreft.

Op 7 april 1996 werd in de wijk een gedenkteken onthuld, dat werd ontworpen door kunstenaar Robert Schoofs en werd geplaatst op de hoek van het Acaciaplein met de Dennenlaan. Het gedenkteken, een in gegalvaniseerd metaal en koper uitgevoerd miniatuurvliegtuig, verwijst naar de explosie van een Lancaster ED840 op 14 juni 1943 boven de stad Lier. Het monument vermeldt de namen van de zeven bemanningsleden, waarvan er vier het leven lieten bij het ongeluk.

Evaluatie

Deze wijk werd binnen de thematische inventarisatie van het sociale woningbouwpatrimonium zeer hoge tot uitzonderlijke erfgoedwaarde toegekend (top van de selectie).

Tuinwijk Pallieter bezit een hoge stedenbouwkundige en architecturale waarde. In de lijn van de tuinwijkgedachte wordt ze gekarakteriseerd door gekoppelde, regionalistisch geïnspireerde eengezinswoningen in eenheidsbebouwing ingepast in een beeldbepalende aanleg met aandacht voor groen, die overeenstemt met het oorspronkelijke aanlegplan. Kenmerkende erfgoedelementen zijn bijvoorbeeld de materialiteit van gevels en daken (zichtbare baksteen, rode pannen), de witte kleur van het schrijnwerk, het groene karakter van de voortuinen en hun afsluitingen, het centrale publieke plein,... Het eenheidsbeeld en -gevoel van de wijk is grotendeels bewaard, ondanks individuele aanpassingen van onder meer muuropeningen, schrijnwerk en voortuinen, evenals de storende nieuwbouw op de hoek van de Mechelsesteenweg en de Dennenlaan.

  • Onroerend Erfgoed, Archief Inventaris sociale woningbouwpatrimonium (2011-2016), Sitenaam LIER_TUINWIJK_MECHELPOORT_1200.
  • Openbare Werken Lier, Bouwingen, 1922, september-december.
  • Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, Dienst Onroerende Transacties, registratiefiches, SHM 1200, Lier, Tuinwijk Pallieter.
  • DE SCHAEPMEESTER B., FRET M., MEGANCK L. & VERNIMME N. (ed.) 2015: Handboek. Verankeren van erfgoed in ruimtelijk beleid, Brussel, 140-147.
  • KENNES H. & WYLLEMAN L. 1990: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Lier, Bouwen door de eeuwen heen in in Vlaanderen 13N1, Brussel - Turnhout.
  • VRIENS L. 1981-1982: De wederopbouw van Lier na W.O. I, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, 4.29-4.32.

Auteurs:  Verhelst, Julie; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Tuinwijk Pallieter [online], https://id.erfgoed.net/teksten/192570 (geraadpleegd op ).


Tuinwijk Pallieter ()

Tuinwijk voor 87 gezinnen gebouwd in opdracht van De Maatschappij voor Goedkope Woningen, in 1922, naar ontwerp van vier architecten C. Sol (bouwaanvraag van 1921), F. Flerackers, J.B. Van Bouchout en J. Van Peborgh.

Terrein tussen de Mechelsesteenweg en de Elzenlaan, quasi naar damboordschema ingedeeld door de loodrechte Dennen- en Wilgenlanen centraal Acaciaplein bedoeld als speelplein en enige vorm van collectieve voorziening in deze tot woonfunctie gereduceerde tuinwijk. Voorts kenmerkende voortuinen, afwisselende huizenblokken en recentere beplanting. Elke architect ontwikkelde basisvormen voor eengezinswoningen van één tot twee bouwlagen en hun groepering met mogelijke varianten qua schikking en detaillering.

Het geheel sluit aan bij de regionalistische strekking: onder meer verwerken van puntgevels al dan niet met geknikte pannen zadeldaken, baksteenornamentatie, rondboogdeuren, beluikte kozijnvensters. De verschillen tussen de ontwerpers komen evenwel tot uiting in de compositie, interpretatie en afwerking. Globaal behouden inplanting en algemeen beeld - zie het stadsreglement van 1925 - doch veelvuldige wijzigingen voornamelijk wat het houtwerk van ramen en deuren betreft.

  • Openbare Werken Lier, Bouwingen, 1922, september-december.
  • VRIENS L. 1981-1982: De wederopbouw van Lier na W.O. I,, eindejaarsverhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, 4.29-4.32.

Bron: KENNES H. & WYLLEMAN L. 1990: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Lier, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Tuinwijk Pallieter [online], https://id.erfgoed.net/teksten/140095 (geraadpleegd op ).