Typische naoorlogse volkswijk, begin jaren vijftig gebouwd door het katholieke stadsbestuur en de vier sociale huisvestingsmaatschappijen van Gent, naar ontwerp van G. Martens, F. Vander Haeghen, A. Bressers, E. Callebaut, C. Van Daele, P. De Taeye, R. Bernard de Tracy en F. Coppieters.
De wijk is een afgezonderd, begrensd en op zichzelf staand geheel met scholen, een kerk en winkels volgens de idee van de neighbourhood unit. Een pittoreske aanleg met hiërarchische wegen, gemeenschappelijk groen, omhaagde voortuintjes en gebogen straten wordt gekoppeld aan een vrij strak ingeplante en sobere typearchitectuur. Deze bestaat voornamelijk uit laagbouw van twee of drie bouwlagen in witgeschilderde baksteen onder zadeldaken met zwarte pannen, die slechts in detaillering verschilt. Enkel op het Heldenplein verrezen middelhoogbouw-galerijflats met winkels onderaan.
Sociale woonwijk Malem, zogenaamd naar het eiland gevormd door twee Leie-armen ten westen van de zestiende-eeuwse stadswal. Bij de inhuldiging werd officieel de naam "Wijk Heldenhulde" toegekend, ter nagedachtenis van Gentenaren die hun leven offerden voor het vaderland (zie straatnamen: Breendonkstraat, Dapperheidstraat, Gijzelaarsweg, Halenpad, Heldenplein, Herdenkingslaan, Houtemlaan, Houthulststraat, Landingsplein, Luiklaan, Normandiëlaan, Ontmijnersstraat, Oud-Strijderslaan, Parachutistenweg, Politieke-Gevangenenlaan, Ramskapellelaan, Reigersvlietweg, Schipdonkweg, Sluikpersstraat, Vrijwilligersweg, Weerstandsplein, Wessemweg en Zesseptemberlaan).
Het katholieke stadsbestuur onder burgemeester Emile Claeys besliste begin jaren 1950 om het gebied van Malem – op dat moment ingericht als volkstuintjes van het Werk van den Akker – op te kopen en bouwrijp te maken. Dit werd gerealiseerd door een BPA (1950). De bouwgrond werd in vijf delen gesplitst. Eén deel werd door de stad zelf reeds in 1951 bebouwd met enkele winkels en 64 appartementen voor oorlogsslachtoffers en hun gezinnen (Heldenplein 1-43, 47-65 en 2-64) naar ontwerp van de architecten Georges Martens en Frans Vander Haeghen. De andere vier delen gingen naar de vier sociale huisvestingsmaatschappijen: de katholieke De Volkshaard (architecten Adriaan Bressers en Emiel Callebaut), de socialistische De Goede Werkmanswoning (architecten Camille Van Daele en Paul De Taeye), de eerder pluralistische De Gentse Haard (architect Robert Bernard de Tracy) en de stedelijke, neutrale maatschappij Gentse Maatschappij voor Goedkope Woningen (architect Fritz Coppieters). Deze maatschappijen stonden in voor de bouw van 345 eengezinswoningen en 73 appartementen.
De Goede Werkmanswoning bouwde 108 woningen en appartementen in de noordoostelijke hoek (aan de Breendonkstraat, Gijzelaarsweg, Herdenkingslaan, Houtemlaan, het Louis Roelandtplein, de Malemstraat en het Weerstandsplein), De Gentse Haard 100 woningen en appartementen in de zuidoostelijke hoek (aan de Luiklaan, Normandiëlaan, Ontmijnersstraat, Politieke-Gevangenenlaan, Ramskapellelaan, Wessemweg), de Gentse Maatschappij voor Goedkope Woningen 94 woningen in de noordwestelijke hoek (aan de Houtemlaan, Malemstraat, Merkemstraat, Oud-Strijderslaan, Ronselestraat, het Weerstandsplein en de Zesseptemberlaan), en Volkshaard 92 huizen met 103 woningen aan de zuidwestelijke hoek (aan de Dapperheidstraat, Luiklaan, Oud-Strijderslaan, Ramskapellelaan, en Tervatestraat) en twee winkelhuizen en elf appartementen aan de noordelijke ingang van de wijk (Drongensesteenweg en Malemstraat).
De woonwijk werd op 22 juni 1952 officieel ingehuldigd door koning Boudewijn, die op die dag zijn Blijde Intrede te Gent hield (zie herdenkingssteen Heldenplein). Naar aanleiding hiervan werd een woning in opdracht van het Nationaal Instituut tot Bevordering van de Huisvesting ingericht door de firma Van Den Berghe-Pauvers. De oplevering van de meeste woningen gebeurde echter pas in 1953-1954. Vlakbij het Heldenplein bouwde de stad verder een kleuterschool en lagere school (Heldenplein). Behalve deze officiële school werd ook een vrije lagere school gebouwd aan de Oud-Strijderslaan 2A, naast de kerk van Onze-Lieve-Vrouw van de Vrede die in 1956-1957 gebouwd werd naar ontwerp van Gerardus Joseph Van Offeren.
Begin 21ste eeuw werd de wijk grondig gerenoveerd (onder andere naar plannen van de Gentse architect R. Callebaut), grotendeels met behoud van het bestaande uitzicht. Op de hoek van de Ramskapellelaan, aan de Luiklaan 51 werd een nieuw appartementsgebouw toegevoegd in een aansluitende vormgeving.
Onder de (voormalige) bewoners vindt men o.a. de Gentse oud-burgemeester socialist Gilbert Temmerman en de bokser Jean-Pierre ("Junior") Bauwens.
Malem is opgebouwd volgens het concept van de neighbourhood unit: een (deels) op zichzelf staande wijk die grotendeels residentieel is met een beperking van doorgaand verkeer en een duidelijk afgebakend commercieel gebied (het Heldenplein) en voorzieningen zoals onderwijs. De wijk is inderdaad gestructureerd rond de school en de kerk van Onze-Lieve-Vrouw van de Vrede (die op het BPA van Malem uit 1951 nog niet aangeduid waren). Verder bouwt de aanleg voort op vooroorlogse tuinwijkprincipes zoals de geïsoleerde ligging en de sterke begrenzing (ook al werd het eilandkarakter enigszins opgeofferd door het afdammen van de Leiearmen tot vijvers met toegangen via de Malemstraat en de Herdenkingslaan, en een voetgangersbrug aan Overzet), hiërarchische wegen, gemeenschappelijk groen en speelplein, voortuintjes, en ontsluiting van achtertuinen via wandelpaden. De straataanleg (gebogen) en groenaanleg (met omhaagde voortuintjes, grasvelden en bomen) zorgen voor het pittoreske karakter van deze wijk.
De architectuur is vrij strak, sober en repetitief. Zo zijn de woningen hoofdzakelijk in noord-zuidstroken ingeplant voor optimale bezonning (zoals op de modelplannen van de Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen en Woonvertrekken (NMGWW) uit die tijd) wat – in combinatie met de gebogen straataanleg – zorgt voor verspringend ingeplante huizengroepen. De architectuur bestaat voornamelijk uit laagbouw van twee of drie bouwlagen, ondanks de dure, noodzakelijke paalfunderingen die meer bouwlagen toelieten. Op het Heldenplein koos de stad als bouwheer voor middelhoogbouw (vier bouwlagen) in roodbruine baksteen met verlichting van de galerijen door middel van glasdallen, en ook aan de ingang van de wijk (Drongensesteenweg en Malemstraat) werd geopteerd voor appartementsgebouwen met rode bakstenen gevels.
Voor het overige is de vormgeving heel uniform, sober en traditioneel: witgeschilderde bakstenen volumes onder zadeldaken met zwarte pannen, en detaillering (zoals plinten, deur en raamomlijstingen) in blauwe hardsteen of gebouchardeerd beton. Kleine decoratieve elementen maken het onderscheid tussen de huizen van de vier huisvestingsmaatschappijen: Volkshaard plaatste een figuratief terracotta tegeltje boven de voordeur met uitbeelding van het traditioneel landelijk (familie)leven (naar ontwerp van Rik Bellien uit 1952) en gebruikte rode terracotta voor de vensterbanken, de huizen van de Gentse Maatschappij voor Goedkope woningen kenmerken zich door de gebogen luifels boven de voordeur, die van De Gentse Haard door de ruitvormige versiering in blauwe hardsteen boven de deur en die van De Goede Werkmanswoning door het gebruik van sluitstenen.
Wat planindeling betreft, bestaat de middelhoogbouw aan het Heldenplein uit galerijflats met winkels op het gelijkvloers. De witgeschilderde laagbouw volumes bestaan uit standaard gezinswoningen, woningen voor grote gezinnen (tot zeven personen), duplexwoningen en appartementsgebouwen van drie bouwlagen. De gezinswoningen vertonen grote gelijkenissen met de typeplannen van de NMGWW uit die tijd met een kleinere werkkeuken (eerder uitzonderlijk een ruime eetkeuken), berging, open eetplaats-woonplaats (vaak volgens het doorzonprincipe) en WC op de gelijkvloerse verdieping en drie of vier slaapkamers en een badkamer op de eerste verdieping. De appartementen (in de Breendonkstraat) en de duplexwoningen zijn ook bedoeld voor gezinnen. De poortgebouwen aan de Drongensesteenweg bevatten appartementen met twee slapkamers. Op de twee hoeken bevindt zich een maisonnette-winkelhuis met erboven een appartement. Opvallend is dat beide woningen eenzelfde trap delen.
Tegen de zijgevel van het hoekhuis van de Houtemlaan met het Heldenplein (nummer 65) bevindt zich een gedenkplaat voor beide wereldoorlogen. Hier leest men in bladgoud de volgende tekst : "1914 - 1918/ 1940 - 1945/ TER BLIJVENDE VERHEERLIJKING/ VAN DE/ GENTENAREN/ DIE HET HOOGSTE OFFER BRACHTEN/ IN DE STRIJD VOOR DE VRIJHEID/ EN HET VADERLAND WERD DE/ WIJK HELDENHULDE/ OPGERICHT". Op de hoek van het Heldenplein (nummer 1) met de Oudstrijderslaan bevindt zich een gelijkaardig monument. Onderaan vindt men de signaturen "ARCHITECTEN G. MARTENS F. VANDER HAEGHEN" terug. Op de hoek van de Herdenkingslaan en de Breendonkstraat is een bas-reliëf in cement aangebracht, in 1998 vervaardigd door de Kroatische kunstenaar Josip Simic. Het is een blijk van vriendschap van het Kroatische dorp Virovitica voor de Gentenaars voor de hulpgoederen tijdens de burgeroorlog.
Deze wijk werd binnen de thematische inventarisatie van het sociale woningbouwpatrimonium zeer hoge tot uitzonderlijke erfgoedwaarde toegekend (top van de selectie).
De wijk Malem is een typische naoorlogse volkswijk met een hoge architecturale waarde. De architectuur is representatief en biedt een mooie staalkaart van verschillende woningtypes die in de jaren vijftig gehanteerd werden. Stedenbouwkundig is deze wijk uitzonderlijk door de toepassing van het neighbourhood unit – concept (met centraal een school en kerk, en het centraliseren van de commerciële functie aan het Heldenplein). Historisch is de wijk belangrijk omdat de vier verschillende huisvestingsmaatschappijen en de stad zelf hier samenwerkten aan een wijk die in de eerste plaats beantwoordde aan het christendemocratische ideaal van de laagbouw gezinswoning in het groen, en omwille van de referenties naar de Tweede Wereldoorlog in de plaatsnaamgeving en de herdenkingsmonumenten. Het totaalconcept verleent de wijk een grote ensemblewaarde en ook op contextwaarde scoort deze wijk uitzonderlijk hoog omwille van de nabijgelegen sociale woonwijk Watersportbaan, die enkele jaren later gebouwd werd volgens dat andere naoorlogse paradigma: hoogbouw in het groen.
Erfgoedelementen die bijdragen tot de waarde zijn de bestaande landschappelijke karakteristieken (zoals de waterpartijen), de circulatiepatronen (auto- en voetgangerswegen, evenals beperkte toegangen), de inplanting van de architecturale volumes ten opzichte van elkaar (getrapt) en van de straat (veelal schuin), de groenaanleg (grasvelden, hagen en bomen), de voorzieningen (kerk en scholen) en de architectuur. Wat dit laatste betreft, kan (met uitzondering van de Drongensesteenweg en het Heldenplein) verwezen worden naar de homogeniteit in schaal, vorm en silhouet (laagbouw met zadeldak), alsook gevelcompositie, coloriet en materialiteit (witgeschilderde bakstenen gevels en zwart pannendak). Ook de herdenkingsmonumenten dragen bij tot de waarde, evenals de plaatsnaamgeving.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke; Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. & Verbeeck M. & Vandeweghe E. 2016: Sociale woonwijk Malem [online], https://id.erfgoed.net/teksten/184189 (geraadpleegd op ).
Zogenaamd naar het eiland gevormd door twee Leie-armen ten westen van de zestiende-eeuwse stadswal (zie 'Malemstraat'), vanaf 1952 bebouwd met een sociale woonwijk in de vorm van een tuinwijk. Zogenaamd Wijk Heldenhulde ter nagedachtenis van Gentenaren die hun leven offerden voor het vaderland (zie straatnamen: Breendonkstraat, Dapperheidstraat, Gijzelaarsweg, Halenpad, Heldenplein, Herdenkingslaan, Houtemlaan, Houthulststraat, Landingsplein, Luiklaan, Normandiëlaan, Ontmijnersstraat, Oud-Strijderslaan, Parachutistenweg, Politieke-Gevangenenlaan, Ramskapellelaan, Reigersvlietweg, Schipdonkweg, Sluikpersstraat, Vrijwilligersweg, Weerstandsplein, Wessemweg, Zesseptemberlaan).
Typische eengezinswoningen van geschilderde baksteen, twee à drie bouwlagen en zadeldak (pannen) met tuintjes en gemeenschappelijk groen. Gebouwd door verschillende maatschappijen: de Gentse Maatschappij voor Goedkope Woningen, de Gentse Haard, de Goede Werkmanswoning en de Volkshaard.
Centraal gelegen kerk van Onze-Lieve-Vrouw van de Vrede, ingehuldigd in 1957, school en winkelcentrum.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, 19de- en 20ste-eeuwe stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nc, Brussel - Gent.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. & Verbeeck M. 1983: Sociale woonwijk Malem [online], https://id.erfgoed.net/teksten/156128 (geraadpleegd op ).