Petrus en zijn zoon Cornelis De Nijs bouwden in 1936 villa Van Hoof in nieuwe zakelijkheid.
Historiek
Villa Van Hoof werd in 1936 ontworpen in nieuwe zakelijkheid door Petrus (°1880) en Cornelis (°1912) De Nijs. Het ontwerp toont typische kenmerken van de bouwstijl: het evenwichtig volume en harmonieuze gevelopbouw, halfronde woonruimte, dakterrassen en luifels. Het volumespel refereert naar het paviljoen De Dekoratieve Kunsten dat Léon Stynen bouwde voor de wereldtentoonstelling in Antwerpen in 1930.
Beschrijving
Villa Van Hoof is een alleenstaand landhuis met tuin in een residentiële wijk. De villa telt twee bouwlagen onder een plat dak, een rechthoekig middengedeelte met rechts een terras en links halfronde uitbouw van één verdieping. De bouwlagen zijn van elkaar gescheiden door een luifel die doorloopt over drie gevels. De bakstenen lijstgevels hebben rechthoekige muuropeningen met metalen ramen.
In tegenstelling tot het exterieur, zijn binnenin de ruimtes planmatig naast elkaar geschikt zonder bijzondere relaties.
Bibliografie
- Archief Onroerend Erfgoed Antwerpen, DA000843, 39 monumenten 'jonge bouwkunst', beschermingsdossier (A. Malliet, 1995).
- GEYSENS G., GOFFIN G., LERNOUT N., MOEREELS J., RENARD P. & VAN BOUWEL J. 1993: Woning Van Hoof, Bredabaan 14, P. en C. De Nijs, 1936, Modern bouwen in Brasschaat 1920-1940, Zellik, 64-65.
