Classicistisch kasteel ingeplant in de as van Guyotdreef, toegankelijk via brug met ijzeren leuning en dito hek.
Op het goed Mishaegen in de noordwestelijke hoek van de gemeente worden in de 15de eeuw twee hoeven vermeld, de zogenaamde hoeven "Kleine" en "Grote Mishaegen". In 1482 worden beide hoeven aan de zusters augustinessen geschonken. Het zogenaamde Sionklooster kende slechts een kort bestaan: na de inval van Maarten van Rossem (1542) en latere godsdiensttroebelen vertrokken de kloosterlingen naar Breda (1564). Mishaegen kende verschillende eigenaars tot het goed in 1769 verkocht werd aan Charles de Proli die de gronden wou ontginnen. In 1772 bouwde hij een hof van plaisantie; de huidige Guyotdreef werd enkele jaren later, na de rechttrekking van de Bredabaan aangelegd. Na het faillissement van de Proli kwam het kasteel met bijgebouwen en gronden in handen van de familie Guyot. De twee hoeven van het oude Mishaegen verdwenen in 1940.
Classicistisch kasteel in een prachtig park (heraangelegd en verfraaid in het derde kwart van de 19de eeuw) met koetshuis en boerderij-conciërgewoning (laatstgenoemde Sionkloosterlaan nummer 1) ten westen van het hoofdgebouw. Kasteel van 1772; twee bouwlagen, rechthoekig grondplan met uitbouw aan noordzijde, haakse schilddaken (leien), centrale dakruiter. Bepleisterde en beschilderde lijstgevels oorspronkelijk met imitatievoegen (oude foto); rechthoekige beluikte vensters. Zuidgevel van negen traveeën waarvan middelste bekroond met driehoekig fronton (20ste eeuw). Latere, in de loop van de 20ste eeuw aangebrachte hardstenen rococo-deuromlijsting met sleutel en imposten geflankeerd door pilasters, vleugeldeur en mooi snijraam met monogram CDP en grafelijke kroon boven arduinen middenkalf; verder driezijdig balkon op consoles met gebombeerde smeedijzeren leuning (20ste eeuw)
Latere bijbouwen (west- en noordoostzijde), (19de eeuw) onder plat dak met rechthoekige en rondboogvormige muuropeningen.
Ten westen van kasteel, een classicistisch getint koetshuis van zes traveeën en één bouwlaag onder schilddak (leien, nok loodrecht op straat), mogelijk gebouwd in 1867 (volgens gedenksteen). Verspringende oostgevel met verdiepte muurvlakken waarin rond boogpoort in plattebandomlijsting en rechthoekige deuren onder radvensters (uiterste travee).
Ten zuiden van het koetshuis: vroegere boerderij (19de eeuw), heden woonhuis (Sionkloosterlaan nummer 1) onder overstekend zadeldak (mechanische pannen), zuidgevel met bekleding van baksteenmetselwerk in ruitvorm met bloemmotief. Rechthoekige en rondboogvormige muuropeningen, in top van zuidgevel: radvenster in vorm van bloem.
- BELLENS F.,Van kastelen en domeinen , in Brasschaat van heidegrond tot parkgemeente, Brasschaat, 1980, p. 183 e.v.