Aan de kant van het Vlaanderendal wordt de boomgaard met aanpalende akker afgesloten met een weerhaag.
Het perceel is voor het eerst zichtbaar op de kaart van het gereduceerd kadaster (ca 1850). Op die kaart blijkt dat het zuidelijke deel van het perceel toen al als boomgaard gebruikt werd. Uit de militaire topografische kaarten valt af te leiden dat deze boomgaard nadien uitbreidde naar het noorden en rond 1870 al afgesloten werd met een haag. De boomgaard was toen nog kleiner dan nu en de toenmalige haag was dus ook iets zuidelijker gelegen dan tegenwoordig. Op de topografische kaart van 1960 heeft de boomgaard zijn huidige omvang bereikt.
De haag bestaat hoofdzakelijk uit meidoorn, al dan niet met (natuurlijke) bijmenging van haagbeuk en es. Door het gebruik van meidoorn, in een dicht plantverband, is de haag ondoordringbaar. Door ze jaarlijks te scheren wordt ze op traditionele wijze onderhouden. De haag is geplant langs de perceelgrens en is dus ook een voorbeeld van een scheerhaag dienstig als erfafsluiting.
Auteurs: Van der Linden, Geert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)