Van het omgrachte en ommuurde gebouwencomplex zogenaamd Oude Pastorie in het centrum van Essen rest nog het noordelijk deel. Het is toegankelijk via een boogbrug aan de oostzijde. Van de 13de eeuw tot 1898 was dit de woning van de pastoors (witheren van Tongerlo) van Nispen en Essen.
Archiefbronnen vermelden dat Berner van Rijsbergen in 1159 een allodium te Essen schonk aan de abdij van Tongerlo. Vermoedelijk maakten de gronden van de Oude Pastorie deel uit van dit vrijgoed. De vroegste vermelding van een pastorie op deze locatie dateert uit 1362, maar er zijn aanwijzingen dat er al een priester woonde op het einde van de 13de eeuw. De gebouwen boden onderdak aan de pastoors van Nispen, een dorp in de Nederlandse provincie Noord-Brabant (gemeente Roosendaal), voorheen onder patronaat van de abdij van Tongerlo. Deze abdij vormde de zetel van een uitgestrekte parochie waartoe Essen, Kalmthout en Roosendaal behoorden. Op de kabinetskaart van de Ferraris (1771-1778) wordt het gebouw omgeven door moestuinen. Het complex ligt in een cultuurlandschap, gekenmerkt door akkers en houtkanten. Langs de Kleine Aa bevonden zich graslanden.
Tijdens de Franse Revolutie verloren de kerkvaders hun eigendom en werd de Oude Pastorie overgedragen aan de gemeente. In 1801 werd Essen een zelfstandige parochie en vanaf 1802 huisden er weer priesters in de Oude Pastorie. Aan deze functie kwam een einde bij de bouw van een nieuwe pastorie op het Kerkeneind in 1898, waarna de Oude Pastorie in privé-handen kwam.
De Oude Pastorie had voor 1900 het uitzicht van een klassieke norbertijnse abdijhoeve en de pastoors van Nispen zijn ongetwijfeld betrokken geweest bij economische activiteiten. Ze werden immers aangesteld door de abdij van Tongerlo, die een belangrijke rol speelde in de ontginning van de Kempense heidegronden. Archiefbronnen verwijzen naar het bestaan van een hoevegebouw met bijhorende akkers en weilanden. Voor 1900 was het een indrukwekkend omgracht complex met een grote binnenplaats, omringd door stallen, schuren, een woongedeelte, een kapel en een poortgebouw. Dit uitzicht was in belangrijke mate het gevolg van de ingrijpende renovatie door prelaat Georgius Piera in 1699. De kaart van Vandermaelen (1846-1854) geeft de “Presbytere” als een omgracht gebouw te midden van landbouwgronden.
De site heeft ondertussen veel van haar allure verloren, want de eerste privé-eigenaar, notaris Van de Velde, liet in 1900 de zuid- en westvleugel slopen. De overige gebouwen werden hersteld naar ontwerp van architect Louis de Vooght.
Tijdens de bevrijdingsgevechten op het einde van de Tweede Wereldoorlog (1944) volgde de verwoesting van de kapel en het poortgebouw. De noordvleugel raakte zwaar beschadigd. Anno 2012 resten enkel nog de brede gracht, toren en het noordelijke gebouw. De zone binnen de omgrachting doet dienst als gemeenschapscentrum.
De oude pastorie bevindt zich in de natte valleigronden van de Magerbeek, die enkele honderden meters ten oosten van de site uitmondt in de Kleine Aa of Wildertse Beek. De toponiemen ‘Den Heuvel’ en ‘Essendonk’ suggereren dat de Oude Pastorie oorspronkelijk op een landschappelijke verhevenheid te midden van moerassige gronden lag. De nog bestaande gebouwen van de Oude Pastorie worden omgeven door tuinen met voornamelijk gazon en weinig bomen en struiken. Aan de straatzijde wordt het complex afgezoomd door een geschoren haag. Een rij opgaande bomen zoomt de gracht af.
Van het gebouwencomplex zogenaamd Oude Pastorie rest nog het noordelijk deel. Het omgracht en ommuurd geheel is toegankelijk via een boogbrug aan de oostzijde. De vroegere noordvleugel van vijf traveeën en één bouwlaag onder een leien zadeldak met dakkapellen werd gerestaureerd. Het bestaande gebouw is op laatmiddeleeuwse muren gefundeerd en bovengronds zijn nog 16de- en 17de-eeuwse structuren bewaard. Aan de westzijde bevindt zich een vierkant aanbouwsel van één travee en twee verdiepingen onder een tentdak met mechanische pannen. De bepleisterde, beschilderde en verankerde lijstgevels worden gemarkeerd door imitatievoegen en dakvensters, laatstgenoemde met tuitgeveltjes op schouderstukken. De getoogde, deels beluikte vensters met arduinen lekdrempels zijn rechthoekig. In de zuidgevel bevindt zich een rondboogdeur, onder het wapen van prelaat Piera, die in 1699 belangrijke verbouwingen liet uitvoeren.
In de zuidoosthoek bevindt zich een polygonaal torentje onder een naaldspits van leien. Het betreft een verankerde baksteenbouw met rechthoekige muuropeningen. Aansluitend aan de oostzijde situeert zich een laag, hersteld bijgebouw onder een zadeldak met mechanische pannen; aan de westzijde staat een verankerd bakstenen gebouw met blinde oostgevel en een korfboogpoort.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Debruyne, Sofie; Cox, Lise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Debruyne S. & Cox L. 2015: Oude Pastorie en omgeving [online], https://id.erfgoed.net/teksten/168475 (geraadpleegd op ).
Van het gebouwencomplex 'Oude pastorie' rest nog het noordelijk deel. Van de 13de eeuw tot 1898 was hier de woning van de pastoors (witheren van Tongerlo) van Nispen (Nederland) en Essen. Voor 1900 bestond het omwald complex uit een vrij grote binnenplaats omringd door stallen en schuren ten zuiden, woning met bovenverdieping ten westen en noordwaarts de nog bestaande vleugel aansluitend bij het oostelijk gelegen poortgebouw. In 1900 werd het verkocht aan notaris Van de Velde die de zuid- en westvleugel liet slopen, de overige gebouwen werden hersteld naar ontwerp van architect Louis de Vooght. In 1944 werd het poortgebouw en de bergplaats (vroegere kapel) volledig verwoest en de noordvleugel zwaar beschadigd.
Het heden omgracht en ommuurd geheel in mooie tuin is toegankelijk via boogbrug aan oostzijde. De vroegere noordvleugel van vijf traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (leien) met dakkapellen werd gerestaureerd. De bovenbouw bevat nog 17de-eeuwse elementen en in de kelder zou nog laatmiddeleeuws muurwerk bewaard zijn. Aan de westzijde bevindt zich een vierkant aanbouwsel van één travee en twee verdiepingen onder tentdak (mechanische pannen). Bepleisterde, beschilderde en verankerde lijstgevels worden gemarkeerd door imitatievoegen en dakvensters, laatstgenoemde met tuitgeveltjes op schouderstukken. Rechthoekige en getoogde, deels beluikte, vensters met arduinen lekdrempels. In de zuidgevel bevindt zich een rondboogdeur, onder het wapen van prelaat Piera, die in 1699 belangrijke verbouwingen liet uitvoeren.
In de zuidoosthoek ziet men een polygonaal torentje onder naaldspits (leien). Het betreft een verankerde baksteenbouw met rechthoekige muuropeningen. Aansluitend aan oostzijde: laag hersteld bijgebouw onder zadeldak (mechanische pannen), verankerd bakstenen gebouw met blinde oostgevel en korfboogpoort aan westzijde.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 2007: Oude Pastorie en omgeving [online], https://id.erfgoed.net/teksten/165139 (geraadpleegd op ).
Resterend noordelijk deel van het gebouwencomplex "Oude pastorie". Van de 13de eeuw tot 1898 was hier de woning van de pastoors (witheren van Tongerlo) van Nispen (Nederland) en Essen. Voor 1900 bestond het omwald complex uit een vrij grote binnenplaats omringd door stallen en schuren ten zuiden, woning met bovenverdieping ten westen en noordwaarts de nog bestaande vleugel aansluitend bij het oostelijk gelegen poortgebouw. In 1900 verkocht aan notaris Van de Velde die de zuid- en westvleugel liet slopen, de overige gebouwen werden hersteld naar ontwerp van architect Louis de Vooght. In 1944 werd het poortgebouw + bergplaats (vroegere kapel) volledig verwoest en de noordvleugel zwaar beschadigd.
Heden omgracht en ommuurd geheel in mooie tuin toegankelijk via boogbrug aan oostzijde. Gerestaureerde vroegere noordvleugel van vijf traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (leien) met dakkapellen; opklimmend tot einde 17de eeuw (?), aan westzijde vierkant aanbouwsel van één travee en twee verdiepingen onder tentdak (mechanische pannen). Bepleisterde, beschilderde en verankerde lijstgevels gemarkeerd door imitatievoegen en dakvensters, laatstgenoemde met tuitgeveltjes op schouderstukken. Rechthoekige en getoogde, deels beluikte, vensters met arduinen lekdrempels. In de zuidgevel, rondboogdeur, onder het wapen van prelaat Piera, die in 1699 belangrijke verbouwingen liet uitvoeren.
Zuidoosthoek met polygonaal torentje onder naaldspits (leien), verankerde baksteenbouw met rechthoekige muuropeningen. Aansluitend aan oostzijde: laag hersteld bijgebouw onder zadeldak (mechanische pannen), verankerd bakstenen gebouw met blinde oostgevel, korfboogpoort aan westzijde.
Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n1 (A-He), Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1985: Oude Pastorie en omgeving [online], https://id.erfgoed.net/teksten/13011 (geraadpleegd op ).