Hoeve afhangend van domein Hemelrijk; bestaande uit woonstalhuis, ten oosten langsschuur en karrenkot, volgens A. Tireliren opklimmend tot 1827.
Woonstalhuis van zeven traveeën onder pannen zadeldak; baksteenbouw met rechthoekige beluikte woonhuisvensters en dito deur in vlakke omlijsting van arduin. Aangepast stalgedeelte. Langsschuur van vier traveeën eveneens onder pannen zadeldak met nokversiering. Karrenkot met houten beplanking aan noord- en zuidzijde.
Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n1 (A-He), Brussel - Gent. Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)