Op het hoog talud langs de ruilverkavelingsweg staat een restant uit een houtkant, bestaande uit zes oude hakhoutstoven van es (drie stuks), olm, vlier en sleedoorn.
Het beplante talud is al zichtbaar op de militaire topografische kaart uit 1870. Mogelijk ontstond deze beplanting uit een oude erfafsluiting van een ondertussen al lang verdwenen hoevetje dat nog staat afgebeeld op de kabinetskaart van graaf de Ferraris (1770-1778). In deze streek werden essen immers vaak gebruikt in kaphagen rondom erven.
De beplanting bleef mogelijk behouden omdat deze parallel aan de hoogtelijnen liep en dus erosie tegenging. Door de continue aanwezigheid van beplantingen, die het afspoelen door erosie van de vruchtbare bodems in het akkergebied kon voorkomen, ontstond er een talud. Het talud is ongeveer 3 meter hoog en bakent de hoger gelegen kouter af ten opzichte van de lager gelegen gronden die vroeger als weiland in gebruik waren. De essenhakhoutstoven met een omtrek van soms meer dan 6,5 meter zijn hier nog de zeldzame getuigen van een hakhoutbeplanting die werd onderhouden in functie van erosiebestrijding.
Auteurs: Van der Linden, Geert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)